Eerste Kamer
De Eerste Kamer is deel van de volksvertegenwoordiging en heeft met name een rol op wetgevend gebied. Over een wetsvoorstel moet, als de Tweede Kamer het heeft aangenomen, ook door de Eerste Kamer worden gestemd. De Eerste Kamer kan een wetsvoorstel nog tegenhouden.
De leden van de Provinciale Staten kiezen de 75 Eerste Kamerleden. De Provinciale Staten worden weer wel rechtstreeks gekozen. Men spreekt dan ook wel van 'getrapte' verkiezingen. De Eerste Kamer is een Hoog College van Staat.
Inhoudsopgave van deze pagina:
De Eerste Kamer is medewetgever. Nadat de Tweede Kamer een wetsvoorstel heeft aangenomen, moet ook de Eerste Kamer het wetsvoorstel nog goedkeuren. In tegenstelling tot de Tweede Kamer kan de Eerste Kamer wetsvoorstellen niet meer wijzigen. Ook mist de Eerste Kamer het recht van initiatief.
De Eerste Kamer beschikt wel over controlerechten (zoals het vragenrecht), maar maakt daar minder gebruik van dan de Tweede Kamer. De ambtelijke dienst van de Eerste Kamer, met eveneens aan het hoofd de griffier, is veel kleiner dan die van de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer is medewetgever en beoordeelt als laatste instantie wetsvoorstellen. Als regel let zij vooral op uitvoerbaarheid, noodzaak en de wetskwaliteit, maar uiteindelijk is het politieke oordeel meestal doorslaggevend. Hoewel er formeel geen rangorde bestaat, wordt vaak gesproken over het primaat van de Tweede Kamer. Welke inhoud daaraan precies wordt gegeven, hangt van veel factoren af.
Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de Eerste Kamer minder wetgevende rechten. Zo heeft zij niet het recht van amendement. De belangrijkste taken van de Eerste Kamer zijn medewetgeving en controle.
De Eerste Kamer bestaat uit 75 parlementariërs: volksvertegenwoordigers die op basis van evenredige vertegenwoordiging voor een periode van vier jaar worden gekozen via de kieslijst van een politieke partij. De leden worden indirect gekozen: eerst kiezen burgers leden van de Provinciale Staten. Zij kiezen daarna de Eerste Kamerleden.
De 75 leden van de Eerste Kamer worden eens in de vier jaar door middel van 'getrapte verkiezingen' gekozen. Burgers kiezen de leden van de Provinciale Staten of kiescolleges en zij kiezen op hun beurt de leden van de Eerste Kamer. Dit gebeurt binnen drie maanden na de verkiezingen van de Provinciale Staten. Sinds een Grondwetswijziging in 2017 stemmen ook de inwoners van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba over de samenstelling van de Eerste Kamer. Aangezien de bijzondere gemeenten geen Provinciale Staten hebben, gaat dit via afzonderlijk gekozen kiescolleges. In 2022 is er een vierde kiescollege toegevoegd, het kiescollege niet-ingezetenen. Door te stemmen voor dit kiescollege kunnen kiesgerechtigde Nederlanders die in het buitenland wonen, invloed uitoefenen op de samenstelling van de Eerste Kamer.
De Eerste Kamer kent zowel een politieke als een ambtelijke organisatiestructuur. Onder de politieke organisatie vallen de diverse fracties, de commissies en het College van fractievoorzitters (het 'dagelijkse bestuur'). De ambtelijke organisatie ondersteunt het politieke functioneren van de Kamer. Aan het hoofd daarvan staat de Griffier.
De Eerste Kamer kent twee soorten vergaderingen: de openbare plenaire vergadering, waarbij alle 75 leden aanwezig kunnen zijn, en commissievergaderingen. Daarnaast houden fracties als regel wekelijks een vergadering.
Meer over