Kabinet-Balkenende III (2006-2007)
Dit minderheidskabinet1 van CDA2 en VVD3 werd niet gevormd na verkiezingen, maar direct na de val van het kabinet-Balkenende II4. Nadat de D665-bewindslieden uit dat kabinet gestapt waren, werden de twee opengevallen ministersposten opgevuld door andere leden van het kabinet. In plaats van aan het rompkabinet van CDA en VVD een demissionaire status6 toe te kennen werd missionair overgangskabinet gevormd.
De voornaamste taken van dit op 7 juli 2006 aangetreden kabinet waren het uitschrijven van vervroegde verkiezingen7 en het indienen van de begroting (en het belastingplan) voor 2007. Als opvolger trad op 22 februari 2007 het kabinet-Balkenende IV8 aan.
Inhoud
Formatie
Het kabinet-Balkenende III van CDA2 en VVD3 werd gevormd, nadat de D66-ministers zich uit het kabinet-Balkenende II4 hadden teruggetrokken. Onder leiding van informateur Ruud Lubbers9 vormden CDA en VVD een minderheidskabinet. De belangrijkste taken van het nieuwe kabinet waren het uitschrijven van vervroegde verkiezingen en het opstellen van de begroting voor 2007.
Regeerakkoord en regeringsverklaring
Omdat het nieuwe kabinet als voornaamste taak het uitschrijven van nieuwe verkiezingen meekreeg, sloten CDA en VVD geen nieuw regereerakkoord. Wel legde minister-president Balkenende op 7 juli 2006 de regeringsverklaring af.
datum |
wat |
tot en met |
dagen |
---|---|---|---|
7 juli 2006 |
Beëdiging10 nieuwe bewindslieden, aantreden kabinet |
21 november 2006 |
138 |
22 november 2006 |
Ontslag aangevraagd, kabinet demissionair6 |
21 februari 2007 |
92 |
Totale zittingsduur11 kabinet |
230 |
Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)
Viceminister-president
Drs. G. Zalm (VVD)
Algemene Zaken
minister: Mr.Drs. J.P. Balkenende (CDA)
Buitenlandse Zaken
minister: Dr. B.R. Bot (CDA)
minister voor Ontwikkelingssamenwerking
minister: A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven (CDA)
Justitie
minister: Mr. J.P.H. Donner (CDA) (7 juli 2006 - 21 september 2006)
minister a.i.: Drs. M.C.F. Verdonk (VVD) (21 september 2006 - 22 september 2006)
minister: Dr. E.H.M. Hirsch Ballin (CDA) (22 september 2006 - 22 februari 2007)
minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
minister: Drs. M.C.F. Verdonk (VVD) (7 juli 2006 - 14 december 2006)
minister voor Integratie, Preventie, Jeugdbescherming en Reclassering
minister: Drs. M.C.F. Verdonk (VVD) (14 december 2006 - 22 februari 2007)
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
minister: J.W. Remkes (VVD)
minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties
minister: Mr.Drs. A. Nicolaï (VVD)
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
minister: M.J.A. van der Hoeven (CDA)
staatssecretaris: Mr.Drs. B.J. Bruins (VVD)
Financiën
minister: Drs. G. Zalm (VVD)
Defensie
minister: H.G.J. Kamp (VVD)
staatssecretaris: C. van der Knaap (CDA)
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
minister: S.M. Dekker (VVD) (7 juli 2006 - 21 september 2006)
minister: Drs. K.M.H. Peijs (CDA) (21 september 2006 - 26 september 2006)
minister: Prof.Dr. P. Winsemius (VVD) (26 september 2006 - 22 februari 2007)
staatssecretaris: Drs. P.L.B.A. van Geel (CDA)
Verkeer en Waterstaat
minister: Drs. K.M.H. Peijs (CDA)
staatssecretaris: M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus (VVD)
Economische Zaken
minister: Mr.Drs. J.G. Wijn (CDA)
staatssecretaris: Ir. C.E.G. van Gennip (CDA)
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
minister: Dr. C.P. Veerman (CDA)
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
minister: Mr. A.J. de Geus (CDA)
staatssecretaris: H.A.L. van Hoof (VVD)
Volksgezondheid, Welzijn en Sport
minister: Drs. J.F. Hoogervorst (VVD)
staatssecretaris: Drs. C.I.J.M. Ross-van Dorp (CDA)
De samenstelling van het kabinet-Balkenende III was vrijwel gelijk aan die van het voorgaande kabinet. Alleen de vrijgekomen posten van de D66-bewindslieden werden overgenomen. Tijdens deze kabinetsperiode wijzigde de samenstelling van het kabinet daarnaast door het aftreden van twee ministers.
