Veelgestelde vragen over het Jaarverslag 2010 van de Europese Rekenkamer

  • Zijn de rekeningen over 2010 fout?

Nee, de Rekenkamer concludeert dat de rekeningen over 2010 in elk materieel opzicht een getrouw beeld geven van de financiële situatie van de EU en van haar resultaten over het jaar.

  • Wat betekent het geschatte foutenpercentage van 3,7 %?

Het door de Rekenkamer geschatte foutenpercentage voor betalingen uit de algehele EU-begroting 2010 beliep 3,7 %. Het foutenpercentage is geen schatting van fraude, maar weerspiegelt de schatting door de Rekenkamer van de mate waarin de regels die gelden voor de uitgaven niet worden nageleefd, zoals overtredingen van de regels voor het plaatsen van overheidsopdrachten, niet-subsidiabele kosten of de onjuiste berekening van kosten die worden gedeclareerd voor de projecten met cofinanciering van de EU, of een te hoge opgave van de perceeloppervlakte door boeren.

  • Betekenen fouten fraude?

Nee, slechts een zeer klein deel van de door de Rekenkamer geconstateerde fouten houdt verband met fraude. Om EU-financiering te ontvangen moeten begunstigden specifieke, voor de uitgaven geldende regels naleven. Fraude is opzettelijke misleiding om daar voordeel mee te behalen. Heeft de Rekenkamer redenen om te vermoeden dat er frauduleus is gehandeld, dan meldt zij dit bij OLAF, het bureau voor fraudebestrijding van de Unie. OLAF stelt daarop een onderzoek in en geeft op gepaste wijze opvolging aan ieder geval.

  • Is er een rol weggelegd voor de lidstaten bij het verlagen van het foutenpercentage?

Ja. Het is de verantwoordelijkheid van degenen die de EU-middelen beheren om de kans op fouten te beperken en controles in te stellen die fouten voorkomen dan wel opsporen en corrigeren. Bij 80 % van de EU-uitgaven wordt het beheer van de middelen gedeeld door de Commissie en de lidstaten. De Commissie behoudt echter de algehele verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de EU-begroting.

  • Hoe verhouden de resultaten van 2010 zich tot die van 2009?

Het algemene geschatte foutenpercentage steeg van 3,3 % in 2009 tot 3,7 % in 2010. Dit is te wijten een stijging in het geschatte foutenpercentage voor de betalingen op het gebied van Cohesie, energie en vervoer. Voor de andere terreinen van EU-uitgaven bleef het geschatte foutenpercentage voor de betalingen betrekkelijk stabiel ten opzichte van 2009.

Jaarverslag 2010 PERSMAP in 22 EU-talen www.eca.europa.eu