Dit zorgpremieplan moet beter
Inkomensafhankelijke zorgpremies: ze zouden er nu eindelijk komen. De sterkste schouders de zwaarste lasten. Dat heet solidariteit en daar is het overgrote deel van alle Nederlanders gelukkig warm voorstander van. Voor de PvdA was het binnenhalen van deze maatregel een belangrijk succes, een succes waarmee ik Diederik Samsom oprecht feliciteerde. Maar de uitwerking moet wel beter. Want wat blijkt: het plan voor inkomensafhankelijke premies ís niet echt een inkomensafhankelijk plan, de hoogste inkomens doen namelijk niet mee.
Voor lage inkomens pakt de maatregel redelijk goed uit. Zij betalen iets minder zorgpremie, dat is positief. De echte klappen vallen echter bij de middeninkomens. Zij betalen niet een beetje extra premie, maar enorm veel extra premie. Rutte en Samsom durven het niet aan om de echt rijke Nederlanders te belasten. PvdA en VVD hebben namelijk een bovengrens ingebouwd. Boven de 70.000 euro stijgt de premie niet verder. Iemand met een megasalaris van een paar ton betaalt dan evenveel premie als iemand met een inkomen van 70.000 euro. Dat heeft niks met inkomensafhankelijkheid te maken.
Het moet beter. Vorig jaar presenteerden wij een voorstel voor inkomensafhankelijke premies. In dit voorstel betalen alle Nederlanders naar draagkracht bij aan de zorgkosten. Het inkomens-afhankelijke deel is bij de SP geen 11% maar ongeveer 5%. We hebben geen bovengrens, daarom is het percentage zoveel lager en daarom pakt het veel gunstiger uit. Driekwart van de huishoudens gaat er op vóóruit. Vanaf een gezinsinkomen van 80.000 euro betalen mensen gestaag meer.
Zo verdeel je rekening van onze zorg eerlijk. Het zorgpremieplan moet echt veel beter wil het op steun van de SP kunnen rekenen. Diederik Samsom wil graag eerlijk delen, ik wil hem daar graag bij helpen. Het grote probleem is de bovengrens, haal die weg dan kan percentage naar 5% en wordt de premie voor iedereen betaalbaar. Laten we samen kijken hoe we dit voorstel beter kunnen maken, want dát er een inkomensafhankelijke premie komt, is natuurlijk heel goed.
Emile Roemer