Europarlement: wil de EU haar doelstellingen behalen dan is bevriezen budget geen optie

Het Europees Parlement daagt landen die de lange termijn begroting (2014-2020) willen bevriezen uit om keuzes te maken. Zij moeten aangeven welke doelstellingen ze willen laten vallen indien ze aan de zogenaamde 'nullijn' willen vasthouden, zo stelt het EP. Wil de EU al haar doelen voor 2020 halen, dan moet de EU-begroting volgens het EP minimaal 5% stijgen ten opzichte van 2013.

"We moeten de slechte gewoonte stoppen om alsmaar meer politieke doelen te stellen zonder daar geld voor vrij te maken... Een verlaging van de Europese begroting is geen reële optie voor diegenen die geloven in een sterk Europa", zei  Salvador GARRIGA POLLEDO (EPP, ES), de Parlementariër die de resolutie over de nieuwe zevenjaren begroting (ook wel bekend als financiële perspectieven) door het Parlement loodste.

"De voorzitter van de speciale parlementaire commissie voor de meerjarenbegroting, Jutta HAUG (S&D, DE), vindt dat de EU2020 strategie en andere beleidsdoelen duidelijk in de begroting verwerkt moeten worden: "Als we om een verhoging van de begroting vragen, is dat niet omdat we maar wat bedenken. Wij willen een realistische en uitvoerbare begroting."

Het rapport is met 468 stemmen voor, 134 tegen en 54 onthoudingen aangenomen.

Parlementariërs vinden dat vasthouden aan de nullijn (ten opzichte van de begroting van 2013) niet realistisch is als alle doelen gehaald moeten worden. Als de door het EP gewenste 5% stijging wordt doorgevoerd, zou de begroting op ongeveer 1,11% van het Bruto Nationaal Product (BNP) uitkomen. In 2013 is dat naar verwachting 1,06%.

Keuzes maken

Een aantal landen, onder wie Nederland, heeft aangegeven dat de EU-begroting de komende zeven jaar niet meer mag stijgen dan inflatie. Het EP vindt dat die landen precies moeten aangeven welke doelstellingen ze willen laten varen om dit te realiseren. Anders - zo vreest het Parlement - zou de opstelling van deze landen de al afgesproken stijging van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling, infrastructuur, buitenlandsbeleid en uitbreiding op het spel zetten.

Regionale ontwikkeling (cohesie en structuurfondsen) en landbouwuitgaven moeten op het huidige peil gehandhaafd blijven, zo stelt de resolutie die vandaag is aangenomen. Het EP wil dat er meer geïnvesteerd wordt in energienetwerken en energiebesparende technologie. Besparingen op administratieve uitgaven worden mogelijk geacht.

Voor nieuwe middelen, tegen nieuwe kortingen

Het EP is kritisch op de manier waarop de EU wordt gefinancierd aangezien de begroting voor het overgrote deel uit nationale bijdragen wordt bekostigd. Dit terwijl het EU-verdrag stelt dat de EU-begroting "geheel uit eigen middelen dient te worden gefinancierd". Het huidige systeem leidt ertoe dat lidstaten vooral kijken naar wat ze betalen en terug krijgen (de zogenaamde netto betalingsposities), terwijl er nauwelijks nog aandacht lijkt te zijn voor de solidariteitsgedachte of voor de voordelen die financiering op Europese schaal met zich meebrengt, zo stelt het EP.

Een systeem van echte eigen middelen is "eerlijker, transparanter en eenvoudiger" en leidt noch tot hogere uitgaven, noch tot hogere belastingdruk voor EU-burgers, aldus het EP dat bovendien wil dat er een einde komt aan alle "kortingen, uitzonderingen en correctiemechanismen" die het huidige systeem kenmerken.

Flexibiliteit

Eén van de problemen met het huidige financiële meerjarenkader is dat er tussentijds - in de jaarlijkse begrotingen - nauwelijks ingespeeld kan worden op onverwachte ontwikkelingen of nieuwe prioriteiten. Het EP wil daarom een 'globale marge' creëren van geld dat niet besteed is in voorgaande jaren.

Volgende stappen

Met dit rapport is het EP de eerste instelling die duidelijk maakt hoe ze over het toekomstige financiële meerjarenkader denkt. De Europese Commissie presenteert op 29 juni twee voorstellen. Eén voor het meerjarenkader één voor een nieuw systeem van eigen middelen. De onderhandelingen beginnen daarna. Het huidige financiële meerjarenkader eindigt eind 2013.