Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
Deze organisatie is in Nederland de wettelijke toezichthouder op het gebied van persoonsgegevens. Het college van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) bestaat steeds uit maximaal drie leden die door de minister van Justitie aangewezen worden. De AP kan bedrijven en overheden dwangsommen opleggen als zij niet zorgvuldig met persoonsgegevens omgaan of de privacy van mensen schenden.
De belangrijkste taak van de AP is het toezien op de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). In deze wet wordt geregeld welke gegevens overheidsdiensten en bedrijven mogen opslaan en hoe ze deze mogen gebruiken. Het gebruik van persoonsgegevens door gemeenten en politie wordt geregeld in twee andere wetten, de Wet basisregistratie personen (Wet BRP) en de Wet politiegegevens (Wpg). Ook de naleving van deze wetten wordt door de Autoriteit Persoongegevens gecontroleerd.
De taken van nationale toezichthouders voor persoonsgegevens zijn vastgelegd in een Europese richtlijn. Hierdoor heeft elke lidstaat van de EU een organisatie die vergelijkbaar is met de AP. Naast het houden van toezicht op de wetten en het beboeten van bedrijven en overheden die deze overtreden, dient de AP ook gevraagd en ongevraagd advies te geven over wetsvoorstellen die met het gebruik en de verwerking van persoonsgegevens te maken hebben.
De AP is in 2001 ingesteld, toen ook de Wbp van kracht werd. De naam luidde toen: College Bescherming Persoonsgegevens, Het CBP was de opvolger van de Registratiekamer. Per 1 januari 2016 is de naam gewijzigd in Autoriteit Persoonsgegevens.
De voorzitter en leden van het college van de AP worden bij koninklijk besluit benoemd na voordracht door de minister van Justitie. De ambtstermijn van de voorzitter en de andere leden is 5 jaar. Deze termijn kan verlengd worden met 5 jaar door herbenoeming.
Het huidige college bestaat uit:
-
-Aleid Wolfsen (voorzitter)
-
-Monique Verdier (vicevoorzitter)
-
-Katja Mur