Verkiezingen Provinciale Staten
Om de vier jaar worden de leden van de Provinciale Staten gekozen op basis van evenredige vertegenwoordiging. Aan deze verkiezingen kunnen, naast de landelijke politieke partijen, ook provinciale partijen meedoen. De leden van Provinciale Staten kiezen eens in de vier jaar de Eerste Kamer. Dat doen ze kort nadat ze zijn aangetreden. De laatste Provinciale Statenverkiezingen waren op 15 maart 2023.
Contentssopgave van deze pagina:
Stemgerechtigd voor de Provinciale Statenverkiezingen zijn de Nederlandse inwoners van de provincie die op de dag van de stemming voor de Provinciale Staten minimaal achttien jaar oud zijn.
Om lid te kunnen worden van Provinciale Staten moet men een Nederlandse inwoner van de provincie zijn die minimaal achttien jaar oud is en niet is uitgesloten van het kiesrecht. Ministers, staatssecretarissen, ambtenaren in dienst van de provincie en leden van de Raad van State en van de Algemene Rekenkamer mogen niet tevens lid zijn van de Provinciale Staten.
De Provinciale Staten besturen de provincie, samen met de Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering van beleid door de Gedeputeerde Staten. De provincie heeft onder andere taken op het gebied van infrastructuur, milieu, cultuur en de regionale economie. Daarnaast kiezen zij de leden van de Eerste Kamer.
In 2003, 2007 en 2011 vonden de Provinciale Statenverkiezingen binnen een jaar na de Tweede Kamerverkiezingen en het aantreden van een nieuw kabinet plaats. De Provinciale Statenverkiezingen werden daarom door de landelijke politiek als een belangrijke eerste graadmeter beschouwd over de vraag hoe kiezers oordelen over de eerste verrichtingen van de nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet. Ook in 2019 en 2023 was dat effect er.
Bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2011 ging het vooral om de vraag of VVD, CDA en PVV een meerderheid in de senaat wisten te behalen. In de Tweede Kamer hadden zij een nipte meerderheid van 76 zetels, maar op basis van de Eerste Kamerverkiezingen van 2007 hadden zij die in de Eerste Kamer nog niet. De PVV was zelfs nog helemaal niet vertegenwoordigd in de Eerste Kamer.
Tot 1970 bestond opkomstplicht voor verkiezingen en schommelde het opkomstpercentage rond de 93 procent. Na 1995 lag het opkomstpercentage overwegend onder de 50 procent, met uitzondering van 2011, 2019 en 2023. In 2011 was het de vraag of het eerste kabinet-Rutte een meerderheid in de Senaat kon veiligstellen.
Na 1970 zagen de opkomstcijfers voor de Statenverkiezingen er als volgt uit:
jaar |
opkomstpercentage |
---|---|
2023 |
62,1 |
2019 |
56,2 |
2015 |
47,8 |
2011 |
56,0 |
2007 |
46,4 |
2003 |
47,6 |
1999 |
45,6 |
1995 |
50,2 |
1991 |
52,3 |
1987 |
66,3 |
1982 |
68,4 |
1978 |
79,1 |
1974 |
74,5 |
1970 |
68,1 |
Hoe hebben regeringspartijen het gedaan bij de Statenverkiezingen?
jaar |
regeringspartijen |
winst/verlies PS-verkiezing (%) |
winst/verlies Eerste Kamerzetels |
---|---|---|---|
2023 |
VVD-D66-CDA-CU |
-8 |
|
2019 |
VVD-CDA-D66-CU |
-9,3 |
-6 |
2015 |
VVD-PvdA |
-11 |
-9 |
2011 |
VVD-CDA-(PVV) |
-9,3 |
-8 (incl. PVV +2) |
2007 |
CDA-PvdA-CU |
-6,8 |
-8 |
2003 |
CDA-VVD-(LPF) |
+1,6 |
0 |
1999 |
PvdA-VVD-D66 |
-4,8 |
-6 |
1995 |
PvdA-VVD-D66 |
+4,8 |
+4 |
1991 |
CDA-PvdA |
-13 |
-9 |
1987 |
CDA-VVD |
-7,1 |
-4 |
In het verleden zijn, (mede) als gevolg van de nasleep van Provinciale Statenverkiezingen, diverse kabinetten gevallen. Het kabinet-Van Agt II viel op 12 mei 1982, nadat regeringspartij PvdA flink had verloren bij de Statenverkiezingen van 24 maart 1982. De Nacht van Schmelzer, van 13 op 14 oktober 1966, leidde tot de val van het kabinet-Cals. Eerder dat jaar, op 23 maart 1966, hadden de regeringspartijen PvdA en KVP een nederlaag moeten incasseren bij de Provinciale Statenverkiezingen.
Ten slotte viel op 11 december 1958 het rooms-rode kabinet-Drees IV, na nederlagen van de PvdA bij de Statenverkiezingen van 16 maart en de gemeenteraadsverkiezingen van juni 1958.
Meer over