BRUL Herfst 2024: Tuinderij de Groentegaard: de natuur mag hier haar gang gaan

Tekst: Lena Claessen

Fotografie: Mees Claessen

Tuinderij De Groentegaard ligt aan de weg tussen twee kleine Limburgse dorpjes. Telkens als ik er voorbij kwam, zag ik dat het erf een verandering onderging. Waar eerst alleen een schuur stond, staan er nu twee en inmiddels is er ook een aantal kassen te zien. In het prille begin wist ik alleen wat het zou worden door een nieuwsgierige blik op de website, maar in de loop der tijd nam het ook steeds meer de vorm van haar functie aan.

Het is oogsttijd, dus een kleurrijke en vrolijke bedoening. Als Mees - de fotograaf - en ik het erf oplopen, zien we gelijk dat we niet de enige bezoekers zijn. Bij de entree staat een grote bus van de voedselbank, daarnaast een kruiwagen vol met enorme courgettes. Ergens ter hoogte van een kas zwaait Ivo naar ons, in zijn handen een thermoskan vol koffie en een paar mokken. ‘Welkom!’

Gemeenschapstuinderij

Ivo Helwegen en Loet Paulussen - de twee initiatiefnemers van dit bijzondere project - leerden elkaar kennen in Wageningen, vertelt Ivo ons terwijl we aan de picknicktafel plaatsnemen. Beiden doen op dat moment studies in de richting van bodemecologie, klimaatwetenschap en landbouw. Na hun afstuderen gooiden ze het over een andere boeg. ‘We wilden graag naar Schotland’, vertelt Ivo. ‘Ik heb een zwak voor het land en Loet wilde graag leren hoe je op een grotere schaal voedsel teelt. We stonden open voor van alles; of dat nou reizen of werken zou zijn.’

Via via komen ze in contact met een gemeenschapstuinderij aan de Schotse westkust. ‘Dat klonk gelijk goed. De tuinderij lag op een heel afgelegen plek en was in het bezit van het dorp, waar slechts tachtig mensen woonden. Elk jaar zochten ze mensen die in dienst van de tuinderij gingen werken, en zo tijdelijk voor de productie zouden zorgen.’ Er volgt een sollicitatie, waarna ze uitgekozen worden en er in dienst gaan. ‘We hebben daar twee jaar gewerkt. Het was fantastisch. We vonden het ontzettend bijzonder om te zien hoe je een voedselsysteem opbouwt en hoe lekker je eten smaakt als je er zelf voor zorgt. Steeds vaker vroegen we ons af: dit kan in Nederland toch ook?’

Infrastructuur van groenten

En zo geschiedde: deze tuinderij is het resultaat van hun wens. Maar het realiseren daarvan ging niet altijd van een leien dakje. ‘We hechten niet veel waarde aan een bepaalde plek, dus we hebben het hele land doorzocht voor een stuk grond’, ligt Ivo toe. ‘Het is in Nederland heel pittig om aan een stuk land te komen, zeker zonder startkapitaal. We wilden iets opbouwen dat voor een flinke tijd kan bestaan. Hier in Limburg kwamen we in contact met een boerderij die verschillende vormen van duurzame landbouw uitoefent. Maar dat konden ze niet alleen, omdat je voor ieder voedseltype een ander specialisme nodig hebt. Dus wij zijn hier voor de groenten.’

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

‘Je legt eigenlijk een hele infrastructuur aan

De overgang van de wetenschap in Wageningen naar het Schotse en Limburgse platteland is groot, maar volgens Ivo zijn er ook een boel overeenkomsten. ‘In Wageningen waren we een stuk minder buiten, maar ook dit werk heeft een hele theoretische, cognitieve kant. We hebben tachtig soorten gewassen naast elkaar staan, wat een hele complexe puzzel is. De plaats, timing en het moment moeten allemaal perfect zijn. Je legt eigenlijk een hele infrastructuur aan.’

Natuurlijk systeem

Inmiddels heeft Loet de kruiwagen vol courgettes aan de mensen van de voedselbank gegeven, gevolgd door een visitekaartje en een vrolijk ‘tot ziens’. ‘Door alle regen zijn ze veel te groot geworden’, vertelt ze. ‘We konden ze niet allemaal kwijt in de groentepakketten, en zo komen ze toch nog goed terecht.’

