'Stakende senator heeft een punt, maar ook niet meer dan dat'
Analyse, Bert van den Braak
Bij het besluit van OSF-senator Kees de Lange om de laatste twee vergaderingen van de Eerste Kamer van het jaar te boycotten zijn wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Hij heeft een punt als hij kritisch is over de geplande lange duur van de twee vergaderingen. Gisteren werd al om 14.00 uur begonnen en eindigde de vergadering om 0.22 uur, vandaag wordt de vergadering om 9.00 uur hervat en de eindtijd ligt naar verwachting vannacht rond 2.15 uur.
Toch worden er eigenlijk maar vier wetsvoorstellen behandeld, waarvan een meerderheid vindt dat ze 1 januari in het Staatsblad moeten staan: over de plusregio's, over de melkveehouderij en over de pensioenen, en voorts het belastingplan 2015. Het eerste genoemde voorstel werd al in juli door de Tweede Kamer aangenomen, maar het voorstel over de melkveehouderij pas op 25 november. Bij dat laatste voorstel is het vooral de sector zelf die aandringt op spoedige afhandeling.
Het wetsvoorstel dat gaat over de pensioenfondsen - veruit het belangrijkste van de vier - werd op 16 oktober aangenomen en is gevolgd door een briefing en een deskundigenbijeenkomst. De voorbereiding moest snel, maar is wel intensief gebeurd en iedereen wist dat dit voorstel 'er aan zat te komen', ook De Lange.
Hij pleitte onder meer uitstel van behandeling van het belastingplan. De termijnen daarbij zijn echter gelijk aan alle voorgaande jaren (dit jaar was de Tweede Kamer zelfs vroeger klaar dan in 2013 en 2012).
De actie van De Lange heeft dan ook meer weg van een publiciteitsstunt, dan dat erg zwaarwegende argumenten gelden. De laatste vergaderdagen voor het kerstreces van de Senaat zijn zwaar, maar dat is eigenlijk altijd zo. In 1992 eindigde de vergadering pas om 4.33 uur.