In memoriam: Max van der Stoel
Er is geen Nederlander die sinds de Tweede Wereldoorlog een grotere rol heeft gespeeld in de internationale diplomatie dan Max van der Stoel. Ik heb nog niemand anders ontmoet die zo consequent het algemeen belang boven zijn eigen belang wist te stellen, voor wie de zaak altijd voorop stond, voor wie alleen het resultaat telde en nooit de schone schijn.
De PvdA is voor mij ondenkbaar zonder de erfenis die Max achterlaat. Hij is drager van een belangrijk deel van ons collectieve gedachtegoed, van ons geweten, van onze dromen over een meer rechtvaardige toekomst met kansen voor iedereen, ongeacht hun achtergrond of de omstandigheden waaronder zij leven.
Door Frans Timmermans, 23 april 2011.
'Aan het volle leven van Max van der Stoel is op paaszaterdag een einde gekomen. Na een kort ziekbed is hij gestorven, in het Bronovoziekenhuis te Den Haag, de stad waar hij een groot deel van zijn leven heeft gewoond.
Max kon prachtig vertellen over zijn kinderjaren in Voorschoten. Daar was zijn vader huisarts en Max mocht geregeld mee als dokter Van der Stoel visites aflegde. Zij kwamen dan thuis bij dagloners, landarbeiders op de bollenvelden, mensen die in die crisisjaren - we hebben het over de jaren dertig van de vorige eeuw - in diepe sociale ellende zaten. Dit maakte een onuitwisbare indruk op de jonge Max, die zag hoe de crisis deze arme mensen veel harder trof dan de middenstanders of de rijken. Hij zag ook dat ongezondheid en armoede onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zo werd hij al heel jong overtuigd van de noodzaak van meer sociale rechtvaardigheid.
In de meidagen van 1940 verbleef Max bij zijn moeder in Leiden, die inmiddels niet meer bij zijn vader woonde in Voorschoten. De Duitse inval maakte hij heel bewust mee, hij zag de parachutisten neerdalen en hoorde luchtgevechten boven de bollenstreek, toen hij met zijn moeder trachtte haar ouders te bereiken, die daar een tuinderij hadden. De bijna zestienjarige voelde een machteloze woede.
Zestig jaar later kon hij nog steeds heel precies vertellen hoe hij zijn vuisten balde in het aangezicht van de brute wijze waarop Nederlanders bijna achteloos geheel rechteloos gemaakt werden. De arrestatie van professor Cleveringa, de deportaties, de arrestatie van verzetsmensen, het waren allemaal gebeurtenissen die Max vormden tot de compromisloze bestrijder van onrecht die hij later werd.
Gedurende de oorlog luisterde hij stiekem naar de BBC en volgde hij niet alleen de oorlogshandelingen zo, maar ook de binnenlandse politiek van het Verenigd Koninkrijk. Hij voelde zich thuis bij Labour, omdat die partij naar zijn gevoel het beste de sociale beweging combineerde met het streven naar meer persoonlijke vrijheid. Dat bracht hem er ook toe zich meteen bij de oprichting aan te melden bij de Partij van de Arbeid, die immers ook de sociale beweging van de SDAP en de vrijzinnige gedachte van de VB in zich verenigde. Hij zou de PvdA trouw blijven tot aan zijn dood.
In zijn meest vormende jaren leefde Max in een dictatuur, toen hij eenmaal de vrijheid had geproefd, maakte hij van de bestrijding van dictaturen zijn levensdoel. Zelden zal een lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa zoveel invloed hebben gehad als hij. Zijn voor de Griekse kolonels vernietigende rapport leidde tot de uitsluiting van het regime uit de Raad van Europa, hetgeen, zo heeft de huidige premier George Papandreou eens gezegd, niet alleen het verzet tegen de kolonels moed gaf, maar het regime ook een harde, uiteindelijk dodelijke klap toebracht.
Gedurende de jaren van communistische dictatuur aan gene zijde van het IJzeren Gordijn, streed Max zij aan zij met de dissidenten, ook toen hij minister van Buitenlandse Zaken was. Hoogst ongebruikelijk vond men dat in die tijd, maar daar trok hij zich niets van aan. Ook blijf hij uiterlijk onbewogen bij alle kritiek in de eigen partij, met name van Nieuw Links. In een tijd van grote politieke polarisatie, wenste Max geen onderscheid te maken tussen zogenaamde ‘linkse’ en ‘rechtse’ dictaturen. Zijn pragmatisch idealisme verdroeg zich slecht met de schreeuw om getuigenispolitiek, die toen in de hele samenleving en zeker in linkse kring dominant was.
Bij ieder partijcongres in die jaren was Max de vaste Kop van Jut van Nieuw Links. Uiterlijk leek hij daarbij onbewogen, maar dat was hij niet, het heeft hem altijd behoorlijk dwars gezeten dat hij zo persoonlijk en vaak onzakelijk werd benaderd. Dankzij de onvoorwaardelijke steun van Joop den Uyl, bleef Max wel altijd overeind in de partij.