De groentepakketten vormen de basis van de tuinderij. ‘Onze tuinderij is niet hetzelfde als een herenboerderij’, legt Ivo uit. ‘Bij een herenboerdij worden mensen echt aandeelhouder van de boerderij. Toch lijkt het er een beetje op. Buurtgenoten en lokale bedrijven nemen een soort abonnement op de Groentegaard. In ruil daarvoor krijgen ze wekelijks een groentepakket.’ Ook de risico’s zijn hierbij inbegrepen; als er een goede oogst is hebben de abonnementhouders geluk, maar bij een mislukte oogst krijgen ze een weekje wat minder.

De groenten uit het pakket worden op een zo duurzaam mogelijke manier geteeld. ‘We gebruiken geen enkele vorm van kunstmest of bestrijdingsmiddelen. De natuur proberen we zoveel mogelijk haar gang te laten gaan. Zo hebben we heggen aangeplant waar veel vogels en insecten in zitten en proberen we het bodemleven zo min mogelijk te storen. Op deze wijze willen we een sterk bodemsysteem opbouwen dat voedingsstoffen voor de planten beschikbaar maakt. In plaats van bestrijdingsmiddelen, proberen we natuurlijke processen in te zetten om onze oogsten te verbeteren.’

Tijdens de rondleiding laten Ivo en Loet wat voorbeelden zien. Ook hier blijkt dat de indeling van de akkers tot in de puntjes is uitgewerkt. ‘We hebben bijvoorbeeld smeerwortel geplant om te voorkomen dat we te veel nutriënten de beek in spoelen. Deze wortel heeft wortels van soms wel drie meter diep en vormt daarom een soort bufferstrook.’ In een groot vat zit ‘compostthee’, een soort stinkende substantie die ze over de planten gieten. ‘Het ruikt naar mest, maar het is brandnetel. Als je dit over je handen giet, ruik je er twee dagen naar. Behoorlijk venijnig spul, haha.’

De toekomst van de landbouw

Maar hoe zorg je ervoor dat je door grote ambities toch geen concessies gaat doen? ‘Phoeh, goede vraag’, antwoordt Ivo. Hij kijkt Loet aan, maar ook zij moet even nadenken. ‘Ik denk dat dat begint bij transparante communicatie. Niet alleen naar elkaar, maar ook naar onze partners’, vertelt ze. Loet en Ivo vinden het belangrijk dat alle betrokkenen via de nieuwsbrief op de hoogte zijn van de vorderingen op de tuinderij, dus ook de dingen die mislukken of niet zo lekker lopen.

‘Daarnaast denk ik dat het belangrijk is dat we onszelf tijd gunnen’, voegt ze toe. ‘Voorlopig zijn we nog wel aan de basis aan het bouwen, maar bij eventuele uitbreiding moeten we telkens een kosten-batenanalyse maken.’ De toekomstplannen vieren hoogtij. Zo willen ze graag een boerderijwinkel openen en kijken ze uit naar zomers waarin ze mensen kunnen uitnodigen om in de tuin te dineren. ‘Allemaal mensen aan een lange tafel en een kok die iets maakt van onze groenten. Ja, dat zien we wel zitten.’

2.

‘Het zou heel mooi zijn als ieder dorp één of twee van dit soort plekken heeft

De tuinderij is volgens Loet en Ivo zeker een onderdeel van duurzame en toekomstbestendige landbouw. ‘Ik denk wel dat er veel verschillende systemen naast elkaar moeten bestaan, die allemaal een onderdeel van de voedelindustrie op zich nemen. Sommige producten als rijst en graan moeten gewoon op een meer grootschalige manier gemaakt worden, maar meer regeneratief kan het zeker.’

Regeneratieve landbouw is een duurzame vorm van landbouw, waarbij er rekening wordt gehouden met de natuur. Een tuinderij als deze is daar een goed voorbeeld van. ‘Het zou heel mooi zijn als ieder dorp één of twee van dit soort plekken heeft.’ De abonnementhouders zitten krijgen een divers assortiment voorgeschoteld; op het erf zijn talloze verschillende groenten te vinden. Loet en Ivo wijzen ons alles aan: peultjes (‘die zijn bijna klaar’), venkel, courgettes, snijbonen, dille, bieslook, prei, pastinaak… Noem het, en het is er.

Ondanks dat de tuinderij haast een wiskundig karakter heeft, is het beslist ook aangenaam voor het oog. Er is zelfs een plek die is uitgeroepen tot ‘het meest fotogenieke stukje’: ‘We kregen ooit de opmerking dat ons erf zo recht is ingedeeld. Nou, nu hebben we er een bochtje in gemaakt en er zijn wat zonnebloemen bij geplant.’ Op de achtergrond prijkt het begin van de tuinderij die ze voor ogen hebben. Loet en Ivo kijken tevreden rond. ‘Mooi, hè?’