Parlementaire zelfreflectie 2007-2009
In 2007 werd in de Tweede Kamer een discussie gestart over het eigen functioneren. Die discussie werd vormgegeven door een stuurgroep, die gesprekken voerde met deskundigen en in 2009 een conferentie belegde.
Op 17 november 2009 presenteerde Tweede Kamervoorzitter Verbeet de publieksversie van het rapport 'Vertrouwen en zelfvertrouwen', de resultaten van de conferentie.
Contentssopgave van deze pagina:
Tijdens het debat op 2 juni 2007 over de Raming 2008 is door Jan Schinkelshoek cum suis een motie ingediend die voorstelde om te komen tot een 'parlementaire zelfreflectie'.
De positie, de reputatie en de werkwijze van de Tweede Kamer vormden al langere tijd onderwerp van publiek debat. Er werd een stuurgroep ingesteld, die een parlementair antwoord op het publieke debat moest formuleren en die de parlementaire discussie vorm moest geven.
Aanbevelingen van de stuurgroep moeten uiteindelijk gevolgen hebben voor werkwijze, organisatie en financiën van de Tweede Kamer.
De stuurgroep vergaderde voor het eerst op 11 maart 2008 en bestond uit:
-
Gerdi Verbeet (voorzitter)
-
Liesbeth Spies
-
Mariëtte Hamer (tot 24 november 2008)
-
Jeroen Dijsselbloem (vanaf 8 december 2008)
-
Agnes Kant (tot 16 juni 2008)
-
Ronald van Raak (vanaf 29 september 2008)
-
Charlie Aptroot
-
Kees Vendrik
-
Joël Voordewind
-
Boris van der Ham
-
Esther Ouwehand (tot 4 december 2008)
-
Bas van der Vlies
Griffier was Jacqueline Biesheuvel-Vermeijden.
De stuurgroep verrichtte aan de hand van vier vragen haar werkzaamheden. Door een motie die op 1 juli 2008 door Kamerleden Wijnand Duyvendak en Paul Kalma is ingediend werd daar een vijfde vraag aan toegevoegd. De vragen zijn als volgt:
-
-is er een groeiende informatie- en kennisachterstand van Kamerleden op (departements)ambtenaren en, zo ja, is dit een probleem?
-
-houden Kamerleden zich op het juiste moment met de relevante onderwerpen bezig of is er sprake van incidentenpolitiek?
-
-in hoeverre is een korter wordende zittingsduur van Kamerleden (hoge omloopsnelheid) een probleem?
-
-is er sprake van een verschuiving van de aandacht van de Kamer van medewetgever en controleur naar medebestuurder, gepaard gaande met onvoldoende aandacht van de Kamer voor de uitvoerbaarheid van beleidsvernieuwingen?
-
-vormen regeerakkoorden/coalitieakkoorden een probleem vanuit het oogpunt van een dualistische verhouding tussen regering en parlement?
De stuurgroep concludeerde dat de Tweede Kamer zich te veel concentreert op de wetgeving en te weinig aandacht heeft voor de uitvoering. Er werd daarom aanbevolen om een uitvoeringstoets in te voeren die de uitvoerbaarheid van wetsvoorstellen vooraf zou moeten toetsen. Ook zou de Tweede Kamer regelmatig uitvoeringsonderzoeken moeten laten verrichten door parlementaire onderzoekscommissies.
Discussies over incidenten zijn geoorloofd mits de Kamer in de staat is daarmee de kern van het beleid te raken. Het strategisch karakter van het agenderen van een politiek vraagstuk moest zichtbaarder worden. De stuurgroep deed de voorzichtige aanbeveling dat spoeddebatten selectiever aan te wenden. De 'dertigledenregel' (dertig leden kunnen een onderwerp agenderen) zou onderwerp van discussie moeten worden.
De Tweede Kamer heeft een tekort aan capaciteit en vermogen om informatie te filteren, te categoriseren, te wegen en om te zetten in nuttige kennis. De stuurgroep beveelt aan om een eigen onderzoeksagenda te ontwikkelen om zo minder afhankelijk te zijn van de informatie die van de departementen komt. Kamerleden hebben hiervoor een betere ambtelijke, persoonlijke en facilitaire ondersteuning nodig.
Er moet meer gebruik worden gemaakt van de kennis van adviesraden en planbureaus.
Meer over