Achtergrond: 'tijdelijke' vervanging zonder wettelijke basis, kan dat?
DEN HAAG (PDC) - FVD-fractievoorzitter Thierry Baudet kondigt aan dat Pepijn van Houwelingen voor de duur van de parlementaire enquête corona zal terugkeren als Tweede Kamerlid. Het huidige lid Freek Jansen zal plaats voor hem maken. Kan dat, en zo ja, hoe dan?
Het betreft hier niet een vervanging als bedoeld in artikel X van de Kieswet. Die heeft alleen betrekking op tijdelijke vervanging (zestien weken) vanwege zwangerschap of ziekte. Voor dat laatste is een medisch bewijs nodig.
In een partij kan wel onderling de afspraak worden gemaakt dat de 'opvolger' na verloop van tijd weer plaatsmaakt voor degene die hij vervangt. Voor de wettelijke vervangingsregeling bestond, gebeurde dat al eens. Afdwingbaar is die terugkeer dan niet.
In september 1977 moesten de PvdA-ministers na drie maanden kiezen tussen ministerschap en Kamerlidmaatschap (die regeling bestond tot 1983). Zij kozen voor het eerste en bedankten als lid. Hun 'vervangers' beloofden plaats te maken als de PvdA niet zou terugkeren in het kabinet. Toen dat het geval was, namen de 'vervangers' (onder wie Flip de Kam en Wijnie Jabaaij) ontslag, zodat onder anderen Joop den Uyl, Bram Stemerdink en Max van der Stoel konden terugkeren.
Veel eerder, in 1949, liet PvdA-Eerste Kamerlid G.E. van Walsum zich wegens ziekte vervangen door F. Wibaut. Van Walsum kon wegens ziekte de beslissende stemming over de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië niet bijwonen en elke stem was nodig. Vandaar de tijdelijke vervanging. Wibaut maakte later weer plaats voor Van Walsum.
Het achterwege blijven van de belofte van de 'vervanger' om vrijwillig weer plaatsmaken, was in 1990 reden voor de PSP om Andrée van Es gedurende haar zwangerschap niet te laten vervangen. Dat probleem was reden om tot wettelijke regeling te komen. Die regeling kwam er overigens pas in 2006.