Vraagstukken nationale MEP-conferentie 2020

Hieronder een overzicht van de vraagstukken die tijdens de nationale MEP-conferentie 2020 door de verschillende parlementaire commissies behandeld zullen worden.

Nr.

Commissie

Vraagstuk

1

Commissie Buitenlandse Zaken - subcommissie Mensenrechten (AFET/DROI)

Het vraagstuk van mensenrechten en de migratiecrisis.

Hoewel de vluchtelingencrisis over haar toppunt heen lijkt, is de problematiek die hiermee gepaard gaat nog verre van voorbij. De situatie in Libische vluchtelingenkampen en bij de Grieks-Turkse grens laat zien hoe wankel en fragiel het Europese migratiebeleid is, ook als het om mensenrechten gaat. Het onderwerp leidt tot spanningen en onenigheid in de Europese Unie en vertaalt zich ondermeer in het feit dat een verdeelsleutel van asielaanvragen over verschillende landen nog altijd niet goed is gelukt. Sinds 2016 is de EU Global Strategy van kracht, waarbij de EU inzet op ontwikkelingshulp die ten doel heeft de regio te versterken en zo migratie in te perken. Volgens experts zou dit eerder een averechts effect kunnen hebben. Waar zou de EU de focus van het vluchtelingenbeleid moeten leggen? Waar begint en waar stopt de verantwoordelijkheid van de EU als het gaat om mensenrechten?

 

2

Commissie Internationale Handel (INTA)

Het vraagstuk van de Europese handelsverdragen.

De interne markt van de EU is de grootste gemeenschappelijke markt ter wereld. Vanuit deze positie probeert de EU zich in te zetten voor een eerlijke en voor iedereen toegankelijke wereldhandel, door middel van het houden van toezicht en het opstellen van verdragen. Deze verdragen betreffen niet alleen de toegang tot de wereldhandel voor multinationals, maar ook voor het MKB. Er bestaat een kans dat door handelsverdragen kleine bedrijven en handelaren in de knel komen vanwege de toenemende export van Europese multinationals. Wat zijn de risico’s en wat de voordelen van dit soort verdragen? En wat kan de EU doen om de kansen van die verdragen ten volle te benutten en de risico’s die hieruit voortvloeien voor de Europese economie en haar burgers zo veel mogelijk te vermijden?

 

3

Commissie Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid (ENVI)

Het vraagstuk van Europese samenwerking in tijden van crisis.

Binnen de Europese Unie draait alles om samenwerking en transparantie. Kijkend naar de crises in de EU in de afgelopen jaren, verloopt die samenwerking niet altijd even soepel. De coronacrisis heeft aangetoond hoe belangrijk het is dat op Europees niveau snel en doortastend wordt gehandeld, ook waar het een beleidsterrein betreft waarbij de EU slechts beperkte bevoegdheden heeft. In hoeverre moet de EU bij toekomstige grensoverschrijdende crises optreden als overkoepelende besluitvormer? Zou de EU tijdelijk meer bevoegdheden moeten krijgen in momenten van crisis en zo ja op welke wijze zou deze vormgegeven moeten worden? Waarin schuilt het gevaar en waarin de kracht?

 

4

Commissie Interne Markt en Consumentenbescherming (IMCO)

Het vraagstuk van het waarborgen van veiligheid van producten met oorsprong buiten de EU.

Elektrische steps die in brand vliegen, onderdelen van poppetjes die gemakkelijk losraken, giftige stoffen in armbandjes; de EU hanteert een verplicht CE-veiligheidskeurmerk op alle producten verkocht in de Europese Economisch Ruimte. Dit keurmerk blijkt echter in China nagemaakt te worden waardoor een product voor een consument veilig kan lijken, maar het niet per definitie is. Daarnaast worden verschillende richtlijnen gehanteerd voor wat betreft productgarantie binnen en buiten de EU, wat wordt bemoeilijkt door de opkomst van webwinkels buiten de EU. Zo komen er bijvoorbeeld alleen al in Nederland per dag 70.000 pakketten met producten uit China aan. Bij de Europese consument heerst onzekerheid omtrent productkwaliteit, -veiligheid en -garantie. Wat kan de EU hiertegen doen? Hoe kan de EU zich wapenen tegen het namaken van keurmerken en dus de veiligheid van deze producten beter waarborgen?

