Radicalisering en gewelddadig extremisme: naar een krachtiger respons van de EU

Radicalisering en gewelddadig extremisme: naar een krachtiger respons van de EU
Bron: Europese Commissie: Rapid persberichten

Europese Commissie

Persbericht

Brussel, 15 januari 2014

Radicalisering en gewelddadig extremisme: naar een krachtiger respons van de EU

Terrorisme en extremistisch geweld evolueren en vormen binnen de EU een steeds grotere bedreiging. Het gevaar gaat niet alleen uit van georganiseerde groepen: steeds vaker gaat het om kleinere groepjes of geïsoleerde elementen. Hun inspiratie putten zij tegenwoordig uit zeer uiteenlopende bronnen. Steeds vaker maken zij gebruik van online instrumenten om nieuwe rekruten te ronselen en propaganda te verspreiden. Dit maakt het nog lastiger om gewelddadige acties te voorspellen en aan het licht te brengen. Bovendien reizen telkens meer Europeanen naar het buitenland om deel te nemen aan een trainingskamp en mee te vechten in oorlogsgebieden. Hierdoor radicaliseren zij nog verder en kunnen zij bij terugkeer een veiligheidsrisico vormen.

Vandaag heeft de Commissie in een mededeling tien gebieden vastgesteld waarop de lidstaten en de EU krachtiger zouden kunnen optreden om alle vormen van extremisme te voorkomen die tot geweld zouden kunnen leiden, ongeacht de aanstichter. Er wordt onder meer voorgesteld om een Europees kenniscentrum inzake gewelddadig extremisme op te richten, opleidingen voor eerstelijnswerkers te ontwikkelen en geld uit te trekken voor projecten waarbij moderne communicatiemiddelen en sociale media worden ingezet om terroristische propaganda te bestrijden. De lidstaten wordt ook verzocht om programma's op te zetten die het gemakkelijker maken voor leden van extremistische groepen om geweld en de achterliggende ideologie af te zweren. Aan de tien aanbevelingen is twee jaar gewerkt door het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering. Bij dit netwerk, dat in 2011 door de Commissie is opgezet, zijn 700 deskundigen en eerstelijnswerkers uit heel Europa aangesloten.

"Gewelddadig extremisme is een plaag die geen enkel land bespaard blijft. Nog te weinig EU-lidstaten zien dit groeiende gevaar echter onder ogen. We moeten krachtige preventieve maatregelen nemen om extremisme in al zijn verschijningsvormen tegen te gaan. Het is ons doel om de lidstaten te helpen radicalisering en extremistisch geweld te bestrijden. Ook willen we een toolbox voor preventief optreden in Europa aanreiken", aldus Cecilia Malmström, EU-commissaris voor Binnenlandse Zaken.

Om de burgers voor deze gevaren te behoeden, moet worden samengewerkt met tal van partners op lokaal, nationaal, Europees en internationaal niveau. De Commissie wil de lidstaten met name op de volgende tien manieren helpen bij de strijd tegen radicalisering:

brede nationale strategieën ontwikkelen. De lidstaten worden aangemoedigd om voor goede structuren te zorgen en daarbij ngo's, eerstelijnswerkers, veiligheidsdiensten en praktijkdeskundigen te betrekken. Zo kunnen doeltreffender maatregelen worden genomen ter voorkoming van terrorisme en gewelddadig extremisme;

volgend jaar een Europees kenniscentrum oprichten voor het inventariseren en verspreiden van beste praktijken en het opstellen van de onderzoeksagenda. Dit kenniscentrum zal beleidsmakers op lokaal, nationaal en EU-niveau van gegevens voorzien en preventie-initiatieven coördineren, zowel binnen als buiten de EU. De Commissie zal voor de periode 2014-2017 een bedrag van 20 miljoen EUR uittrekken voor het kenniscentrum en andere centraal beheerde werkzaamheden op het gebied van preventie, zoals de activiteiten van het EU-netwerk en de ondersteuning van uitstapprogramma's in de lidstaten;

de activiteiten van het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering uitbouwen om zijn rol te versterken, en te waarborgen dat het de lidstaten waar nodig praktische richtsnoeren kan aanreiken;

zorgen voor opleiding voor eerstelijnswerkers die beroepshalve met risicogroepen te maken krijgen, zoals rechtshandhavings- en gevangenispersoneel, maar bv. ook maatschappelijk werkers, docenten en zorgwerkers. Het gaat erom hen duidelijk te maken hoe een radicaliseringsproces verloopt en hoe zij hierop kunnen reageren;

in alle EU-lidstaten programma's opzetten voor het afzweren van extremistische ideologieën en/of extremistisch geweld (" uitstapprogramma's"). Hoewel dergelijke programma's zeer doeltreffend zijn, beschikt het overgrote deel van de EU-lidstaten er vooralsnog niet over. Er kan het beste worden samengewerkt tussen meerdere sectoren en actoren. Daarbij is vooral een grote rol weggelegd voor mensen die deel uitmaken van dezelfde familie of gemeenschap als de gewelddadige extremisten, en die dicht bij hen staan. De Commissie verstrekt desgewenst richtsnoeren voor het opzetten van uitstapprogramma's en het opleiden van lokale beroepskrachten die bij deze programma's betrokken zijn. In het verleden heeft de Commissie circa 10 miljoen EUR aan ISEC-middelen besteed aan deradicaliseringsprojecten. Via het ISEC-fonds financierde de Commissie een groot aantal projecten die moesten leiden tot meer kennis over het radicaliseringsproces en expertise inzake preventie;