Met Den Uyl, waar hij een diepe band mee had, kwam het tot een politieke breuk rond de kruisrakettenkwestie. Max was ervan overtuigd dat Den Uyl inhoudelijk zijn oordeel deelde dat eenzijdige ontwapening onverstandig was, gelet op de agressieve bedoelingen van de Sovjetunie, maar dat Den Uyl zwichtte voor de enorme electorale aantrekkelijkheid van het ‘kruisraketten nee’ standpunt. Het leidde tot het vertrek van Max uit de actieve politiek.
Met de val van de Muur begon de tweede, zeer succesvolle fase in Max’ politieke leven. Hij die al die jaren tegen de communistische dictatuur had gestreden, zou nu een zeer wezenlijke rol gaan spelen bij de vreedzame transitie naar democratie in die landen. Hij werd, zonder er om gevraagd te hebben, benoemd tot de eerste Hoge Commissaris Nationale Minderheden van de OVSE. De internationale gemeenschap zag met lede ogen aan dat spanningen rond minderheden tot bloedige conflicten leidden, met name op de Balkan en in de Kaukasus. Men schiep een instrument om die conflicten in vroeg stadium te ontdekken en te trachten te de-escaleren, alvorens het tot geweld zou komen. Een rol waarin Max alle grote gaven die hij had in stelling kon brengen.
Als getuige van zijn werk, wil ik u verzekeren dat hij vele mensenlevens heeft weten te redden, veel ellende heeft weten te voorkomen, in uiteenlopende landen als Estland, Macedonie, Oekraine , Slowakije, Kirchizie en Letland.
Joseph Luns heeft in een interview eens gezegd dat hij bij Max aan veel kon denken, maar niet meteen aan humor. Een historische vergissing van deze flamboyante voorganger van Max als minister. Want zelden heb ik in de nabijheid mogen vertoeven van iemand met een mooier, fijner, menselijker gevoel voor humor dan Max. De afstandelijke en verstrooide indruk die hij soms maakte, was schijn: hij was een zeer, zeer nauwkeurig waarnemer van mensen en hun gedrag en kon in een gebaar, in een woord, in een terloopse opmerking mensen zo perfect karakteriseren dat je de typering nooit meer vergat, omdat zij zo treffend was.
Door zijn hoffelijke afstandelijkheid was zijn effectiviteit als diplomaat zeer, zeer groot. Hij kon zeer vriendelijk de meest harde zaken op tafel leggen, hij week nooit ook maar een millimeter van de feiten af, waardoor de mensen die hij confronteerde geen greep op hem konden krijgen. Maar die afstandelijkheid was ook een manier om de innerlijke vulkaan in toom te houden, die Max zijn hele leven gedreven heeft.
Onrecht wist hij nooit te relativeren, net zo min als zijn geloof in het recht, in rechtvaardigheid en in de toekomst van de mensheid, als zij zich zou kunnen bevrijden van de ketenen van onrecht en onderdrukking. Mensen die hem persoonlijk aanvielen, kwetsten hem, maar hij liet het nooit merken, slikte alles weg, want de zaak was voor hem altijd belangrijker dan zijn persoon.
Er is geen Nederlander die sinds de Tweede Wereldoorlog een grotere rol heeft gespeeld in de internationale diplomatie dan Max van der Stoel. Ik heb nog niemand anders ontmoet die zo consequent het algemeen belang boven zijn eigen belang wist te stellen, voor wie de zaak altijd voorop stond, voor wie alleen het resultaat telde en nooit de schone schijn.
De PvdA is voor mij ondenkbaar zonder de erfenis die Max achterlaat. Hij is drager van een belangrijk deel van ons collectieve gedachtegoed, van ons geweten, van onze dromen over een meer rechtvaardige toekomst met kansen voor iedereen, ongeacht hun achtergrond of de omstandigheden waaronder zij leven.
Max was niet alleen mijn politieke vader. Hij was ook de man die het ‘echte’ vaderschap op ontroerende wijze inhoud wist te geven. Hij hield zielsveel van zijn dochters en zoon en hun gezin, zij waren voor hem het belangrijkste in zijn leven. De warmte, ontroering en trots waarmee hij tijdens onze reizen over hen kon verhalen, hebben mij minstens zoveel gevormd als de politieke en diplomatieke lessen die hij gul met mij wilde delen.
Het verdriet dat ik ervaar bij zijn overlijden wordt getemperd door de gedachte dat hij een meer dan vol leven heeft geleefd en dat hij een politieke, diplomatieke en morele erfenis achterlaat die voor altijd onderdeel is van de PvdA en die voor alle sociaaldemocraten een opdracht inhoudt te handelen naar de uitgangspunten die deze grote man zijn hele leven voorop heeft gesteld. Wij blijven strijden tot de dag dat alle mensen kunnen zeggen: Wij leven in een rechtvaardige wereld en dat hebben wij samen tot stand gebracht.'