Commissaris van de Koning: een veelomvattend ambt
DEN HAAG (PDC) - De commissaris van de Koning hoeft niet gekozen te worden door burgers. “Ik voel mij heel erg verkozen”, aldus Han Polman, huidig commissaris van de Koning in Zeeland. Dit zei hij tijdens het Actualiteitendebat ‘Provinciale Staten en de rol van de commissaris van de Koning’ georganiseerd door het Montesquieu Instituut, ProDemos, het Filmhuis Den Haag en Nieuwspoort op woensdag 6 februari 2019.
Al bij de introductie van het panel door moderator Marleen de Rooy benadrukte Polman dat hij zich als commissaris verkozen voelt, ondanks het feit dat er niet op hem gestemd is tijdens verkiezingen. Dit omdat een vertrouwenscommissie van de door de burger gekozen Provinciale Staten hem heeft voorgedragen aan de Kroon. De regering (minister) neemt dan het uiteindelijke besluit. Het Rijk functioneert vaak enkel als “stempelmachine”, aldus Polman. Panellid Joop van den Berg stelde echter dat het om een benoemde en niet een gekozen functie gaat, waar de burger weinig over te zeggen heeft. Toch ziet ook hij een gekozen commissaris niet zitten. Het ambt verschilt te veel van dat van burgemeester, wiens functie zich wel leent voor verkiezing.
Naast een provinciaal ambt bekleedt een commissaris ook een Rijksambt. Rijkstaken omvatten onder meer het gevraagd en ongevraagd adviseren van de regering, het periodiek bezoeken van gemeenten en toezicht houden op de veiligheidsregio. De commissaris legt bij de uitvoering van deze taken verantwoording af aan de minister, en niet aan de Provinciale Staten. Dit is problematisch volgens Van den Berg, die graag ziet dat meer taken worden vastgelegd in de Provinciewet om zo de verantwoordingsplicht van commissarissen aan Provinciale Staten te vergroten. Polman verzekerde echter dat hij ook in zijn uitvoering van Rijkstaken de Staten zo goed mogelijk informeert.
Panellid Jan Franssen, voormalig commissaris van de Koning in Zuid-Holland, liet weten de ambtsbezoeken aan burgemeesters het mooiste werk van het ambt te vinden. Door aanwezigheid van Franssen werd duidelijk dat er verschillen zijn in de uitoefening van het ambt in de verschillende provincies. Zo liet Polman blijken een sterke binding te voelen met Zeeland, dat 13 gemeenten telt. Daartegenover stelde Franssen dat het gaat om een commissaris in de provincie en niet van de provincie, een veelvoorkomende taalfout volgens hem. Hij benadert het ambt vanuit een meer afstandelijk, bestuurlijk, perspectief. Een commissaris heeft volgens hem een “helicopterview”. Deze dient in grote provincies het overzicht te bewaren over een verscheidenheid aan gemeenten.
Kan het gehele ambt van commissaris van de Koning niet afgeschaft worden? vroeg panellid en journaliste Lamyae Aharouay zich af. Volgens Polman zal in dat scenario direct een zoektocht gestart worden naar een nieuwe commissaris. De Statenvergaderingen moeten in goede banen worden geleid en daarnaast is de verbindende rol van de commissaris tussen Den Haag en de provincie van waarde.
Bron: Actualiteitendebat 'Provinciale Staten en de rol van de commissaris van de Koning'