Denken over politiek (6): Freud

Veel e-mailtje die Tweede Kamerleden ’s nachts krijgen zouden mooi onderzoeksmateriaal zijn geweest voor Sigmund Freud. Geschreven in blinde woede of in blijkbare dronkenschap. Soms wil ik wel eens reageren, vaak krijg ik dan een vriendelijke mailtje terug, met dank voor de reactie en excuses voor de harde woorden. Plegers van zinloos geweld, dronken voetbalhooligans, vaak kunnen zij niet verklaren waarom zij iets hebben gedaan. Soms vergoelijken ze hun gedrag door te zeggen dat ze ‘zichzelf’ niet waren.

Freud probeerde dit onbehagen van mensen te verklaren. Hij stelde dat ieder mens emotioneel gevangen zit tussen de morele eisen die de samenleving ons oplegt en de ongeremde driften die ons onderbewuste sturen. Ons verstand weet dat we ons moeten gedragen, maar onze onderbuik wil dat niet altijd. Dan raken we in de war en gaan we ons vreemd gedragen. Het probleem is niet dat sommige mensen afwijkend gedrag vertonen, maar dat we leven in een samenleving die ons zo nu en dan gek maakt.

Het goede nieuws is, Freud had een oplossing: hij ontwikkelde een therapie die mensen leerde beter om te gaan met hun onderbewuste. Het slechte nieuws is, deze werkte niet: Freud was zelf de eerste die het experiment aanging, maar hij faalde hopeloos. Ik zou niet willen voorstellen om iedereen in psychotherapie te doen. Misschien moeten we de onderbuik niet aansnoeren, maar juist ruimte gunnen. Internet als een collectieve therapie, om stoom af te blazen. Dan vind ik het niet erg om elke ochtend wat vreemde mailtjes weg te werken.

Deze column verscheen op www.thepostonline.nl.