Trojka Estland, Bulgarije, Oostenrijk

De drie achtereenvolgende EU-Voorzitterschappen Estland, Bulgarije en Oostenrijk werkten van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2018 samen als trojka voor de duur van 18 maanden. Ze stelden een gezamenlijk beleidsprogramma op met punten waaraan zij als voorzittende landen wilden werken.

Oorspronkelijk zou in de tweede helft van 2017 het Verenigd Koninkrijk voorzitter worden van de Raad van de Europese Unie. Vanwege het aangekondigde vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de EU werd het schema aangepast.

Estland was van 1 juli t/m 31 december 2017 voorzitter, Bulgarije van 1 januari t/m 31 juli 2018 en Oostenrijk was voorzitter van 1 juli t/m 31 december 2018.

Inhoudsopgave van deze pagina:


1.

Gezamenlijke prioriteiten

Op 20 juni 2017 werd het gezamenlijke beleidsprogramma gepresenteerd. Het was in vergelijking tot voorgaande trojka's een kort en bondig programma. De drie lidstaten wilden dat de burgers in het beleid van de EU meer centraal zouden komen te staan. De communicatie met de burgers was daarbij essentieel. Burgers moesten meer betrokken worden bij de Europese Unie en de Europese Unie moest dichter bij de burger komen.

Het centraal stellen van de burger was ook te zien in de specifiekere doelen, zoals banen, welvaart en de beleidsvorming. Zo moest de Europese Unie voor burgers en bedrijven eenvoudiger gemaakt worden. Gezien de recente ontwikkeling waren ook migratie en veiligheid prioriteiten in het beleid.

Het gezamenlijke werkprogramma werd onderverdeeld in de volgende vijf speerpunten.

  • 1
    Een Unie van banen, groei en concurrentievermogen

Europa moest zo snel mogelijk toekomstbestendiger worden. Aanpassen en meegaan met veranderingen was essentieel. Zo stond de voltooiing van de digitale interne markt hierbij centraal, als ook het verdiepen en uitbreiden van andere aspecten van de interne markt.

Op het gebied van banen was het aanpakken van jeugdwerkeloosheid een speerpunt. De steeds veranderende arbeidsmarkt en samenleving weerspiegelde zich voornamelijk in werkeloosheid en met name onder jongeren. De voorzitters wilden dat alternatieve financieringsvormen werden bevorderd evenals de kwaliteit van opleidingen en trainingen van met name jonge mensen.

Als laatste moest ook de Economische en Monetaire Unie (EMU) worden verdiept.

  • 2. 
    Een Unie die al haar burgers sterk maakt en beschermt

De veranderende Europese samenleving had ook een sociale dimensie. Om hierop in te spelen wilden de voorzitters sociale en met name gendergelijkheid promoten, gelijke kansen realiseren, en vechten tegen armoede en sociale uitsluiting. Wel diende er rekening gehouden te worden met de capaciteit en diversiteit van de lidstaten. Binnen dit speerpunt was nog een keer het belang van goed en kwalitatief onderwijs opgenomen.

Verder moest de jeugdparticipatie worden bevorderd door uitbreiding van het Europese Solidariteitsfonds.

  • 3. 
    Naar een energie-unie met een toekomstgericht klimaatbeleid

In het beleid van de voorgaande Trojka, Nederland, Slowakije en Malta, waren de speerpunten voor klimaat en energie al opgenomen. Estland, Bulgarije en Oostenrijk wilden deze prioriteiten voortzetten en voltooien. Zo moest de energie-unie verder worden gerealiseerd, moesten de afspraken uit de klimaatconferentie van Parijs worden uitgevoerd en de doelen voor 2030 worden gehaald.

  • 4. 
    Een Unie van vrijheid, veiligheid en recht

De korte als ook de lange termijn aspecten van migratie en veiligheid stonden voor de voorzitters centraal. Dit uitte zich in een focus op het in goede banen leiden van de migratieproblematiek, zoals het versterken van de buitengrenzen van Europa en het voorkomen van radicalisatie en gewelddadig extremisme. Ook wilden ze meer nadruk op het verbeteren van het uitwisselen van gegevens tussen verschillende IT systemen zoals het Schengen Informatie Systeem, het Visuminformatiesysteem en het Europees strafregistersysteem.

Daarnaast moest ook de justitie in de EU versterkt worden. Het Europese elektronische justitieportaal (e-Justice) moest worden ontwikkeld en gepromoot. Hiermee zou de toegang tot justitie worden vereenvoudigd en verbeterd. Dit zou ook de justiële samenwerking voor burgers en bedrijven tussen lidstaten eenvoudiger moeten maken. Verder moest een sterk, onafhankelijk en effectief Europees Openbaar Ministerie voor financiële zaken worden opgericht, moesten de rechten van het kind in grensoverschrijdende zaken beter worden beschermen, en moest anticorruptie samenwerking tussen lidstaten worden bevorderd.

  • 5
    De Unie als een sterke mondiale speler

Migratie was ook bij dit speerpunt een terugkomende prioriteit. Net als de voorgaande voorzitters wilden ze de samenwerking met partner-, herkomst- en doorreislanden aanhalen en versterken. Dit was niet alleen belangrijk voor migratie an sich, maar ook voor terrorismebestrijding, energieveiligheid en handel.

Ook achtten de voorzitters het uitbreidingsproces van de landen op de Westerse Balkan strategisch. Er moest daarom verder worden gekeken naar de toekomst van deze landen in de Europese Unie.

Verder werd er op gewezen dat handel bijdraagt aan de hoge levensstandaarden van de Europese burgers. Verantwoord ondernemen moest hierbij wel worden bevorderd.

2.

Afzonderlijke accenten

Estland

Van 1 juli tot en met 31 december 2017 vervulde Estland voor de eerste keer het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Estland nam het stokje van Malta over. Estland wilde een balans vinden tussen verschillende denkbeelden, tradities en interesses. De vier prioriteiten waren een open en innovatieve Europese economie, een veilig Europa, een digitaal Europa en een vrij verkeer van data, en een sociaal en duurzaam Europa.

Bulgarije

Van 1 januari tot en met 30 juni 2018 vervulde Bulgarije voor de eerste keer het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Bulgarije wilde een veilig, stabiel en solidair Europa. Gezamenlijke actie, consensus en eenheid waren voor Bulgarije erg belangrijk. Zowel de eenheid tussen de lidstaten als tussen de verschillende Europese instituties wilden ze vergroten. De vier prioriteiten waren toekomst van de Europese Unie en jongeren, de Westelijke Balkan, veiligheid en stabiliteit in een sterk en verenigd Europa, en een digitale economie en vaardigheden voor de toekomst.

Oostenrijk

Van 1 juli tot en met 31 december 2018 vervulde Oostenrijk het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Oostenrijk focuste zich op een beschermend Europa. Waar Bulgarije benadrukte dat er vooral Europees opgetreden moest worden, in plaats van lokaal en nationaal, benadrukte Oostenrijk het subsidiariteitsprincipe: alleen een gezamenlijke actie bij grote vraagstukken. De prioriteiten van Oostenrijk waren het aanpakken van illegale migratie, welvaart en concurrentiekracht door middel van digitalisatie, en stabiliteit in de buurlanden en toenadering tot de Westerse Balkan.