Wet Werk en Zekerheid
Door de ketenbepaling in de nieuwe WWZ (Wet Werk en Zekerheid) ontstaat een dreigend tekort aan invalleerkrachten op de basisschool, waardoor kinderen geen les meer kunnen krijgen. Norbert Klein pleit voor de wijziging van deze wet, zodat dit probleem wordt opgelost.
Het probleem is de ketenbepaling die bepaalt dat na 3 tijdelijke contracten de werkgever een vast contract moet aanbieden aan zijn werknemer. De keten van 3 tijdelijke contracten kan doorbroken worden als er tussen de contracten 6 maanden zit. Voorheen was dit 3 maanden waardoor het probleem veel minder groot was.
Natuurlijk klinkt het sympathiek dat de werknemer een vast contract krijgt. Toch is dat in het geval van invalkrachten voor de basisschool niet gewenst door zowel werknemer als werkgever. Het idee is juist dat deze mensen flexibel inzetbaar zijn, maar dat kan met deze wet niet meer.
Minister Asscher schuift het probleem af op de branche zelf door hen te vertellen dat ze zelf met een oplossing moeten komen. Norbert Klein: “De minister maakt een wet en de werkgevers zitten met de gebakken peren. In mijn ogen is inmiddels wel duidelijk dat de ketenbepaling van 6 maanden terug moet naar bijvoorbeeld 4 maanden. De 6 maanden levert immers meer ellende op dan dat dit aan vaste contracten oplevert. Norbert Klein heeft de regering verzocht in een motie om als overleg tussen de sociale partners mislukt de wet aan te passen. De meeste partijen blijken angsthazen te zijn en willen eerst dat overleg afwachten. Terwijl het probleem in het belang van ons basisonderwijs gewoon geregeld moet en kan worden. Helaas is die motie door de Tweede Kamer verworpen.