Kabinet-Mackay (1888-1891)

Dit was het eerste zogenaamde coalitiekabinet, bestaande uit katholieke en antirevolutionaire ministers. Vorming van dit kabinet werd mogelijk door de overwinning van Katholieken en ARP bij de Tweede Kamerverkiezingen. Naast antirevolutionairen en katholieken telde het kabinet twee conservatieve ministers. Voornaam doel van het kabinet was de regeling van subsidiëring van het bijzonder onderwijs. Ondanks de liberale meerderheid in de Eerste Kamer wist het kabinet in 1889 hiervoor een wet tot stand te brengen.

Het kabinet zat de gehele periode (tot en met 1891) uit. Door de liberale meerderheid in de Eerste Kamer haalden echter niet alle wetsvoorstellen de eindstreep. Verder kon een wetsvoorstel om de plaatsvervanging bij het leger af te schaffen niet voor de verkiezingen worden afgehandeld, omdat katholieken en liberalen behandeling door de Tweede Kamer vertraagden. Na de verkiezingsnederlaag bood het kabinet op 9 juli ontslag aan.

Het kabinet trad op 21 april 1888 aan en werd op 21 augustus 1891 opgevolgd door het liberale kabinet-Van Tienhoven.

Contentssopgave van deze pagina:


1.

Data en feiten formatie

2.

Samenstelling kabinet

Buitenlandse Zaken
minister: Jhr. C. Hartsen (Conservatieven)

Justitie
minister: Jhr.Mr. G.L.M.H. Ruijs van Beerenbroek (Katholieken)

Binnenlandse Zaken
minister: Mr. Æ. baron Mackay (ARP) (21 april 1888 - 25 februari 1890)
minister: Jhr.Mr. A.F. de Savornin Lohman (ARP) (25 februari 1890 - 21 augustus 1891)

Financiën
minister: Jhr.Mr. K.A. Godin de Beaufort (ARP)

Oorlog
minister: J.W. Bergansius (Katholieken)

Marine
minister: H. Dyserinck (Conservatieven) (21 april 1888 - 31 maart 1891)
minister: G. Kruys (Partijloos) (31 maart 1891 - 21 augustus 1891)

Waterstaat, Handel en Nijverheid
minister: J.P. Havelaar (ARP)

Koloniën
minister: Mr. L.W.Ch. Keuchenius (ARP) (21 april 1888 - 24 februari 1890)
minister: Mr. Æ. baron Mackay (ARP) (25 februari 1890 - 21 augustus 1891)

3.

Mutaties

  • In februari 1890 trad minister Keuchenius van Koloniën af, vanwege de verwerping van zijn begroting door de Eerste Kamer. De liberale meerderheid had bezwaren tegen zijn houding tegenover de islamitische bevolking in Nederlands-Indië. Minister van Binnenlandse Zaken Mackay volgde hem op. Die werd op zijn beurt opgevolgd door het Tweede Kamerlid De Savornin Lohman.

4.

Bijzonderheden en wetgeving

  • Een wetsvoorstel om bij de Tweede Kamerverkiezingen ook Amsterdam, Den Haag en Rotterdam, die negen respectievelijk vijf en drie Kamerleden afvaardigen, in enkelvoudige kiesdistricten te verdelen, werd door de Eerste Kamer in april 1891 verworpen. Splitsing van de kiesdistricten was nadelig voor de kansen van de liberalen om in de grote steden alle zetels te halen.
  • De Tweede Kamer blokkeerde in 1891 de afhandeling van een wetsvoorstel om de persoonlijke dienstplicht in te voeren en de dienstplichtvervanging af te schaffen. Zowel een deel van de liberalen als de Katholieken voelden weinig voor het voorstel en de behandeling kon door de vele amendementen niet voor de verkiezingen worden afgerond.

Naast de wijziging van de Lager-onderwijswet bracht het kabinet als belangrijkste wetten tot stand:

  • Wet tot regeling van de brievenposterij (1891)

    Deze wet verving de Postwet uit 1850. Er werden onder andere nieuwe posttarieven vastgesteld voor het verzenden van brieven, gedrukte stukken en nieuwsbladen. Verder regelde de wet onder meer de mogelijkheid tot het laten aantekenen van poststukken en aansprakelijkheid voor schade.


Bent u als journalist of wetenschapper op zoek naar statistische gegevens over personen uit het biografisch archief, bijvoorbeeld gemiddelde leeftijd, ervaring, herkomst, beroep, m/v of zittingsduur? De redactie van PDC kan deze gegevens onder voorwaarden beschikbaar stellen voor wetenschappelijk onderzoek en journalistieke publicaties. Neem voor meer informatie contact op.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.