Het politieke midden moet perspectief durven bieden
DEN HAAG (PDC) - Partijen zijn niet meer in staat pijn te leiden. Dit betoogde CDA-kamerlid Sander Rouwe tijdens een debat over de toekomst van het politieke midden in Nieuwspoort. Met het lenteakkoord leek het midden zichzelf herpakt te hebben. Maar recente interne strubbelingen en de opkomst van de linkse en rechtse flanken hebben de toekomst voor het midden onzeker gemaakt.
Al lang voor de crisis daalde de aanhang van de middenpartijen, aldus parlementair verslaggever Marcel ten Hooven. Hierdoor is hun stabiliserende werking op de politiek verdwenen en is de bereidheid tot compromissen sterk afgenomen. Dit is echter zeer belangrijk in de Nederlandse politiek, want alleen zo kunnen de belangen van de minderheden gewaarborgd worden. Politicoloog Ruud Koole zag het zonniger in: in de jaren negentig was er niets meer te kiezen omdat alle partijen zich in het midden bevonden. Nu is er tenminste ruime keuze voor de burger.
Ook stelde Koole dat het CDA er veel slechter aan toe is dan de PvdA. Waar de PvdA succesvol de stap van arbeiders- naar middenklasse heeft weten te maken, heeft het CDA nog geen antwoord gevonden op de voortschrijdende secularisatie van Nederland. Sander Rouwe erkent de crisis waarin het CDA nu zit; door vergrijzing is de klassieke CDA-achterban langzaam aan het uitsterven, en de gematigde culturele politiek van de laatste decennia heeft ertoe geleid dat het CDA is ingehaald op de flanken.
Catelene Passchier van het FNV vindt dat de flanken te makkelijk worden afgewezen als populistisch. De middenpartijen zullen moeten begrijpen waarom de mensen op deze partijen stemmen. PvdA-kamerlid Marriëte Hamer denkt dat het veranderende stemgedrag komt door de groeiende onzekerheid over de toekomst. Met het lenteakkoord is politieke chaos ontstaan, terwijl continuïteit en stabiliteit nu juist nodig zijn om die onzekerheid weg te nemen. Marcel ten Hooven vindt het essentieel dat de middenpartijen nu met een verhaal over Europa komen dat perspectief zal bieden voor de mensen en de onzekerheid zal wegnemen.
Voor ChristenUnie-fractieleider Arie Slob is het vooral belangrijk dat de partijen weer durven samen te werken. Je moet helder blijven in je visie, maar wel de andere durven op te zoeken. Ook Ruud Koole vindt dat het midden niet als een consensusblok moet fungeren, maar zijn diversiteit moet laten zien. Sander Rouwe ziet hetzelfde probleem bij het CDA, waar regeren heeft geleid tot verbleking. Als onderdeel van het nieuwe radicale midden zal het CDA zijn kernpunten duidelijk moeten benoemen. Marriëte Hamer sloot zich bij Slob en Koole aan en voegde daaraan toe dat het belangrijk zal worden voor partijen om niet alleen maar te focussen op de volgende verkiezingsuitslag, maar ook om af en toe op de korte termijn pijnlijke beslissingen te durven nemen.
Tot slot vond Marcel ten Hooven dat er twee dingen moeten gebeuren: ten eerste zal het CDA zijn nieuwe verhaal zelf serieus moeten gaan nemen als het wil dat de kiezer dat ook gaat doen. Dit betekent dus dat er niet meer gemarchandeerd moet worden met kernprincipes zoals dat de laatste twee jaar is gebeurd. Ten tweede zullen de middenpartijen de toenemende ongelijkheid vanuit hun eigen ideologie moeten bestrijden. De sociale middenklasse moet in stand blijven als het politieke midden wil blijven bestaan.