Koning Donner
Piet Hein Donner is een aardige man, met vriendelijke pretogen en een tevreden glimlach. Zijn optreden in de Tweede Kamer is in veel opzichten een verademing. Hier staat een minister die niet voortdurend loert naar zijn ambtenaren, die niet alleen de voorbereide blaadjes opleest en die de Kamerleden weet te charmeren met humor en met provocaties. Maar na een debat met Donner blijft er altijd iets knagen: heeft de minister wel geluisterd? Zijn we hier iets mee opgeschoten?
Donner bedient zich van - wat ik noem - de ‘moerasstrategie’. De minister geeft netjes antwoord op alle vragen, maar laat de Kamer ondertussen verdrinken. Met lange en monotone verhalen die logisch klinken, maar dat lang niet altijd zijn: zelden heb ik iemand gezien die zo opgewekt zo kan bluffen. Als de meerderheid iets wil, dan blijft hij zich zo lang mogelijk verzetten. Als de Kamer een voorstel aanneemt, dan voert hij dat liefst zo slecht mogelijk uit.
Zijn onbuigzaamheid doet Donner voortdurend breken
Minister Donner staat in de Kamer als een Koning, die naar iedereen wil luisteren, maar ondertussen zijn eigen gang gaat. Het is te prijzen als een minister zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en zich niet laat leiden door de waan van de dag. Maar de tijd van Koningen is voorbij. De woningbouw, de integratie, het lokale bestuur, deze ervaren minister krijgt nauwelijks iets voor elkaar. Zijn onbuigzaamheid doet Donner voortdurend breken.
Donner wil nu onderkoning worden, hij is de belangrijkste kandidaat om vicepresident te worden van de Raad van State. Die vicepresident wordt wel de ‘onderkoning van Nederland’ genoemd, omdat hij zo’n belangrijke rol speelt als adviseur van de regering. Dat is natuurlijk heel vreemd: Donner moet straks de huidige wetten van Donner kritisch gaan beoordelen. Maar het past mooi in de logica van Koning Donner, die het liefst verantwoording aflegt aan zichzelf.