Eten we vanaf 2019 'Britse nieuwe'?
DEN HAAG (PDC) - ‘Gisteren kwam het bericht dat de Britse minister van financiën van plan is de Nederlandse vissers te verdrijven uit de Britse wateren. Moeten we binnenkort bij de visboer ‘Britse nieuwe’ bestellen in plaats van Hollandse nieuwe?’ Met deze prangende vraag luidde Max van Weezel het debat over ‘De Britten en de Brexit’ op woensdagavond 5 juli in. Hans Vollaard, Titia Ketelaar en de drie brexitrapporteurs van de Tweede Kamer: Anne Mulder, Kees Verhoeven en Pieter Omtzigt schoven aan.
De vervroegde verkiezingen brachten toch een grote zege voor Theresa May, vertelt Hans Vollaard ons in zijn inleiding. Maar liefst 42,4 % van de stemmen ging naar de Conservatives. Dat is door het districtenstelsel niet zichtbaar in de uitslag, maar in feite was dit de grootste verkiezingsoverwinning voor de Tories sinds de tijd van Thatcher. En dat zegt wat, vindt Vollaard. Hij stelt dat de verkiezingsuitslag duidelijk is: brexit is brexit.
We moeten niet vergeten, bevestigt Titia Ketelaar, dat het Verenigd Koninkrijk twee jaar na hun toetreden tot de EU al het eerste referendum over het uittreden hielden. ‘Toen bleven ze, deze keer viel het kwartje de andere kant op.’ Toch denken de panelleden niet dat er meer uittredende lidstaten zullen volgen. Niet alleen is de onvrede in de zuidelijke lidstaten van een andere aard dan die van de Britten, de mogelijkheden zijn op geopolitiek gebied voor andere lidstaten simpelweg minder buiten de EU.
Moet Nederland zich inzetten voor een langere onderhandelperiode dan de twee jaar die er nu voor staat, in het belang van de goede relatie met één van onze belangrijkste handelspartners? ‘Het belangrijkste is een goede overgangsdeal,’ vindt Anne Mulder. ‘Wij, maar ook de Britten, zijn niet voorbereid om zomaar ‘eruit te stappen’. Dan krijg je rijen voor de grenscontrole.’ Kees Verhoeven is het hier mee eens. ‘Afspraken maken móet. Anders zijn er gewoon geen dingen meer geregeld.’
‘Ik moet er niet aan denken dat ik straks visumvrij kan reizen naar Georgië, Oekraïne of Turkijë, maar dat ik een visum moet halen voor het Verenigd Koninkrijk!’ beaamt ook Omtzigt.
Hoewel Ketelaar het belang van de overgansperiode benadrukt, ziet ze het wel positief in: ‘Er zijn veel punten waarbij een gezamenlijk belang speelt, dus ik heb minder moeite met die twee jaar.’ Er schuilt echter ook gevaar: als de Britten zelf op één lijn weten te komen, kunnen ze de EU27 uit elkaar spelen, waarschuwt Ketelaar.
Toch gaan verschillende sectoren in Groot-Brittannië écht last van de scheiding krijgen, denkt Omtzigt. ‘Ik ben heel benieuwd hoe de National Health Service gaat functioneren als de helft van de werknemers vertrekt.’ Hij vreest een drama in meerdere sectoren: als je niet weet of je ergens kan blijven, dan ga je van tevoren plannen. ‘Daar wordt veel te licht over gedacht.’