Periode 1813-1815: Soeverein Vorst Willem
De periode november 1813-juni 1815 is als een overgangsperiode te beschouwen na de tijd waarin Nederland was ingelijfd bij Frankrijk (1810-1813). Erfprins Willem, de zoon van de vroegere stadhouder Willem V, treedt op als staatshoofd (soeverein vorst) en laat een Grondwet ontwerpen. In 1815 leiden internationale ontwikkelingen er toe dat Nederland met België (en Luxemburg) wordt verenigd en dat Willem koning wordt.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Secretaris van Staat
minister: Mr. A.R. Falck (Orangisten) (31 december 1813 - 16 maart 1815)
Buitenlandse Zaken
minister a.i.: Mr. A.F.J.A. graaf van der Duyn van Maasdam (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (7 december 1813 - 23 december 1813)
minister: Mr. G.K. graaf van Hogendorp (Orangisten) (7 december 1813 - 6 april 1814)
minister: A.W.C. baron van Nagell van Ampsen (Orangisten) (6 april 1814 - 16 maart 1815)
Binnenlandse Zaken
minister: Mr. H. van Stralen (Orangisten) (29 november 1813 - 6 april 1814)
minister: Mr.Dr. W.F. Röell (Orangisten) (6 april 1814 - 16 maart 1815)
Financiën
minister: E. Canneman (GOUD Nederland) (29 november 1813 - 9 april 1814)
minister: Mr. C.Ch. baron Six van Oterleek (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (6 april 1814 - 16 maart 1815)
Oorlog
minister: B.H. baron Bentinck tot Buckhorst (Orangisten) (29 november 1813 - 6 april 1814)
minister a.i.: L. graaf van Limburg Stirum (Orangisten) (29 november 1813 - 13 december 1813)
minister: Mr. J.H. Mollerus (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (6 april 1814 - 28 juli 1814)
minister: J.W. Janssens (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (2 december 1814 - 16 maart 1815)
Marine
minister: Mr. J.C. van der Hoop (Orangisten) (29 november 1813 - 16 maart 1815)
Koloniën en Koophandel
minister: G.A.G.Ph. van der Capellen (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (6 april 1814 - 29 juli 1814)
minister a.i.: Mr. J.C. van der Hoop (Orangisten) (29 juli 1814 - 14 september 1814)
minister a.i.: J. Goldberg (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (2 december 1814 - 16 maart 1815)
minister: Mr. A.R. Falck (Orangisten) (31 december 1813 - 16 maart 1815)
Buitenlandse Zaken
minister a.i.: Mr. A.F.J.A. graaf van der Duyn van Maasdam (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (7 december 1813 - 23 december 1813)
minister: Mr. G.K. graaf van Hogendorp (Orangisten) (7 december 1813 - 6 april 1814)
minister: A.W.C. baron van Nagell van Ampsen (Orangisten) (6 april 1814 - 16 maart 1815)
Binnenlandse Zaken
minister: Mr. H. van Stralen (Orangisten) (29 november 1813 - 6 april 1814)
minister: Mr.Dr. W.F. Röell (Orangisten) (6 april 1814 - 16 maart 1815)
Financiën
minister: E. Canneman (GOUD Nederland) (29 november 1813 - 9 april 1814)
minister: Mr. C.Ch. baron Six van Oterleek (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (6 april 1814 - 16 maart 1815)
Oorlog
minister: B.H. baron Bentinck tot Buckhorst (Orangisten) (29 november 1813 - 6 april 1814)
minister a.i.: L. graaf van Limburg Stirum (Orangisten) (29 november 1813 - 13 december 1813)
minister: Mr. J.H. Mollerus (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (6 april 1814 - 28 juli 1814)
minister: J.W. Janssens (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (2 december 1814 - 16 maart 1815)
Marine
minister: Mr. J.C. van der Hoop (Orangisten) (29 november 1813 - 16 maart 1815)
Koloniën en Koophandel
minister: G.A.G.Ph. van der Capellen (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (6 april 1814 - 29 juli 1814)
minister a.i.: Mr. J.C. van der Hoop (Orangisten) (29 juli 1814 - 14 september 1814)
minister a.i.: J. Goldberg (Regeringsgezind ten tijde van Willem I) (2 december 1814 - 16 maart 1815)
-
-Na de terugkeer op 30 november 1813 van erfprins Willem uit ballingschap vraagt het Voorlopig Bewind bestaande uit Van Hogendorp en Van der Duyn van Maasdam aan hem staatshoofd worden. Willem stemt daarin toe en maakt dit bekend in een proclamatie, waarin hij belooft te gaan regeren 'onder waarborging eener wijze constitutie'.
-
-Willem wordt soeverein vorst en nog geen koning. Hij vindt het grondgebied van Nederland te klein om daarvan koning te worden.
-
-Om die constitutie (Grondwet) op te stellen, benoemt de vorst een commissie onder leiding van Van Hogendorp. Het ontwerp, dat op 29 maart 1814 door een Vergadering van Notabelen in Amsterdam wordt goedgekeurd, neemt zowel zaken uit de Bataafse tijd als uit de periode voor 1795 over.
-
-Op 30 maart 1814 wordt Willem door de Vergadering van Notabelen in Amsterdam ingehuldigd als soeverein vorst.
-
-Naast het eenhoofdige bewind komt er een indirect gekozen parlement, de Staten-Generaal, komen er ministers (die nog de titel secretaris van staat hebben) en wordt Nederland definitief een eenheidsstaat. Voor de Bataafs-Franse Tijd waren de Nederlandse gewesten (provincies) zelfstandig en bestond Nederland alleen als statenbond (de Republiek der Verenigde Nederlanden).
-
-De verkiezingen voor de Staten-Generaal zijn minder democratisch dan die voor de parlementen uit de periode 1796-1801. Bovendien heeft het parlement beperkte bevoegdheden. Het kan bijvoorbeeld wetsvoorstellen van de koning niet wijzigen.
-
-De vorst krijgt het opperbestuur over de buitenlandse betrekkingen, het leger en de marine, de financiën, de waterstaat en de koloniën. Slechts een beperkt aantal zaken hoeft bij wet te worden geregeld.
-
-Nadat begin 1815 Napoleon is teruggekeerd van zijn verbanningsoord Elba kende vorst Willem zichzelf de waardigheid van koning toe. Nederland wordt daarmee nog vóór er een internationale conferentie wordt gehouden over onder meer de vereniging met België (de vroegere Oostenrijkse Nederlanden) een koninkrijk. Willem aanvaardt het koningschap plechtig op 16 maart 1815.
-
-Willem wordt tevens groothertog van Luxemburg, dat onderdeel wordt van de verenigde Nederlanden.
-
-In juni 1815 wordt de vereniging beklonken op het Congres van Wenen.
-
-Het koningschap en de vereniging met België maken een wijziging van de Grondwet noodzakelijk. Er komt daarom een nieuwe grondwetscommissie onder leiding van Van Hogendorp. Daarvan maken zowel Noord- als Zuid-Nederlanders deel uit.
-
-Napoleon neemt nog één keer wapens op, maar na een bewind van 100 dagen lijdt hij zijn definitieve nederlaag in de Slag bij Waterloo (18 juni 1815). De zoon van de koning, de latere koning Willem II, is betrokken bij de strijd en wordt daarmee 'held van Waterloo'.
Meer over