MI fellow Hanco Jürgens: Pegida als Duitse PVV? Zo simpel is het niet
Met dank overgenomen van Trouw, gepubliceerd op donderdag 29 januari 2015.
Het is verleidelijk om de Duitse protestbeweging Pegida te zien als een echo van de onvrede die in Nederland al vijftien jaar geleden werd gemobiliseerd door Pim Fortuyn en later door Geert Wilders. Pas op, zegt Duitslandexpert Jürgens: zo'n vergelijking gaat al gauw mank.
Natuurlijk zijn er overeenkomsten tussen de opkomst van de anti-islambeweging Pegida in Duitsland, en het populisme van Pim Fortuyn en Geert Wilders in Nederland. Maar om nou te zeggen dat in Duitsland hetzelfde gebeurt als in Nederland, maar dan 15 jaar later, dat gaat Duitslandkenner Hanco Jürgens veel te ver.
"Het lijkt wel alsof er een nieuwe 'Nederland-gidsland'-gedachte ontstaat", zegt Jürgens. "Het idee is: een verschijnsel wordt hier in Nederland geïntroduceerd, en vervolgens exporteren we het naar andere landen." De medewerker van het Duitsland Instituut noemt een paar voorbeelden. In de tijd van de demonstraties tegen kernwapens werd gesproken van Hollanditis, een besmettelijke ziekte waarmee de betogers in de jaren tachtig de rest van de wereld graag aanstaken. In de jaren negentig maakte Nederland furore met het poldermodel. Het succes kon het buitenland tot voorbeeld zijn, vonden de fans van de Hollandse overlegeconomie. "En nu zouden we met Geert Wilders weer gidsland zijn", zegt Jürgens met gefronsde wenkbrauwen. Nederland heeft immers ervaring met populisten. Met een kennersblik worden hier de Duitse demonstraties van onvrede over Europa en islam beoordeeld: wij weten wel hoe je zo'n varkentje moet wassen, wij beleefden dit al vijftien jaar geleden!
Bolkestein
Historicus Jürgens werkt sinds 2008 bij het Duitsland Instituut in Amsterdam.
Hij is specialist in het maken van vergelijkingen tussen Nederland en Duitsland, hij schreef veel over de verhouding tussen beide landen en publiceerde recent een boek over Nederland na de val van de Muur. Hem wordt regelmatig gevraagd of in Duitsland gebeurt wat Nederland al achter de rug heeft. Bijvoorbeeld toen in Duitsland in 2010 de sociaal-democratische oud-politicus en econoom Thilo Sarrazin in zijn boek 'Duitsland heft zichzelf op' felle kritiek uitte op de Duitse immigratiepolitiek. Is met hem een Frits Bolkestein opgestaan, werd Jürgens gevraagd, is Sarrazin de man die net als onze vroegere VVD-leider het land kan laten ontwaken uit de multiculturele droom? Ook bij de opkomst van de anti-Europese partij Alternative für Deutschland (AfD) werd de vergelijking gemaakt. Ontrolde zich bij de oosterburen een pré- Fortuynistisch landschap, vruchtbare aarde voor alle onvrede onder het volk? En nu is er dus Pegida; is dat niet een voorbode van een succesvolle populistische partij ß la de PVV? "We moeten oppassen met te snelle conclusies", vindt Jürgens. "Wilders is niet zo origineel. De anti-islampartij is hier niet begonnen. De Oostenrijkse extreem-rechtse politicus Haider was er al, en Wilders heeft heel veel afgekeken van de Deense Volkspartij. Bij al die bewegingen zit een Europese trend, een nationale, een regionale en een lokale. Daar moet je wel oog voor houden." Een eerste belangrijk verschil tussen Duitsland en Nederland ziet Jürgens in de tijd. Al in de jaren negentig woedde in Duitsland een heftige discussie over immigratie. In 1999 haalde de CDU van - toen nog - secretaris-generaal Angela Merkel vijf miljoen handtekeningen op voor het verbieden van het dubbele staatsburgerschap. Nederland werd aan het eind van de vorige eeuw geregeerd door het tweede paarse kabinet, zonder christen-democraten. Bolkestein was naar Brussel vertrokken. Over de integratiekwestie werd in het publieke debat niet op deze kritische toon gesproken.
