'Geen uitbreiding parlementaire immuniteit'
Het uitbreiden van de parlementaire immuniteit in Nederland naar een bredere ‘politieke immuniteit’ dient te worden vermeden. Een absolute vrijheid van meningsuiting voor parlementariërs zou andere grondrechten schaden. Dit betoogt Sascha Hardt in een policy paper ‘The case against the introduction of ‘political immunity’ in the Netherlands’.
De reikwijdte van de parlementaire immuniteit - kernvraag: kunnen parlementariërs worden vervolgd voor wat ze buiten het parlement zeggen? - is in Nederland actueel. Naar de uitspraken van PVV-fractievoorzitter Geert Wilders over ‘minder Marokkanen’ heeft justitie een onderzoek ingesteld.
Voor het Montesquieu Instituut is de kwestie aanleiding om een policy paper over parlementaire immuniteit uit te brengen. Auteur is Sacha Hardt, verbonden aan het Montesquieu Instituut Maastricht. Hij promoveerde in 2013 op het onderwerp parlementaire immuniteit en geldt als deskundige op het terrein van het parlementsrecht.
Hardt ziet om twee redenen geen heil in verbreiding van de parlementaire immuniteit:
-
-Ten eerste zou de invoering van een dergelijke immuniteit hogere justitiële normen schenden. Parlementaire immuniteit dient, ook volgens het Europees Hof voor Mensenrechten in Straatsburg, de verbinding met het Parlement te behouden, omdat dit de reden is dat het ooit in het leven geroepen is. Een absolute vrijheid van meningsuiting is ook niet wenselijk, want dit zou in potentie waarden als privacy en non-discriminatie kunnen aantasten.
-
-Ten tweede stelt Hardt dat een eventueel toegevoegde laag van onschendbaarheid bij de bestaande wetgeving geen goede oplossing is. Deze zou namelijk dermate beperkt moeten zijn – slechts toepasbaar op noodzakelijke, incidentele uitlatingen – om binnen de wettelijke normen te vallen dat het ware probleem niet zou zijn opgelost. Dit is daarmee niet de aanpassing die het antwoord biedt op de vraag naar uitbreiding van parlementaire immuniteit.
De parlementaire immuniteit in Nederland geldt in feite alleen voor uitlatingen gedaan tijdens vergaderingen van de Staten-Generaal; daarbuiten mag dus ook een politicus vervolgd worden om hetgeen hij of zij zegt. Na de beslissing van het openbaar ministerie om Geert Wilders te vervolgen gaan er steeds meer geluiden op om in Nederland een ‘politieke immuniteit’ in te voeren die ervoor moet zorgen dat alle bijdragen van politici aan het publieke debat, dus ook buiten de Kamers, moeten kunnen.
Nederlandse politici kennen al een zeer hoge mate van vrijheid van meningsuiting, aldus Hardt, en ook al is deze in principe gelimiteerd en kan een politicus vervolgd worden om hetgeen hij of zij zegt gebeurt dit in de praktijk zelden en werkt het systeem goed. ‘If it isn’t broken, do not try to fix it’.