Een evenwichtiger en humaner migratiebeleid is wat de EU nodig heeft
gewijzigd
Kampen we met een asielcrisis in de EU of klopt dat beeld niet? Over die vraag bogen Leo Lucassen (hoogleraar arbeids- en migratiegeschiedenis aan Universiteit Leiden), Sophie in ’t Veld (Europarlementariër, D66) en Wafa Al Ali (Journalist NRC) zich in een panelgesprek onder leiding van Jan Rood (voorzitter van het NGIZ en senior research fellow bij Instituut Clingendael). Volgens hen spreken we beter over een asielopvangcrisis. In ’t Veld gaat nog een stapje verder en noemt de migratiecrisis een morele crisis.
Het zal niemand ontgaan zijn, de recente beelden van overvolle bootjes en mensen die in de buitenlucht moeten slapen wegens gebrek aan opvangplekken. Migratie is echter een onderwerp van alle tijden. Lucassen verwees hierbij naar de vluchtelingenstroom in de jaren ‘90. Volgens hem is het verschil tussen toen en nu dat mensen destijds wel op een legale manier naar Europa konden komen. ’Dat mensen sterven op de wateren heeft te maken met beleid’, stelt hij vast. En dat beleid focust zich voornamelijk op één aspect van het migratiedebat, namelijk de asielmigratie. Het is volgens Lucassen belangrijk om te begrijpen dat migratie meer is dan asielmigratie en ook te kijken naar de pushfactoren (de redenen waarom mensen naar Europa komen).
Het beeld van een ‘te vol’ Europa is volgens Lucassen dan ook verkeerd. Volgens In ’t Veld hebben verschillende lidstaten zelfs te maken met tekorten als het gevolg van demografische krimp en emigratie. We hebben migranten dus nodig, zeker met de tekorten die we nu op bijvoorbeeld de Nederlandse arbeidsmarkt hebben. Deze migranten willen werken en dat zouden we juist moeten toejuichen. Maar in plaats daarvan ziet In ’t Veld dat we asielzoekers aan de grens tegenhouden en laten omkomen en dat asielzoekers die willen werken, uitgebuit worden, inclusief kinderen. Politici hopen dat dat een afschrikkende werking heeft. Daarom heeft In ’t Veld het over een morele crisis in plaats van een migratiecrisis: om politieke redenen worden mensen angst aangejaagd over migratie.
Wafa Al Ali constateert ook dat er al jarenlang niet goed naar de demografische cijfers gekeken wordt en definieert de huidige crisis als een asielopvangcrisis. In de Nederlandse context gaat het voor haar ook over een identiteitscrisis: welk soort migratieland is of zou Nederland willen zijn? We hebben het over tekorten op de arbeidsmarkt, maar het lijkt wel taboe dat we arbeidsmigranten nodig hebben. Juist omdat er niet constructief en realistisch gesproken wordt over het thema is er sprake van een migratiecrisis. Nederland is altijd een migratieland geweest, maar Al Ali vindt dat politici zich de vraag moeten stellen of Nederland nog wel een veilige haven is en wil zijn voor (oorlogs-)vluchtelingen en voor arbeidsmigranten die kennis met zich meebrengen. Ze sluit aan bij de uitspraak van Lucassen dat migratie over meer gaat dan asiel en vindt dat ook bij subsidiebeleid gekeken moet worden naar de negatieve gevolgen voor landen van waaruit migranten komen.
Er liggen nog zoveel kansen in het verschiet op het gebied van migratiebeleid, maar dan moeten we deze wel benutten, aldus Jan Rood. Hij concludeert na een verhelderend debat dat het verhaal Europa, Nederland en migranten geen verhaal is waar je trots op kan zijn. Als het aan Jan Rood ligt moeten we ‘beginnen met de feiten en daarop de ideeën, voorstellen en beleid baseren’. Dat betekent dat we het moeten hebben over een migratievraagstuk in plaats van een crisis. Want de eerste stap om het aan te pakken is om iets te doen aan de beeldvorming rond het vraagstuk. Uit het panelgesprek kunnen we concluderen dat het grootste probleem binnen het beleid en in de politisering van de beeldvorming ligt. Het panel hoopt dat we ons in de toekomst meer kunnen bewegen richting een evenwichtiger en humaner beleid.