Meer ervaring
Jürgens: "Duitsland heeft veel meer ervaring met het debat over immigratie.
Daar riepen ze toen al dingen die wij destijds dubieus zouden vinden. De voorzitter van de conservatieve CSU, de zusterpartij van Merkels CDU, pleitte eerder voor een immigratiestop voor Turken en Arabieren, omdat die moeilijker integreren. Recent zei hij nog dat immigranten ook thuis verplicht Duits moeten spreken. Merkel verklaarde vijf jaar geleden dat de multiculturele samenleving absoluut mislukt is. Het idee van de bestuurselite die dingen onder de pet probeerde te houden gold wel voor Nederland, maar zeker niet voor Duitsland.
Hoewel de demonstranten in Dresden dat wel roepen, valt het daar dus wel mee met het 'verraad van de elite', die niet weet wat er in de wijken speelt." De Duitse christen-democraten slaagden er volgens Jürgens veel beter in dan de paarse kabinetten, de rechterflank binnenboord te houden. Tot nu: "Het probleem is dat die rechterkant in Duitsland nu openligt, door de samenwerking tussen de CDU en de linkse SPD. Alternative für Deutschland is er wel, die partij zit ook in het Europese parlement, maar voor de Duitse Bondsdag haalde ze te weinig stemmen. Bij paars lag de rechtervleugel destijds ook open, daar bespeur ik wel een parallel." Een andere overeenkomst ziet hij in de wat hij noemt 'depolitisering van de politiek'. Die beleefde in Nederland onder de paarse jaren haar hoogtepunt.
Ideologische verschillen werden weggemasseerd doordat de VVD zo lang samen met de PvdA in één regering zat, er kwamen 'waterige compromissen', waar elke ziel uit verdwenen leek. Met de introductie van de euro bereikte de Europese integratie in 2002 haar hoogtepunt. Politieke discussie daarover bleef uit.
Diezelfde trend ziet Jürgens nu bij de Europa-politiek van 'consensus-figuur' Merkel. "Zij is gericht op technocratische oplossingen en de kredietcrisis vraagt daar ook om. Het gaat over fondsen, over het stabiliteitspact. Het is heel lastig daar een politiek debat over te voeren, dat lijkt alleen te kunnen door je van Europa af te keren. Dat doet in Duitsland de AfD, en hier de PVV.
En de SP en in Duitsland die Linke, ja, dat is ook nog een overeenkomst." Maar verschillen ziet hij ook, en misschien wel meer. Hij wijst op de plek van beide landen in de wereld. "Nederland realiseerde zich in de jaren negentig dat onze positie in de EU steeds minder zou worden, de Unie is uitgebreid van 12 landen in 1989 naar 28 nu. Merkels positie is in de afgelopen jaren alleen maar gegroeid. Zij loopt na de aanslagen in Parijs arm in arm met de Franse president Hollande. De Duitse kiezer ziet daar een leider op het wereldtoneel, dat was bij ons veel minder het geval." Ook ervaart de historicus in de Duitse politiek een andere houding ten opzichte van de protestbeweging. Nederlandse politici waren tevreden met hun successen, economisch ging het fantastisch. Ze wisten zich geen raad met Pim Fortuyn, die gevoelens van onvrede verwoordde in een brede agenda van de islam tot wachtlijsten in de zorg, onderwijs, veiligheid. Zij wezen zijn politiek af en probeerden hem in de extreem-rechtse hoek te zetten. Dat laatste gebeurt ook wel in Duitsland - en met de foto van Pegida-leider Bachman die poseerde als Hitler zette dit kopstuk zichzelf meteen buitenspel.
