Achtergrond: twaalf verworpen moties van afkeuring
DEN HAAG (PDC) - Tijdens de tweeënhalf jaar dat het tweede kabinet-Rutte bestaat, zijn al twaalf moties van wantrouwen of afkeuring ingediend. Ze werden allemaal verworpen. Wel was een dreigende motie voor staatssecretaris Weekers reden om zelf op te stappen.
Van de twaalf moties werden er vier als eerste door een SP'er ondertekend en vijf door een lid van de PVV-fractie. Ook CDA, D66 en Partij voor de Dieren kwamen met moties van afkeuring. GroenLinks was enkele keren mede-ondertekenaar.
Tijdens Rutte I (2010-2012) waren er elf moties van afkeuring, onder Balkenende IV (2007-2010) waren dat er zestien. Ook die werden allemaal verworpen. De PVV heeft sinds 2004 zestien van dergelijke moties ingediend en de SP sinds 1994 negentien.
Onder het kabinet-Lubbers III (1989-1994) waren er slechts twee moties van afkeuring en ten tijde van het kabinet-De Quay geen enkele. In de periode van het kabinet-Den Uyl (1973-1977) waren dat er dertien. De laatste aangenomen motie van afkeuring was de motie-Dijsselbloem in 2006 over het generaal pardon, die was gericht tegen demissionair minister Verdonk. Zij deed toen afstand van een deel van haar portefeuille.