‘Te sterk is niet goed, maar zwak is nog slechter’ - Verslag Actualiteitendebat
Auteur: Hanke van den Broek
DEN HAAG (PDC) - Volgens Gijs de Vries (Senior Visiting Fellow, LSE) moet de Europese Commissie niet teveel willen, maar zeker niet in haar schulp duiken. Over dat standpunt ging hij op 5 februari 2020 in debat met Anke Truijen (Europa-redacteur bij Nieuwsuur), Bas Eickhout (Europarlementariër voor GroenLinks) en Anne Mulder (Tweede Kamerlid voor de VVD), onder leiding van Stéphane Alonso. Het debat werd georganiseerd door het Montesquieu Instituut, ProDemos, Nieuwspoort en Filmhuis Den Haag.
Tijdens het debat blikten de panelleden terug op de Commissie-Juncker en keken vooruit naar de plannen van de nieuwe Commissie-Von der Leyen. Juncker begon met de slogan van een ‘politieke Commissie’ met veel ambities, waar uiteindelijk weinig van terecht is gekomen, aldus De Vries. Von der Leyen lijkt ook grote plannen te hebben met haar ‘geopolitieke Commissie’, wat onder andere blijkt uit de presentatie van de Green Deal. 'Zijn zulke grote ambities niet gevaarlijk?', vroeg gespreksleider Alonso de panelleden.
Mulder benadrukte dat de Commissie een balans moet zien te vinden tussen het oplossen van problemen op Europees niveau en het behouden van draagvlak onder de Europese burgers. Dat laatste wordt vaak uit het oog verloren. Volgens hem komt een Commissie met te grootse plannen op de Europese burgers over als een voortdenderende trein waar geen rem op zit. Dit zou wel eens averechts kunnen uitpakken, doordat het draagvlak onder Europese burgers wordt verloren. De Vries stelde echter dat de Commissie ook leiderschap moet durven tonen en ook Eickhout zag een aanjagende en voorlopende rol voor de Commissie. Juist daarom was hij ook kritisch op de Commissie-Juncker, die wel grote woorden had maar weinig daden. De grote woorden van de Commissie-Von der Leyen worden tot nu toe in ieder geval aangevuld met een programma en concrete ideeën. Daarbij merkte Truijen bovendien op dat de Commissie die concrete ideeën ook actief probeert te realiseren, waardoor andere Europese instituties er ook mee bezig gaan.
Hoewel de panelleden het eens waren over het belang van draagvlak, benadrukten De Vries en Eickhout dat er veel kiezers zijn met tegenstrijdige meningen over de Europese Unie (EU) en de rol van de Commissie. Er werd opgemerkt dat er meer geluisterd zou moeten worden naar mensen die ideeën hebben over waar de Commissie wél mag optreden, in plaats van een negatieve insteek te hebben. Daar was Truijen het mee eens. Zij stelde dat de brexit de EU een kans biedt om te reflecteren op haar keuzes en prioriteiten. Dit zou het moment zijn om nieuwe coalities te vormen, zodat juist gezocht kan worden naar gebieden waarop de EU wel daadkrachtig kan optreden.
Uit de zaal kwamen veel reacties. Een van de vragen betrof de geopolitieke mogelijkheden die de Commissie-Von der Leyen heeft. Hierop kwamen de panelleden met verschillende antwoorden. Terwijl Mulder sceptisch was over de mogelijkheid dat Europa gezamenlijk militair zou kunnen optreden, benadrukte Eickhout dat geopolitiek niet alleen bestaat uit militair optreden. Volgens hem was het goed dat de Commissie-Von der Leyen nu lijkt in te zien dat ze geopolitiek kan bedrijven met industrie, met energie en grondstoffen. Maar, vatte hij het debat samen, om echt resultaten te kunnen bereiken moet er eerlijke politiek bedreven worden, zowel op nationaal als op Europees niveau.