Oog en naald
Mensen die iets doen, louter omdat het kan, bedreigen juist de vrijheid
Wie serieus werk maakt van zijn christelijk geloof, die stemt links. Dat stelt een groep predikanten van verschillende kerken in het manifest ‘Sociaal in plaats van liberaal’. Ook in 2006 besloten veel christenen SP te stemmen, omdat de idealen van deze partij aansluiten bij de uitgangspunten van hun geloof. Nu zien we dat christenen hun afkeer van het neoliberalisme opnieuw combineren met een stem op de SP. Andersom geldt misschien hetzelfde. Ook voor niet-gelovigen kunnen de verhalen van de Bijbel een bron zijn van inspiratie.
‘Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ Het gebeurt niet vaak dat Jezus zijn leerlingen choqueert, maar volgens Matteüs waren zij na deze woorden ‘hevig ontzet’. ‘Wie kan er dan nog gered worden?’ Het antwoord van Jezus geeft weinig houvast: ‘Bij God is alles mogelijk.’
De leerlingen van Jezus waren arm, maar hadden eerbied voor rijkdom. Dat verklaart misschien hun ontzetting: als deze mensen al niet te vertrouwen zijn, wie dan nog wel? Nog steeds zien we geld als een soort beloning, voor mensen die hard werken en bijzondere prestaties leveren.
In de financiële City van Londen lopen weinig kamelen, maar des te meer bankiers, die ons in een diepe crisis hebben gestort. In economische modellen is weinig ruimte voor moraal. Toch is deze crisis niet het gevolg van verstoringen van economische wetten, maar veroorzaakt door immoreel handelen van individuen.
Vooral van bankiers. Zij gaven mensen fouten leningen, die ze nooit zouden kunnen terugbetalen. Zij maakten foute financiële producten, die wel moesten leiden tot faillissementen. En logen vervolgens over het gevoerde beleid. Veel landen staan financieel op de rand van de afgrond, als gevolg van het gedrag van een kleine groep mensen.
Waarom hebben deze bankiers dit gedaan? Ik geloof niet dat zij van nature slechter zijn dan andere mensen. Ik denk wel dat de omgeving hun gedrag heeft gecorrumpeerd. Bankiers kennen veel onderlinge competitie, dat kan uitnodigen tot vals spel. Maar vals spelen wil zeggen dat je stiekem de regels overtreedt - en dat is hier niet het geval.
Bankiers die liegen en bedriegen krijgen juist een extra bonus van de bank, in alle openheid. Als een wielrenner die extra premie ontvangt als hij doping gebruikt. Daarmee heeft de financiële wereld een omgeving gecreëerd die slecht gedrag beloond: de knapste koppen worden ingehuurd, om de meest destructieve dingen te bedenken.
Weinig bankiers zullen dit goed vinden, maar toch gaan zij er mee door. Omdat het kan, omdat het wordt toegestaan. Hier ligt natuurlijk een taak voor de politiek, om de financiële markten beter te reguleren en dit soort gedrag moeilijker te maken. Maar het probleem zit dieper.
Het gedrag van bankiers leidt niet alleen tot een economische, maar ook tot een morele crisis. Mensen die iets doen, louter omdat het kan, bedreigen juist de vrijheid. Alles doen wat mogelijk is, leidt tot een politiek die alles wat slecht is zou moeten verbieden. De vrijheid van de markt bedreigt daardoor de vrijheid van de samenleving. Als een naald die in ons eigen oog prikt.