De Groenen en de Tweede Kamerverkiezingen van 2021

De Groenen had bij de verkiezingen van 17 maart 2021 Otto ter Haar als lijsttrekker. Ter Haar (1958) is eigenaar van Ter Haar training/consultancy, particulier belegger en partijvoorzitter. Hij is oud-hockeyinternational. De titel van het verkiezingsprogramma luidde 'Aanpassen aan de draagkracht van de aarde'.

Inhoud


1.

Verkiezingsprogramma 2021

De Groenen ging de verkiezingen in met het programma 'Aanpassen aan de draagkracht van de aarde'. De kern van het programma was klimaatpolitiek. De partij wil dat de maatschappij zich aanpast aan de draagkracht van de aarde, wil zich inzetten voor een kringloop economie, en is pacifistisch van aard. De partij is pro-Europees en wil diverse bestuurlijke vernieuwingen doorvoeren.

Op het gebied van bestuurlijke vernieuwing en Europa stond het volgende in het verkiezingsprogramma:

Bestuurlijke vernieuwing

  • de koning krijgt een representatieve en adviserende functie en is geen lid meer van de Raad van State1 of de regering
  • de Tweede Kamer benoemt en ontslaat ministers en staatssecretarissen
  • de Eerste Kamer wordt afgeschaft
  • een derde van de Tweede Kamerleden kan de Raad van State verzoeken om te beoordelen of een wet in strijd is met de grondwet; indien dit het geval is moet een meerderheid van twee derde van de kamer de wet goedkeuren
  • een correctief referendum wordt ingevoerd op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau
  • de kiesgerechtigde leeftijd wordt verlaagd naar 16 jaar
  • de kieskringen2 worden uit de kieswet3 geschrapt
  • de drempel voor voorkeursstemmen4 wordt verlaagd van 25 naar 10 procent
  • het kiesrecht voor de provinciale staten5 wordt gegeven aan niet-Nederlandse ingezetenen
  • op alle niveaus moet er een minister, gedeputeerde of wethouder zijn voor duurzaamheidsbeleid
  • de kiezer ontvangt het recht van initiatief6, over voorstellen kan vervolgens per referendum7 beslist worden

Europa

  • geen parlementaire steun aan een regeerakkoord8 waarin is opgenomen dat Nederland zich terugtrekt uit de Europese Unie
  • versterking subsidiariteit en proportionaliteitsbeginsels, nationale parlementen moeten deze kunnen testen bij wetgeving bij het Europees Hof
  • inlichtingendiensten moeten onder Nederland en niet onder de EU vallen
  • er komt een gemeenschappelijk budget voor ontwikkelingssamenwerking
  • de EU moet uitgebreid worden met Balkanlanden die voldoen aan de criteria van Kopenhagen9
  • verdere militaire integratie van de krijgsmachten op EU niveau, maar het ultieme gezag over de krijgsmacht moet bij de lidstaten blijven
  • de Europese Commissie moet bevoegdheden krijgen om lidstaten van de eurozone onder curatele te kunnen plaatsen als ze de regels van het Europees Stabiliteits en Groeipact10 overtreden
  • het Europees Stabiliteitsmechanisme11 (ESM) moet in staat zijn om nationale obligaties te kopen als de effectieve rente boven een bepaald interventieniveau stijgt
  • de EU stopt met de exportsubsidie van landbouw- en veeteeltproducten
  • gemeenschappelijk EU-asielbeleid moet worden gestimuleerd.

  • 1. 
    De Raad van State is een van de Hoge Colleges van Staat en heeft als voornaamste taak de regering en het parlement te adviseren over wetgeving en bestuur. Daarnaast is deze instantie de hoogste algemene bestuursrechter.
     
  • 2. 
    Voor de Tweede Kamerverkiezingen is Nederland verdeeld in 20 kieskringen. Ze hebben een administratieve functie bij de organisatie van landelijke verkiezingen en bestaan sinds in 1917 de evenredige vertegenwoordiging werd ingevoerd. In 2012 is Bonaire (bestaande uit de Bonaire, Sint Eustatius en Saba) als twintigste kieskring toegevoegd.
     
  • 3. 
    Er zijn diverse stem- en kieshulpen die kiezers kunnen raadplegen bij hun stemkeuze in de Tweede Kamerverkiezingen. Deze online kieshulpen werken met verschillende methodes waarbij een kiezer een aantal stellingen voorgelegd krijgt en moet aangeven het eens of oneens te zijn met die stelling.
     
  • 4. 
    Voorkeurstemmen zijn stemmen die niet op de nummer 1 van de kandidatenlijst (de lijsttrekker) worden uitgebracht, maar op een andere kandidaat van dezelfde lijst. Dit komt vaak voor. Zo zijn er bijvoorbeeld altijd veel kiezers die op de (hoogstgeplaatste) vrouwelijke kandidaat stemmen. Ook bekendheid van een kandidaat in een bepaalde regio speelt soms een rol.
     
  • 5. 
    De gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie wordt Provinciale Staten genoemd. De Provinciale Staten stellen het beleid van de provincie vast en controleren de uitvoering daarvan door de Gedeputeerde Staten. Het aantal leden van Provinciale Staten hangt af van het aantal inwoners van de provincie. Dit is geregeld in artikel 8 van de Provinciewet.
     
  • 6. 
    Tweede Kamerleden hebben het recht om zelf een voorstel voor een wet aan de Tweede Kamer aan te bieden: het recht van initiatief. Een dergelijk voorstel wordt op vrijwel dezelfde wijze door het parlement behandeld als wetsvoorstellen die door de regering worden ingediend.
     
  • 7. 
    Een referendum is een volksstemming over een bepaalde politieke kwestie. Over referenda wordt in Nederland al decennialang gediscussieerd. Voorstanders vinden deze volksstemmingen een goede manier om burgers meer invloed te geven. Tegenstanders zeggen dat in een representatieve democratie volksvertegenwoordigers zijn gekozen om zorgvuldige belangenafwegingen te maken.
     
  • 8. 
    Regeringsprogramma's en regeerakkoorden hebben gemeen dat schriftelijk het voorgenomen beleid van een toekomstig kabinet wordt vastgelegd. Een regeringsprogramma kan ter goedkeuring voorgelegd worden aan de coalitiefracties, maar dit is niet strikt noodzakelijk.
     
  • 9. 
    In juni 1993 hebben de Europese regeringsleiders in Kopenhagen drie criteria vastgesteld waaraan een kandidaat-lidstaat moet voldoen voordat het tot de Europese Unie kan toetreden.
     
  • 10. 
    In het Stabiliteits- en Groeipact spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. Dat betekent dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen. Dat doel hoeft nog niet meteen bereikt te worden, maar de EU-landen moeten er wel naartoe werken. De afspraken zijn gemaakt in 1997.
     
  • 11. 
    Het European Stability Mechanism (ESM) is een permanent financieel noodfonds dat leningen verstrekt aan EU-lidstaten die in financiële problemen verkeren. Het fonds bestaat uit een deel direct gestort geld, dat lidstaten zelf hebben ingebracht, en kredietgaranties. Het uiteindelijke doel van deze steun is het bewaken van de economische en financiële stabiliteit van de EU om zo de waarde van de euro te waarborgen.