-
-Ministersposten D66 overgenomen door bewindslieden CDA en VVD
De twee ministersposten van D66 in het kabinet Balkenende II werden in Balkenende III overgenomen door bewindslieden van VVD en CDA. Joop Wijn werd minister van Economische Zaken en Atzo Nicolaï werd minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Hun staatssecretariaten uit het kabinet-Balkenende II (respectievelijk Financiën en Europese Zaken) bleven vacant.
-
-Bruins trad aan als staatssecretaris van Onderwijs
Nieuw gezicht in het kabinet-Balkenende III was Bruno Bruins, die al onder het kabinet-Balkenende II beoogd was opvolger van de afgetreden staatssecretaris Rutte.
-
-Donner opgevolgd door Hirsch Ballin als minister van Justitie; Dekker opgevolgd door Winsemius als minister van VROM
Naar aanleiding van het rapport-Van Vollenhoven over de Schipholbrand waarbij elf asielzoekers de dood vonden, traden de
ministers Donner en Dekker af op 21 september 2006. Zij werden opgevolgd door respectievelijk Ernst Hirsch Ballin en Pieter Winsemius.
De regeringspartijen hadden samen geen meerderheid in de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer beschikten CDA en VVD samen wel over een nipte meerderheid. Tijdens deze kabinetsperiode vonden er geen verkiezingen voor de Eerste Kamer plaats.
CDA |
VVD |
totaal |
|
---|---|---|---|
Kabinet: ministers / (staatssecretarissen) |
9 / (4) |
8 / (3) |
17 / (7) |
Tweede Kamer op 7 juli 2006 |
44 |
27 |
71 (47,3%) |
Eerste Kamer op 7 juli 2006 |
23 |
15 |
38 (50,7%) |
Op 30 augustus 2006 werd het Tweede Kamerlid Van Schijndel12 van de VVD uit de fractie gezet na onenigheid over de koers van de partij en het leiderschap van Rutte13.
Het kabinet-Balkenende III regeerde als overgangskabinet tot het aantreden van een nieuw kabinet. Tijdens de korte regeerperiode zette het kabinet het economisch beleid van het kabinet-Balkenende II14 voort. De economie en de overheidsfinanciën hadden zich inmiddels hersteld. Belangrijkste wapenfeiten van het kabinet waren het indienen van de begroting voor 2007 en het doorvoeren van de al door het voorgaande kabinet geplande verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting.
Generaal-Pardoncrisis 2006
Op 13 december 2006 nam de Tweede Kamer een motie van afkeuring16 aan tegen minister Rita Verdonk17, die door PvdA-Kamerlid Jeroen Dijsselbloem18 was ingediend. De situatie was uniek: nog niet eerder richtte een motie van afkeuring zich tegen een bewindspersoon in een demissionair kabinet6. Het vervolg was ook uniek: nog niet eerder bleef een bewindspersoon zitten na een aangenomen motie van afkeuring.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 20067 bood het kabinet zijn ontslag aan en werd het demissionair. Dit ontslag werd op 21 februari 2007 verleend door Koningin Beatrix. Op 22 februari 2007 trad het kabinet-Balkenende IV8 aan als opvolger.
Meer over
Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
- 1.Als regel steunen kabinetten op het moment dat zij worden gevormd op een meerderheid van Tweede (en Eerste) Kamer. Als dat niet het geval is, spreken we van een minderheidskabinet.
- 2.Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een christelijk geïnspireerde partij in het centrum van het politieke spectrum. Henri Bontenbal is momenteel politiek leider van het CDA. De partij werd opgericht op 11 oktober 1980 als fusie van Anti-Revolutionaire Partij (ARP), Christelijk-Historische Unie (CHU) en Katholieke Volkspartij (KVP).
- 3.De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een rechtse liberale partij, met op onder meer ethisch gebied progressievere standpunten. Politiek leider is sinds 14 augustus 2023 Dilan Yesilgöz-Zegerius. De partij werd opgericht in 1948 als opvolger van de Partij van de Vrijheid (PvdV), die weer een voortzetting was van de vooroorlogse Liberale Staatspartij (LSP).
- 4.Na de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 werd het kabinet-Balkenende II gevormd. In dit kabinet werkten CDA, VVD en D66 samen. De CDA- en VVD-bewindslieden uit het voorgaande kabinet-Balkenende I keerden allen terug. Jan Peter Balkenende (CDA) werd wederom premier. Bijzonder waren het recordaantal van vijf vrouwen in het kabinet en het feit dat D66 voor het eerst aan een centrumrechts kabinet meedeed.
