Volledige Hannie van Leeuwenlezing door Eddy van Hijum online

Ons nieuwe politieke jaar is gestart met de Hannie van Leeuwenlezing in Zwolle. CDA gedeputeerde Eddy van Hijum verzorgde de lezing dit jaar. Zijn complete tekst is hieronder te lezen. Op een later moment wordt hier een reactie van het CDJA op geplaatst.

De markteconomie moet sociaal blijven

Het stelsel van sociale zekerheid maakt zijn beschermende functie voor de werkende middenklasse niet meer waar. Hoog tijd voor 'architectonische kritiek' op de uitholling van de sociale zekerheid door de flexibilisering van de arbeidsmarkt.

De sociale zekerheid is in de afgelopen decennia stevig hervormd en ingeperkt. Daar was ook aanleiding toe. In de jaren '80 van de vorige eeuw barstte de verzorgingsstaat met bijna een miljoen arbeidsongeschikten en honderdduizenden werklozen uit zijn voegen. De collectieve uitgaven en premiedruk bereikten recordhoogten en remden de economie. Nog belangrijker: eigen initiatief raakte ontmoedigd en talent bleef onbenut. Achtereenvolgende kabinetten maakten regelingen activerender door uitkeringen te verlagen, de uitkeringsduur te verkorten en de toegang te beperken. De uitvoering van de sociale zekerheid werd verstatelijkt. De rol van werkgevers en vakbonden in de werknemersverzekeringen werd teruggedrongen ten gunste van het publieke UWV. En premies en uitkeringen werden onderdeel van het begrotingsbeleid van de overheid.

Anno 2017 is er nog steeds collectieve bescherming tegen moeilijk verzekerbare risico's zoals ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Het stelsel maakt zijn beschermende functie voor de werkende middenklasse echter steeds minder waar. De belangrijkste oorzaak is de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Zo'n 40% van de werkenden heeft niet langer een vast dienstverband, maar is zzp'er, uitzend- of oproepkracht, of heeft een tijdelijk contract. Lager opgeleiden hebben bovengemiddeld vaak en lang een flexibele baan. Hierdoor hebben zij minder toegang tot scholing en inkomensgerelateerde uitkeringen bij verlies van werk. Voor zzp'ers geldt dat slechts een beperkt deel zich indekt tegen sociale risico's. De gestage toename van het aantal mensen in de bijstand is de spiegel van deze ontwikkeling. De middenklasse ervaart ook werkonzekerheid door digitalisering en robotisering (verdwijnen routinematig werk), globalisering (verplaatsing productie) en verdringing door goedkope arbeidsmigranten. Het gevoel van sociale onzekerheid is dan ook vooral bij deze groep toegenomen.

Uit onderzoeken blijkt dat het draagvlak voor collectieve risicosolidariteit in de samenleving nog altijd groot is. Essentieel voor dit draagvlak is dat de werkende middenklasse het gevoel houdt dat het stelsel er ook voor hen is. Herstel van de beschermende werking voor deze groep kan langs twee wegen worden bereikt. De eerste weg is dat een vast arbeidscontract weer de norm wordt. De keuze voor zelfstandigheid is in dit model een bewuste keuze voor het ondernemerschap, waarbij sociale risico's ook zelf worden gedragen. Deze route vraagt om een rigoureuze inperking van de lasten die werkgevers met name in het midden- en kleinbedrijf ervaren bij het in dienst nemen van vast personeel. Het gaat hierbij om een combinatie van ontslagrecht, loondoorbetaling bij ziekte, re-integratieverplichtingen en bovenwettelijke CAO-afspraken. Werkgevers zouden zich tegelijkertijd in CAO's moeten committeren aan het uitgangspunt dat flexibele inhuur wordt beperkt tot 'piek, ziek en chique'. De polder en de politiek zijn echter tot dusverre niet bij machte gebleken om op deze weg betekenisvolle stappen te zetten.

Een tweede route die kan worden gevolgd is dat flexibiliteit op de arbeidsmarkt als gegeven wordt geaccepteerd, om vervolgens de sociale zekerheid op alle werkenden van toepassing te verklaren. Het logische gevolg is dat alle werkenden - dus ook zzp'ers - premies gaan afdragen, of dat financiering via de belastingen plaatsvindt. Deze route houdt een definitief afscheid van de werknemersverzekeringen in, en van de rol van sociale partners. Dit lijkt een vergaande stap, maar de realiteit is dat de aanzienlijke tekorten van sociale fondsen op dit moment al via de belastingen worden bijgeplust. Ook zzp'ers en gepensioneerden betalen dus mee aan de uitkeringen van werknemers. Door de strikte scheiding van inkomsten en uitgaven in de rijksbegroting (de 'Zalmnorm') bestaat er bovendien geen directe relatie meer tussen premie en uitkering, laat staan van zeggenschap van sociale partners hierover.

Een gevaar van verdere fiscalisering volgens deze laatste route is dat de sociale zekerheid straks van niemand meer is, behalve de overheid. Uitkeringen zijn rechten, waar geen expliciete verantwoordelijkheden of plichten van werknemer en werkgever meer tegenover staan. Dit staat haaks op het denken binnen de christendemocratie over de sociale markteconomie. Centraal in dit denken staat de erkenning van een ordenende rol van de overheid, maar ook spreiding van verantwoordelijkheden. Werkgevers en werknemers zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijkheid voor scholing, preventie en re-integratie. Deze directe betrokkenheid versterkt het besef van wederkerigheid dat aan risicosolidariteit ten grondslag ligt en zet een rem op afwenteling op het collectief. Werknemersverzekeringen horen waar mogelijk als trampoline te functioneren, en waar nodig als sociaal vangnet. Het CDA zou het herstel van de sociale bescherming voor de werkende middenklasse dan ook langs de lijn van de werknemersverzekeringen invulling moeten geven.

Eddy van Hijum is gedeputeerde van de provincie Overijssel en oud-Tweede Kamerlid. Dit is een bewerking van de Hannie van Leeuwenlezing voor het CDJA op 7 september 2017 in Zwolle.