Dubbelboodschap
Maar bondskanselier Merkel reageert zorgvuldiger, zegt Jürgens: "Ze weet heel knap contact te maken met de kiezer. Ze wijst Pegida af, omdat het haat in zich draagt. Maar ze zegt na de aanslagen in Parijs dat de islam verantwoording moet afleggen. Zoals ze ook kritisch was over Sarrazin, maar daarna wel de multiculturele samenleving dood verklaarde. Ze kan als geen ander die dubbelboodschap uitstralen, van mensenrechten en rechtstatelijkheid aan de ene kant, en aan de andere kant toch de zorgen serieus nemen." Ook de Duitse sociaal-democraten laten het niet bij ideologische afkeuring. Partijleider Gabriel is met de Pegida-demonstranten in gesprek gegaan. "Sneller dan bij ons", zegt Jürgens. "In Duitsland wordt de onvrede enorm serieus genomen. Zowel bij CDU/CSU als bij de AfD wordt een intern debat gevoerd over de reactie op Pegida: afwijzen of serieus nemen? Ook bij de SPD speelt dat. De reactie is echt anders dan hier." Duitse politici vinden de onvrede letterlijk op straat. In het Oost-Duitse Dresden protesteren Pegida-aanhangers wekelijks, in het naburige Leipzig lopen ze met spandoeken, in andere steden laten mensen zich zien die juist tegen Pegida in het geweer komen.
In Nederland verenigt de onvrede over Europa en immigratie zich niet op straat, maar bij de stembus. Via verkiezingen heeft het populisme snel een weg gevonden naar de officiële politiek: Pim Fortuyn voerde campagne om premier te worden, PVV-leider Wilders heeft vrijwel nooit ergens anders gewerkt dan op het Binnenhof. Of dat in Duitsland ook zo gaat, hangt onder andere af van de keuze van de AfD, of die politieke aansluiting weet te vinden bij Pegida. Voorlopig maakt de leiding vooral ruzie over de houding tegenover Pegida.
Ook is het onduidelijk wat er gaat gebeuren als de populaire Merkel ermee ophoudt. Jürgens: "Toen premier Lubbers aftrad kreeg zijn CDA een enorme klap.
Nadat PvdA-leider Kok had gezegd dat hij stopte, werd het heel spannend hoe dat voor zijn partij zou uitpakken. De PvdA werd gehalveerd, de Lijst Pim Fortuyn haalde in één klap 26 zetels. Merkel heeft nu geen electoraal probleem, maar als zij ophoudt, kan het politieke landschap daar enorm veranderen." Dat de Duitse regels het zoveel moeilijker maken de onvrede te kanaliseren via het parlement, nuanceert Jürgens. Weliswaar moeten Duitse partijen minimaal vijf procent van de stemmen halen om in het parlement te komen, onmogelijk is dat niet. "Het is die Linken en de Groenen ook gelukt, we moeten dat punt van die kiesdrempel niet overdrijven", zegt de historicus.
De Nederlandse media werd destijds verweten geen oog te hebben voor de massale onvrede onder de paarse kabinetten. De Duitse pers is nu fel gekant tegen Pegida. Jürgens: "Ook boulevardblad Bild is heel erg tegen Pegida. Die krant weet wat er leeft onder de bevolking, ze is niet te beroerd een hele campagne tegen Griekenland te organiseren. Mogelijk hebben ze het mis, maar het kan ook zijn dat Bild hier gewoon het juiste gevoel te pakken heeft. Er is in het Duitse debat al meer ruimte voor kritiek, voor de vraag of de islam bij Duitsland hoort of niet. Immigranten zijn redelijk goed vertegenwoordigd in de politiek, in het voetbal, in de film. De beroepsbevolking krimpt, de elite vindt dat Duitsland met immigranten moet leven. Maar ze denken wel na of ze de juiste mensen aantrekken. Dat is een heel andere insteek dan bij ons, zo'n onderwerp is hier taboe."
Dwarsverbanden
Hanco Jürgens (1966, Zaandam) is wetenschappelijk medewerker aan het Duitsland Instituut Amsterdam. Hij studeerde geschiedenis in Utrecht, was stipendiaat aan het Leibniz-Institut für Europäische Geschichte in Mainz en promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar hij tevens werkte als medewerker van de werkgroep Wetenschap en Samenleving en het Honoursprogramma. Hij doet onder andere onderzoek naar de recente geschiedenis van Duitsland, Nederland en de EU en naar ideeën over Verlichting, democratie en moderniteit. Voor het Montesquieu Instituut bestudeerde hij de invloed van de EU op het Nederlandse en Duitse bestel. Recent publiceerde de historicus het boek 'Na de val, Nederland na 1989.' 'In Duitsland wordt de onvrede enorm serieus genomen. De reactie is echt anders dan in Nederland.'
Bron: Dagblad Trouw, donderdag 29 januari 2015