Denken over politiek (1): Socrates
In de Tweede Kamer gebeurt het zelden dat een politicus zo onder de indruk is van de argumenten van zijn tegenstander, dat hij van standpunt verandert. Dat is vreemd, want hier is het parlement toch eigenlijk voor bedoeld: politici die elkaar kritisch bevragen, om zo tot de beste oplossing te komen. De Tweede Kamer lijkt meer op een podium, waarop politici hun verhalen verkondigen. Dit is precies waarom Socrates weinig waardering had voor de Atheense democratie.
In de volksvergadering van Athene kreeg de elite altijd haar zin. Zij huurde gewiekste retorici in, die de bevolking met bevlogen, maar onjuiste redeneringen aan hun kant wisten te krijgen. Volgens Socrates moeten burgers de waarheid zelf achterhalen. Die waarheid leer je alleen als je vooroordelen opzij durft te zetten en jezelf leert kennen. De filosoof ging de markt op om eindeloos vragen te stellen, totdat mensen in staat waren hun eigen conclusies te trekken.
De waarheid van de burgers bleek lang niet altijd te verenigen met de belangen van de elite: Socrates werd veroordeeld tot het drinken van de gifbeker. De retorici wonnen het van de filosoof, de vraag legde het af tegen het antwoord. Dat is het gif van onze democratie.
Een mooi verhaal kan problemen verbloemen, een goede vraag legt problemen bloot. Socrates leert het belang van vragen in de politiek. Blijven doorvragen, tot mensen overtuigd zijn van hun eigen antwoord.
Deze column verscheen eerder op www.thepostonline.nl