 

5

Commissie Vervoer en Toerisme (TRAN)

Het vraagstuk van duurzame mobiliteit in Europa.

Mede door ontwikkelingen rond klimaatproblematiek en de daarbij opkomende vliegschaamte, zoekt men steeds vaker naar alternatieve reismogelijkheden. Onderdeel van de Europese Green Deal is duurzamere mobiliteit. Met de toenemende klimaatmaatregelen geldt de trein als alternatief voor de kortere Europese vluchten, maar dat is op dit moment verre van gerealiseerd. Het internationaal treinvervoer binnen de EU is nog niet ver genoeg ontwikkeld om een afdoend, aantrekkelijk alternatief te zijn voor vliegen. Andere vervoersmiddelen bieden ook een milieuvriendelijk alternatief voor reizen tussen de EU-lidstaten; denk bijvoorbeeld aan de hyperloop. Wat zijn de mogelijkheden in de EU om milieuvriendelijk te reizen? Hoe kan de EU duurzaam personenvervoer tussen de lidstaten bevorderen en daarmee het Europese jaar van het spoor (2021) tot een succes maken?

 

6

Commissie Landbouw en plattelandsontwikkeling (AGRI)

Het vraagstuk van innovatie in de veehouderij.

Een stabiele en betrouwbare voedselvoorziening staat in de Europese Unie centraal. Door de stijgende wereldbevolking is zowel de consumptie van landbouwproducten als dierlijke producten toegenomen, waardoor de landbouwsector een groot aandeel levert in de stikstofuitstoot. In de Verenigde Staten zijn verschillende ontwikkelingen gaande rondom kweekvlees, een mogelijke oplossing voor de enorme emissie. Deze ontwikkeling waait inmiddels over naar Europa en roept de nodige discussie op, bijvoorbeeld op het gebied van ethiek en werkloosheid onder agrariërs. Zijn er nog meer mogelijkheden op het gebied van innovatie in de veehouderij om stikstofuitstoot te reduceren? Hoe kan de EU dergelijke innovatie bevorderen?

 

7

Commissie Juridische Zaken (JURI)

Het vraagstuk van de waarborging van de onafhankelijke rechtspraak.

De scheiding der machten (trias politica) is de basis van een gezonde democratie. De laatste jaren is vooral één van die machten, de onafhankelijke rechtspraak, in de Europese Unie onder druk komen te staan. Zo moest Polen op last van het Europees Hof onlangs de tuchtkamer van het Hooggerechtshof nog opschorten, omdat de onafhankelijkheid en onpartijdigheid niet gewaarborgd is. Ook luiden de Europese Commissie en NGO’s de noodklok over de onafhankelijkheid van de rechtspraak in Hongarije. Maar ook in andere Europese landen staat deze rechtspraak onder druk, soms door bezuinigingen, soms door wetgeving die het werk van rechters bemoeilijkt. In hoeverre moet de EU zich inzetten om landen die de onafhankelijke rechtspraak niet waarborgen te corrigeren, en waar ligt die grens? En wat kan de EU – naast de bestaande artikel 7 procedure - nog meer doen om onafhankelijke rechtspraak in de lidstaten te bevorderen?

 

8

Commissie Burgerlijke vrijheden, Binnenlandse zaken en Justitie (LIBE)

Het vraagstuk van het het waarborgen van mediavrijheid in de EU.

In de World Press Freedom Index staan Europese landen traditiegetrouw bovenaan. Toch is er alle reden tot zorg, want de afgelopen jaren zakken steeds meer EU-lidstaten op deze index. In landen als Polen en Hongarije wordt de situatie gecategoriseerd als ‘problematisch’, maar ook in West- en Noord-Europese landen daalt de indexscore. Het aantal incidenten zoals ontslagen journalisten of intrekken van financiële steun na kritische publicaties of uitspraken, stijgt. Dit terwijl vrijheid van meningsuiting een belangrijk recht binnen de Europese democratie is. Moet de EU ingrijpen om deze mediavrijheid te beschermen en zo ja, op welke wijze? En wat kan de EU doen om de mediavrijheid in de verschillende lidstaten te versterken?