- 5.Democraten 66 (D66) is een hervormingsgezinde sociaal-liberale partij. De huidige politiek leider is Rob Jetten. De partij werd opgericht op 14 oktober 1966 door 44 'homines novi', waarvan er 25 eerder bij andere politieke partijen actief waren geweest. Belangrijkste initiatiefnemer en voorman (tot 1998) was de oud-journalist Hans van Mierlo.
- 6.Als een kabinet of minister ontslag heeft gevraagd aan de Koning(in), maar dit ontslag nog niet is verleend, noemen we dat demissionair. Het is na 1922 gebruikelijk dat een kabinet op de dag van de verkiezingen zijn ontslag aanbiedt, tenzij het dat eerder al had gedaan vanwege een kabinetscrisis.
- 7.Op 22 november 2006 vonden er Tweede Kamerverkiezingen plaats. De verkiezingen waren aanvankelijk gepland op 15 mei 2007, maar werden vervroegd door de val van het kabinet-Balkenende II. Het CDA handhaafde zich als grootste, maar de SP onder leiding van Jan Marijnissen werd met zestien zetels winst de grote winnaar. De Groep-Wilders/PVV kwam met negen zetels in de Kamer. PvdA, VVD en D66 verloren.
- 8.Dit kabinet werd gevormd na de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006. Het was tot 23 februari 2010 een coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie en daarna van CDA en CU. Het trad op 22 februari 2007 aan als opvolger van het kabinet-Balkenende III. Motto van het kabinet was 'Samen werken, samen leven'.
- 9.Christendemocraat die twaalf jaar minister-president was. Werd in 1973 als jonge ondernemer minister van Economische Zaken in het kabinet-Den Uyl. Na zijn ministerschap en een jaar 'gewoon' Kamerlid voorzitter van de CDA-fractie. Was vier jaar steunpilaar van het kabinet-Van Agt/Wiegel. Na het mislukte kabinet-Van Agt/Den Uyl werd hij in 1982 premier en CDA-leider. Voerde in kabinetten met de VVD een 'no-nonsense'-beleid dat zorgde voor economisch herstel en vermindering van de staatsschuld. Leidde het CDA in 1986 naar verkiezingswinst en wist die in 1989 te consolideren. Werd daarna premier van een kabinet met de PvdA. Een meester in het vinden van compromisteksten, die vaak tot stand kwamen op zijn werkkamer, het torentje. Na zijn premierschap ontging hem het voorzitterschap van de Europese Commissie en de functie secretaris-generaal van de NAVO. Werd later wel onverwacht Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, maar trad in 2005 voortijdig terug. Harde werker, manager.
- 10.Bij het aantreden van een nieuw kabinet worden de nieuwe ministers en alle staatssecretarissen beëdigd. Zittende ministers gaan over in het nieuwe kabinet. Feitelijk wordt besloten het door hen gevraagde ontslag niet te verlenen (of zij komen terug op hun verzoek hun portefeuilles ter beschikking te stellen). Wel kunnen bewindslieden in het nieuwe kabinet een andere functie krijgen, maar dit wordt bij Koninklijk Besluit geregeld.
- 11.De zittingsperiode van een kabinet valt samen met de zittingsduur van de Tweede Kamer, namelijk vier jaar. Het is echter niet vanzelfsprekend dat alle kabinetten de rit tot het einde uitzitten. Bij een tussentijdse crisis wordt de Tweede Kamer ontbonden en komen er nieuwe verkiezingen. Op basis van de nieuwgekozen Tweede Kamer wordt een nieuw kabinet gevormd.
- 12.Op de rechtervleugel opererende liberaal die tussentijds Tweede Kamerlid voor de VVD werd, maar daarmee later in conflict kwam. Al kort na zijn beëdiging werd hij na een tv-optreden op het matje geroepen door fractievoorzitter Van Aartsen. Een jaar later zette diens opvolger Rutte hem uit de fractie, omdat hij kritiek had geuit op de koers van de VVD en op het leiderschap van Rutte. Kort daarna vormde hij samen met Joost Eerdmans een tweemansfractie en sloot hij zich aan bij Eén NL. Voor hij Kamerlid werd, was hij advocaat en adviseur bij Andersson Elffers Felix. Is nu opnieuw advocaat en sinds 2018 raadslid voor FVD in Amsterdam.
- 13.Mark Rutte (1967) is sinds 1 oktober 2024 secretaris-generaal van de NAVO. Hij was van 14 oktober 2010 tot 2 juli 2024 minister-president en minister van Algemene Zaken. Sinds 2006 was hij politiek leider van de VVD. In 2006-2010 was de heer Rutte fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Hij was van 17 juni 2004 tot 28 juni 2006 staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belast met wetenschapsbeleid, beroepsonderwijs en studiefinanciering. Daarvoor was hij bijna twee jaar staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid belast met onder andere volksverzekeringen, bijstand en arbeidsomstandigheden. De heer Rutte was eerder voorzitter van de JOVD en manager bij een werkmaatschappij van Unilever.
