Minister Ollongren: lokale overheden moeten op zoek naar nieuwe vormen van burgerparticipatie
DEN HAAG (PDC) - In een kamerbrief van 22 maart schrijft Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Kajsa Ollongren over de impact van haar beleid op het gebied van versterking en vernieuwing van de lokale democratie. Hierbij maakt ze een voorlopige balans op en gaat ze in op acties en maatregelen die nog worden genomen.
Aandacht voor het versterken van de lokale democratie is nodig omdat de opkomst bij gemeenteraadsverkiezingen steevast lager is dan bij landelijke verkiezingen. Ook participeert een veel kleiner deel van de inwoners op andere manieren in de lokale democratie en bestuur.
Om inwoners meer te betrekken bij lokale vraagstukken stelt Ollongren onder meer voor om verder te investeren in digitale participatie, digitale beraadslaging en besluitvorming. Ook kunnen gemeenten gebruik maken van een uitdaagrecht, waarbij burgers de uitvoering van overheidstaken over kunnen nemen. In de zoektocht naar nieuwe vormen van participatie heeft het kabinet ook gekeken naar de mogelijkheden van burgerfora, die dan als aanvulling moeten dienen op de representatieve democratie. Het instellen van burgerfora was één van de adviezen van de de staatscommissie parlementair stelsel.
Volgens Ollongren is het vervolgens aan bestuurders en volksvertegenwoordigers om alert te zijn op geluiden -ook kritische- uit de samenleving, en om burgerinitiatieven ruimte te geven. Om dit te kunnen doen adviseert Ollongren gebruik te maken van hulpbronnen zoals de griffie, lokale rekenkamers, fractieondersteuning en ambtelijke bijstand. Op deze manier hebben ze meer tijd en ruimte om de stem van inwoners te laten horen, scherpe vragen te stellen en kaders mee te geven.
Volgens Ollongren is het nodig te blijven investeren in de lokale democratie. Ondanks alle inzet in de afgelopen jaren zijn er nog steeds punten van zorg. De smalle basis van het decentrale bestuur verdient dan ook blijvende aandacht van het volgende kabinet.
Biografische gegevens
Bron: Rijksoverheid.nl