 

9

Commissie Constitutionele Zaken (AFCO)

Het vraagstuk van de toekomst van het Europese project.

Na de Brexit is de EU op zoek naar een nieuwe koers. De Europese Commissie probeert op verschillende manieren deze koers in te vullen en zo de EU weer dichter bij de burgers te brengen. Veel burgers hebben het idee dat de EU ver van hen af staat en dat ze er geen invloed op hebben; dit bevordert het gevoel van euroscepsis. Ook onder jongeren zien we deze gevoelens opkomen. De EU gaat een spannende tijd tegemoet waarin het groeiende nationalisme een steeds groter gevaar begint te vormen voor de Europese integratie. Al voor haar aantreden kwam huidige Commissievoorzitter Ursula von der Leyen met het plan voor een conferentie over de Toekomst van Europa. Hierbij staan het democratisch functioneren van de Europese Unie en de Europese beleidsprioriteiten centraal. Waar liggen de kansen voor de Toekomst van Europa? En meer specifiek voor het Europa van de jeugd?

 

10

Commissie Rechten van de Vrouw en Gendergelijkheid (FEMM)

Het vraagstuk van gelijke behandeling op de arbeidsmarkt.

De Europese Commissie publiceerde in 2019 cijfers waaruit bleek dat vrouwen in de Europese Unie gemiddeld 16 procent minder verdienen dan mannen bij gelijkwaardige banen. Deze ongelijkheid beperkt zich niet alleen tot het salaris, maar heeft ook betrekking op het aantal vrouwen in topposities bij bedrijven. Er zijn daarnaast grote verschillen tussen de wetgeving van EU-lidstaten, zoals bij zwangerschapsverlof. Ook jongeren krijgen geen gelijke behandeling op de arbeidsmarkt. Het werkloosheidspercentage onder jongeren is nog altijd vele malen hoger dan gemiddeld. Dit terwijl de Jeugdgarantie uit 2013, als speerpunt van de Europese Commissie tot 2020, zou moeten zorgen voor een kwalitatief aanbod in werkgelegenheid en onderwijs. Wat kan de Europese Unie nog meer doen om gelijkheid op de arbeidsmarkt omtrent kansen en beloning te bevorderen, ook rekening houdend met diversiteit in culturen? En in hoeverre kan en moet de Europese Unie een rol spelen bij verschillen in betreffende wet- en regelgeving in de lidstaten?

 

11

Commissie Cultuur en Onderwijs (CULT)

 

Het vraagstuk van verschillen in opleidingskansen.

De Europese Unie staat voor grote gemeenschappelijke uitdagingen, en een daarvan is de maatschappelijke ongelijkheid door verschillen in opleidingsniveau en opleidingskansen. Zowel verschillen binnen lidstaten als het verschil tussen lidstaten onderling zorgt voor ongelijkheid. En hoewel het onderwijs een nationale aangelegenheid is, kan de Europese Unie een rol spelen in de uitwisseling van kennis en ervaring om de positie van het Europees onderwijs te versterken en innovatiever te maken. Daarvoor bestaan al initiatieven als Erasmus+. Tijdens de coronacrisis hebben veel onderwijsinstellingen noodgedwongen de overstap naar digitale vormen van onderwijs gemaakt. Dat heeft nadelen, maar biedt ook kansen voor toegankelijkheid en inclusie. Moet er een algemeen EU-onderwijsbeleid worden geformuleerd om meer uniformiteit te bewerkstelligen wat betreft kwaliteitsstandaarden en vaardighedenontwikkeling? En zo ja, welke rol is daarin voor de onderwijssystemen van de verschillende lidstaten weggelegd? En kan (deels) digitaal onderwijs dit proces versnellen en versterken, en zo ja, hoe?