- 14.Bij het aantreden van het kabinet-Balkenende II, was de economische groei ongeveer stilgevallen en waren de overheidsfinanciën in hoog tempo aan het ontsporen. Vooral in de eerste fase van de kabinetsperiode werd er flink bezuinigd, waardoor het EMU-tekort vrij snel weer onder controle was. Het kabinet voerde ingrijpende hervormingen door in de sociale zekerheid en in de zorg, maar kwam ten val op het moment dat het na het 'zuur' het 'zoet' wil uitdelen.
- 15.2006
- De Wet geurhinder en veehouderij stelt regels inzake de geurhinder door veehouderijen, die het bevoegd gezag in acht moet nemen bij beslissingen over milieuvergunningen. Er komt één landelijk dekkend beoordelingskader met twee typen waarden (geuremissie per dier of een wettelijk vastgestelde afstand). De gemeenteraad is bevoegd lokale afwegingen te maken over de te accepteren geurbelasting en in afwijking van de ten hoogste toegestane geurbelasting een andere waarde of een andere afstand in te stellen. De nieuwe wet vervangt de Wet stankemissie veehouderijen.
- 16.Er zijn twee soorten moties waarmee de Tweede Kamer ernstige kritiek op een bewindspersoon kan verwoorden: de motie van afkeuring en de motie van wantrouwen. Het onderscheid tussen beide soorten is in de praktijk overigens niet altijd even duidelijk. Moties van afkeuring of wantrouwen worden geregeld ingediend, maar zelden aangenomen. De Eerste Kamer kende (nauwelijks) moties van afkeuring/wantrouwen, omdat de vertrouwenskwestie feitelijk niet speelt bij de Eerste Kamer.
- 17.Spraakmakende politica in het post-Fortuyn-tijdperk. Kreeg na haar studie in Nijmegen leidinggevende functies bij onder meer het gevangeniswezen en werd in 2003 als 'buitenstaander' minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie in het tweede kabinet-Balkenende. Was daarna het boegbeeld van het strengere asielbeleid en greep haar toenemende populariteit aan om zich te mengen in de leiderschapsstrijd bij de VVD. Zij werd echter verslagen door Rutte, maar kreeg bij de Kamerverkiezingen in 2006 als nummer twee wel meer stemmen. Claimde toen een leidende rol in de VVD en werd later uit de fractie gezet. De door haar in 2008 opgerichte beweging 'Trots op Nederland' bleek uiteindelijk geen succes. Sinds 2022 is zij raadslid voor Hart voor Den Haag.
- 18.Vooraanstaande PvdA-politicus, die in 2000 Tweede Kamerlid werd en in 2012 verrassend minister van Financiën. Wageningse ingenieur en voor hij Kamerlid werd plaatsvervangend hoofd van het stafbureau algemene leiding van het ministerie van LNV. In de Kamer spoedig een gewaardeeerd woordvoerder integratiebeleid en in 2007-2008 voorzitter van de onderzoekscommissie onderwijsvernieuwingen. Later woordvoerder asiel en vicefractievoorzitter. Pragmatisch en degelijk. Noemde zichzelf 'niet het meest opgewonden type'. Slaagde er in het oplopende overheidstekort onder het kabinet-Rutte II om te buigen naar een overschot. Kreeg ook in de EU gezag en zag zich in januari 2013 gekozen worden tot voorzitter van de eurogroep. Speelde daardoor een centrale rol bij het bedwingen van de financiële problemen van Griekenland en bij het voorkomen van een bankencrisis op Cyprus. Sinds 13 september 2022 is hij burgemeester van Eindhoven.
- 19.Nederland heeft sinds 1945 tientallen verschillende kabinetten gehad. Drees en Balkenende leidden vier kabinetten, terwijl Lubbers twaalf jaar minister-president was. Mark Rutte was dat van 2010 tot en met 2024 en ook hij leidde vier kabinetten.
- 20.Na acht jaar komt er een eind aan 'Paars'. 2002 staat in het teken van de opkomst van de politieke beweging rond Pim Fortuyn en diens gewelddadige dood. Een periode van grotere politieke instabiliteit breekt aan. De verschuivingen bij verkiezingen nemen toe en de 'centrum-partijen' (CDA, PvdA en VVD) verliezen geregeld terrein ten koste van partijen aan de politieke flanken, zoals SP en PVV. Om een meerderheidskabinet te vormen, is steeds een 'derde' partij nodig.