nauwer samenwerken met de civiele samenleving en de particuliere sector om onlineproblemen aan te pakken. Dankzij discussiefora, sociale media, blogs enz. wemelt het op internet van de extremistische propaganda. Het verbieden en verwijderen van illegaal materiaal is niet voldoende. Er moet ook worden gezorgd voor tegengeluiden, die het extremistische betoog ontkrachten. Vertegenwoordigers van gemeenschappen, individuele burgers, slachtoffers en voormalige extremisten kunnen allen een helder signaal afgeven. De Commissie stelt voor om een forum op te richten waarbinnen grote namen uit de sector zich kunnen beraden op mogelijkheden tot nauwere samenwerking. Ook ondersteunt zij de verspreiding van tegengeluiden.

Slachtoffers meer invloed geven, omdat hun relaas een grote rol kan spelen bij het voorkomen en ongedaan maken van radicalisering. Slachtoffers zullen hun verhaal echter alleen willen vertellen, als zij zich op hun gemak voelen en op de nodige hulp kunnen rekenen. De Commissie zal slachtoffergroepen en -netwerken ondersteuning bieden ten behoeve van communicatie- en voorlichtingsactiviteiten (bv. door projecten te financieren);

jongeren aanmoedigen om kritisch na te denken over extremistische boodschappen. Onderwijs en uitwisselingen zijn van groot belang om jongeren te leren kritisch na te denken over extremistische standpunten en dergelijke propaganda te doorzien. De Commissie zal ondersteuning bieden aan lokale gemeenschappen en groepen die zich bezighouden met voormalige gewelddadige extremisten en hun slachtoffers; zij kunnen immers het best beschrijven hoe het er bijvoorbeeld in een oorlog of een terroristisch trainingskamp aan toegaat;

meer onderzoek doen naar ontwikkelingen op het gebied van radicalisering. Er blijft EU-financiering beschikbaar voor onderzoek naar het ontstaan van en de motieven voor radicalisering en deradicalisering, alsook naar de rol van bijvoorbeeld ideologie, online rekruteringstechnieken en voorbeeldfiguren;

nauwer samenwerken met partnerlanden buiten de EU. Niet alleen in de EU zijn mensen vatbaar voor radicalisering. De Commissie en de hoge vertegenwoordiger blijven samenwerken met derde landen om radicalisering tegen te gaan. Daarbij wordt gebruikgemaakt van EU-middelen om opleiding aan te bieden, om bepaalde media te ondersteunen en om andere preventie-initiatieven aan de basis te bevorderen. Strategieën ter voorkoming van radicalisering en gewelddadig extremisme dienen ook te worden geïntegreerd in instrumenten voor ontwikkelingssamenwerking.

Bovendien publiceert de Commissie vandaag een overzicht van benaderingen en praktijken op het gebied van het voorkomen en tegengaan van radicalisering. Dit overzicht is opgesteld door het EU-netwerk en bevat acht voorbeelden van hoe beroepskrachten radicalisering kunnen voorkomen. Daarbij wordt telkens een aantal praktijken en projecten vermeld. Voor de in de mededeling voorgestelde maatregelen kan dus worden teruggegrepen op dit overzicht.

Achtergrond

Sinds 2005 is de EU-strategie ter bestrijding van radicalisering en rekrutering van terroristen (die voor het laatst is aangepast in 2008 ) bepalend voor de aanpak van radicalisering. De strategie erkent dat de EU-lidstaten verantwoordelijk zijn voor de veiligheid, maar voorziet wel in gemeenschappelijke normen en maatregelen die terroristische radicalisering en rekrutering moeten voorkomen. Er zijn drie categorieën maatregelen:

verstoren van de activiteiten van personen en netwerken die mensen tot terrorisme bewegen;

ervoor zorgen dat de gematigde standpunten meer weerklank vinden dat extremistische ideeën; en

veiligheid, rechtvaardigheid, democratie en kansen voor iedereen nog sterker bevorderen.

De mededeling van vandaag sluit aan bij de conclusies van de Raad van juni 2013 en loopt vooruit op de herziening van de EU-strategie in de loop van 2014.

De Europese Commissie ondersteunt de lidstaten ook nu al bij hun inspanningen om gewelddadig extremisme te voorkomen en tegen te gaan. In de wetenschap dat radicalisering het best kan worden bestreden door zich te richten op kwetsbare personen binnen de meest relevante gemeenschappen, heeft de Commissie in september 2011 het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering (IP/11/1011) opgezet .

Dit netwerk ondersteunt in de hele EU lokale eerstelijnswerkers die radicalisering en gewelddadig extremisme voorkomen en bevordert de uitwisseling van ervaringen en beproefde methoden. Bij het netwerk zijn toonaangevende deskundigen en beroepskrachten aangesloten. Deze zijn verdeeld over acht werkgroepen die zich bezighouden met politiële kwesties en rechtshandhaving, het verhaal van slachtoffers van terrorisme, internet en sociale media, preventie, deradicalisering, penitentiaire en reclasseringsdiensten, gezondheidszorg, en de interne en externe dimensie ( MEMO/13/40 ) .

Nuttige links

Link to Communication

Website van Cecilia Malmström

Volg commissaris Malmström op Twitter

Website van het EU-netwerk voor voorlichting over radicalisering

Website van DG Binnenlandse Zaken

Volg DG Binnenlandse Zaken op Twitter