De geheimen van de dienst
Van Raak gaat op bezoek bij de AIVD en wil horen of de dienst infiltreert in actiegroepen, de journalistiek en de politiek.
Geheime diensten die geweld uitlokken tegen vreedzame demonstranten, die journalisten gebruiken als dekmantel, of zich mengen in de politiek. Dat soort verhalen hoor je wel eens, over verre dictaturen. Ook in Nederland doen allerlei verhalen de ronde: de AIVD zou infiltreren in actiegroepen, journalisten zouden op de loonlijst staan, medewerkers bespioneren politieke partijen. Ik geloofde die verhalen niet, dat doen we toch niet in Nederland? Tot ik in De Telegraaf de ontboezemingen las van Paul Kraaijer. De verhalen van deze spion geven een interessant inkijkje in de werkwijze van de geheime diensten. Aanstaande maandag ga ik bij de AIVD op bezoek en wil ik horen of die verhalen waar zijn.
Een democratie kan niet zonder geheime diensten, die moeten ons beschermen tegen mensen die onze democratie willen ondermijnen. Alleen dan kunnen burgers vreedzaam demonstreren, journalisten onafhankelijk onderzoek doen en politici in vrijheid besturen. Maar als de AIVD de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van nieuwsgaring of de vrijheid van vereniging ondermijnt, moet de Tweede Kamer daartegen kunnen optreden. Om dat democratische werk te kunnen doen hebben wij informatie nodig. Ik zal de AIVD drie vragen stellen:
1 Paul Kraaijer was van 1986 tot 2011 actief. Hij infiltreerde in verschillende actiegroepen en richtte zelfs groepen op, zoals de Antifascistische Actie, die in Zwolle volledig onder controle stond van de dienst. Kraaijer organiseerde ook acties, die soms uitliepen op geweld. Een spion die geweld organiseert, dat kan toch nooit de bedoeling zijn? Dat is toch een daad tégen onze democratie? Mijn eerste vraag die ik de AIVD maandag zal stellen is dan ook: in welke actiegroepen zijn de geheime diensten de afgelopen 25 jaar geïnfiltreerd? Welke gewelddadige acties zijn mede door medewerkers van de diensten georganiseerd?
2 Paul Kraaijer was een buitengewoon actieve spion. Tussen al het actievoeren door schreef hij ook artikelen, bijvoorbeeld voor dagblad Trouw. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) luidde hierover de noodklok. Zij wil niet dat de journalistiek wordt gebruikt als dekmantel. Dat zou de Tweede Kamer ook niet moeten willen. Als duidelijk wordt dat journalisten werken voor de AIVD kan dat andere journalisten in gevaar brengen. De tweede vraag die ik maandag zal stellen is: hebben de veiligheidsdiensten de afgelopen 25 jaar journalisten gebruikt als dekmantel? Hoe verhoudt zich dit tot de onafhankelijkheid van de journalistiek?
3 Bij mijn weten is Paul Kraaijer ook actief geweest in verschillende politieke partijen. Minister Ter Horst heb ik wel eens gevraagd of spionnen actief zijn binnen politieke partijen en zij ontkende dat. Maar hoe zit het dan met deze spion? De derde vraag die ik de AIVD wil voorleggen is: in welke politieke partijen zijn de geheime diensten de afgelopen 25 jaar geïnfiltreerd? Wat hebben die spionnen daar zoal uitgespookt?
Een democratie kan niet zonder geheime diensten. Juist om onze democratie te verdedigen moeten die diensten soms dingen doen die we liever niet zien. Maar dat is een wankel evenwicht. De Tweede Kamer mag zich niet buiten die discussie plaatsen. Wij moeten kunnen beoordelen of het optreden van de geheime diensten de democratie beschermt, of juist ondermijnt. Dat is ónze democratische taak.