Tijdelijke huisvesting Eerste Kamer

In de tijdelijke vergaderzaal van de Eerste Kamer is een publieks- en perstribune. Tot het einde van 2021 vonden plenaire vergaderingen nog in de Ridderzaal plaats, in het begin 2022 zijn is de tijdelijke vergaderzaal in gebruik genomen.

De naamgever, Adriana Huguetan (1701 – 1752), liet het huis bouwen in 1736 door Daniël Marot, die ook hofarchitect was van stadhouder Willem III. Marot heeft onder andere Paleis Kneuterdijk en de tuinen van Paleis ‘Het Loo’ ontworpen. Hij heeft daarnaast ook de Trêvezaal ontworpen, waar tot 1849 de Eerste Kamer vergaderde. De Trêvezaal is tegenwoordig de vaste vergaderruimte van de Ministerraad.

In 1795 betrok de Franse gezant, op dat moment een van de belangrijkste mensen in de Republiek, het pand. Toen erfprins Willem in 1813 terugkwam in Nederland koos hij het pand als tijdelijke woning, totdat zijn eigen paleis klaar was in 1819. Willem II en zijn vrouw hebben er ook gewoond. Zij zijn in 1816 naar Paleis Kneuterdijk verhuisd.

Van 1819 tot 1982 heeft de Koninklijke Bibliotheek het pand in gebruik gehad als hoofdgebouw. Om ruimte te maken voor alle kasten werd er echter besloten om het pand grondig te verbouwen, waardoor er van de oorspronkelijke indeling weinig over is. Aan het begin van de twintigste eeuw is echter weer een deel gerestaureerd om het meer in oorspronkelijke staat te brengen.

Tussen 1988 en 2016 zetelde de Hoge Raad in Huize Huguetan. In deze periode werd er ook een nieuw kantoor neergezet op de Kazernestraat en kwam er een verbinding tussen het oude en het nieuwe gedeelte door middel van een loopbrug. De Eerste Kamer en een deel van de Raad van State zullen samen gebruik gaan maken van dit complex zolang de verbouwing duurt.