Kabinet tegen stemmen vanaf 16 jaar en vrouwenquota in EP-voorstel Europese Kiesakte
DEN HAAG (PDC) - Het kabinet is huiverig voor enkele onderdelen uit het EP-initiatiefvoorstel voor een Europese Kiesakte. Dit blijkt uit een brief van minister van Binnenlandse zaken Bruins Slot aan de Tweede Kamer.
Het Europees Parlement stelde in mei van dit jaar een ontwerp voor een verordening betreffende de Europese Kiesakte vast. Dit ontwerp werd vervolgens aan de Kamer aangeboden. In de brief staat wat het kabinet van de in het ontwerp opgenomen voorstellen vindt.
Gendergelijkheid/vrouwenquotum
Het kabinet is huiverig voor het gebruik van lijsten met afwisselend vrouwen en mannen (man-vrouwrits) of quota. Het kabinet wil wel graag dat kandidatenlijsten een goede afspiegeling van de samenleving vormen, maar vindt dat de selectieprocedure een interne aangelegenheid is van politieke partijen. Bovendien heeft het kabinet vragen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel.
Actief Kiesrecht vanaf 16 jaar
Het kabinet is geen voorstander van het verlagen van de kiesgerechtigde leeftijd bij EP-verkiezingen tot 16 jaar vanuit het oogpunt van uniformiteit van het verkiezingsproces in Nederland.
Briefstemmen permanent
Het Europees Parlement wil voorschrijven dat de lidstaten bij Europees Parlementsverkiezingen waarborgen dat kiezers per post kunnen stemmen, met name personen met een handicap. Het kabinet heeft geen voornemens om briefstemmen in Nederland permanent te introduceren. Daarbij vindt het kabinet dat de wijze waarop gestemd kan worden bij verkiezingen in Nederland zoveel mogelijk gelijk zou moeten zijn. Daarom moet dit op het niveau van de lidstaten geregeld moeten blijven.
EP-verkiezingen altijd houden op 9 mei
Hoewel het kabinet begrijpt waarom het EP graag zou zien dat er in alle lidstaten op één en dezelfde dag wordt gestemd voor de EP-verkiezingen, heeft het kabinet bezwaren bij dit voorstel. Stemmen op een vaste datum, ongeacht de dag van de week, heeft tot gevolg dat de verkiezingen kunnen vallen op een zondag of feestdag; dagen waarop wij in Nederland niet stemmen. Bovendien zou het een verhoging van de uitvoeringslast voor gemeenten kunnen betekenen. Kortom: het kabinet vindt dit voorstel niet gewenst.
Vaststelling van de nationale kiezerslijsten en de Europese kiezerslijst
In het voorstel om het nationale kiezersregister al 14 weken voor de stemming vast te stellen kan het kabinet zich niet vinden omdat die termijn wat het kabinet betreft te ruim is. Niet alleen vergroot verruiming van deze termijn de kans op vervuiling van het kiezersbestand, ook kan volgens het kabinet niet van kiezers worden gevergd dat zij al zó vroeg van tevoren bedenken dat er weer een verkiezing aankomt, en besluiten waar zij hun stem willen uitbrengen.
Transnationale kieslijsten
Voorgesteld wordt een deel van de vrijgekomen ‘Brexit-zetels’ in te zetten om in één EU-breed kiesdistrict in beginsel 28 aanvullende Europarlementariërs te verkiezen via zogeheten transnationale kieslijsten. Hiermee kunnen kiezers uit alle EU-lidstaten stemmen op dezelfde kieslijsten van Europese politieke partijen, met op die lijsten kandidaten uit verschillende lidstaten.
Deze transnationale kieslijsten komen naast bestaande nationale kieslijsten te staan. Hiermee krijgen kiezers bij EP-verkiezingen twee stemmen: één om de 705 leden van het EP te kiezen in de verschillende nationale kiesdistricten (net als nu het geval is) en één in een EU-breed kiesdistrict, bestaande uit 28 bijkomende zetels. De EP-kandidaten op de transnationale kieslijsten worden verkozen via het gesloten lijstensysteem. Dit betekent dat kiezers een stem uitbrengen op een Europese politieke partij en niet op een kandidaat. In deze kwestie neemt het kabinet een neutrale positie in.