Persoon of programma?

23 maart 2012, column J.Th.J. van den Berg

Al vanaf de verkiezingen van 2010 verkeren de volkspartijen CDA en PvdA in een existentiële crisis. Niet alleen de stembusuitslag viel tegen maar ook de status na afloop van de kabinetsformatie. Het CDA kwam in een constructie met VVD en PVV terecht waar het sterk verdeeld door is geraakt. De PvdA werd teruggeworpen in de oppositie, met een politieke leidsman die daarvoor niet had doorgestudeerd. Beide zakten weg in de opiniepeilingen, maar raakten ook in ernstige twijfel over hun missie in de Nederlandse samenleving.

Beide partijen zijn op zoek gegaan naar mogelijkheden zichzelf weer uit het moeras omhoog te trekken. Het CDA doet dat, op het eerste oog, door het programma te vernieuwen en vervolgens een nieuwe politieke leider te zoeken; de PvdA heeft het eerst gezocht in een nieuwe leidsman, Diederik Samsom, en moet nu de programmatische discussie in een nieuwe boodschap laten uitmonden. Zo bekeken volgt het CDA de ‘betere route’, zo wordt nogal eens opgemerkt. Althans, zo lijkt het.

Het verschil is echter, dankzij de omstandigheden, kleiner dan het lijkt. Het CDA had tot nu toe niet de mogelijkheid een nieuwe leider te kiezen, na het vertrek van oud-premier Balkenende en het niet al te geslaagde optreden van Maxime Verhagen. Zijn persoon staat aan breed aanvaard leiderschap in de weg. Sybrand van Haersma Buma presenteert zich als een bekwaam fractievoorzitter, maar is daarmee nog niet de onbetwiste leider.

De partij heeft daarom gebruik gemaakt van de vacante voorzitterszetel door in april 2011 (met ruime cijfers) een voorzitter te kiezen, Ruth Peetoom, om het proces van herstel mogelijk te maken. Maar, een partijvoorzitter verkeert in een positie met beperkingen; die bekleedt immers geen formeel politiek ambt. Peetoom heeft wel de mogelijkheid, door als partijvoorzitter haar bescheiden rol te aanvaarden, de partij tot herwonnen levenskracht te brengen door er de onderlinge discussie te stimuleren. Dit kan een voorzitter beter dan wie ook. Ook in het CDA is de persoon, in dit geval van Peetoom, dus van minstens zo essentieel belang als het programma.

In de Partij van de Arbeid is de situatie omgekeerd. Daar dwong het afscheid van Job Cohen tot de keuze van een nieuw gezicht. Dankzij de interventie van (ook hier) de partijvoorzitter, werd het een verkiezing door de partijleden aan het einde van een korte campagne, waarin ook discussie mogelijk was – hoe voorlopig en beknopt ook – over de inhoud van de sociaaldemocratische boodschap. In de PvdA ging het dus niet louter om een beauty contest maar wel degelijk over de koers van de partij. Op de korte termijn is deze aanpak, die de schijn had de persoon vóór de inhoud te laten gaan, succesvoller gebleken voor de herleving dan de weg die het CDA is gegaan. Of dat echt zo is? De schijn van de korte termijn kan lelijk bedriegen.

Het debat in het CDA wordt niet door rivaliteit tussen leidinggevenden in de weg gezeten. Het haalt de hijgerigheid uit de discussie en kan alleen maar bevorderlijk zijn voor de kwaliteit ervan. Waarborgen doet het echter niets, want de deelname aan het regeringsbeleid en de bijbehorende concessies aan Wilders c.s. kunnen alles bederven. Voor het CDA is de huidige ‘tweede formatie’ in het Catshuis dan ook levensgevaarlijk.

De ruime steun in de PvdA heeft Samsom een sterke legitimiteit opgeleverd. Het gevaar daarvan is dat het grondig debat in de partij wegdrukt. Nog erger zou het zijn, als de aanhang nu te horen zou krijgen dat ‘ alle neuzen weer dezelfde kant uit moeten staan’. Partijvoorzitter Hans Spekman heeft aangekondigd de discussie in alle openheid te willen voortzetten, juist om het leiderschap in de partij scherp te houden. In een hedendaagse volkspartij is pluriformiteit een essentieel vereiste. Spekman lijkt dat te begrijpen evenals Ruth Peetoom. Vraag is, begrijpt Samsom dat ook?

Diederik Samsom vertoont trekken die sterk herinneren aan Joop den Uyl: zijn onvermoeibare energie en gedrevenheid, zijn intellectuele begaafdheid en kennis, zijn hartstocht en felheid in het debat. Bezwaar van Den Uyl: als premier was hij een in de regering verdwaalde oppositieleider; iets wat ook Samsom bedreigt. Maar Den Uyl had daarnaast één grote kwaliteit: hij stimuleerde het zelfstandig nadenken van zijn partijgenoten. Als Diederik Samsom dat ook voor elkaar krijgt, is er reden tot hoop. Dan is nog slechts het wachten op een stimulerende leider in het CDA.



Andere recente columns