Kabinet maakt armoede erfelijk
De PvdA maakt zich ernstig zorgen over de gevolgen van het kabinetsbeleid voor honderdduizenden kinderen die in Nederland opgroeien op het randje van armoede. VVD, CDA en PVV treffen in het gedoog-regeerakkoord maatregelen die huishoudens die balanceren op het randje van armoede, hard raken. Het kabinet maakt hierdoor armoede en sociale uitsluiting voor kinderen erfelijk. Dat maak ik vandaag duidelijk in een debat over armoedebeleid.
In Nederland leven 310.000 kinderen op het randje van armoede. Bijna één op de tien kinderen groeit op in een gezin dat kampt met armoede en groeit daardoor op met een achterstand. De kans dat zij, net als hun ouders, als ze volwassen zijn te maken zullen hebben met armoede is groot.
Armoede is daarmee een heel reëel probleem. Kinderen die opgroeien in armoede zijn vaker uitgesloten van maatschappelijke activiteiten dan andere kinderen. Ze maken bijna nooit een uitstapje, spreken weinig af met vriendjes om thuis te spelen en kunnen om financiële redenen geen verjaardagsfeestje geven. Deze kinderen hebben vaker last van gezondheidsproblemen en eenzaamheid en meer kans om later in armoede of criminaliteit terecht te komen.
De vorige regering maakte jaarlijks 40 miljoen euro beschikbaar voor gemeenten met als concreet doel dat daarmee meer kinderen uit arme gezinnen konden deelnemen aan sport, cultuur of andere vrijetijdsactiviteiten. Hierdoor doen kinderen belangrijke sociale vaardigheden op, ontwikkelen zij zelfvertrouwen en op langere termijn hebben zij meer kans om aan armoede te ontsnappen.
VVD, CDA en PVV zijn in het regeer-gedoogakkoord overeengekomen het sociaal minimum te verlagen. Gemeentelijke minimaregelingen zullen niet meer toegankelijk zijn voor gezinnen met een inkomen boven 110% van de bijstandsnorm. Mensen die bijstand ontvangen moeten het straks met nóg minder doen. Daarbovenop komen forse bezuinigingen op armoedebeleid, schuldhulpverlening en de alleenstaande ouderkorting. Mensen in de lagere inkomensgroepen, die toch al niet veel hebben, zullen de beperking van het kindgebonden budget vaak ook gaan voelen.
Gemeenten hebben een belangrijke rol in armoedebeleid, maar kunnen een groot deel van de doelgroep niet meer bijstaan. Vooral de werkende alleenstaande ouders niet. Voor een steuntje in de rug zijn veel mensen steeds vaker gewezen op particuliere organisaties zoals voedselbanken en kerken en allerlei verschillende fondsen zoals het Jeugdsportfonds. Het vorige Kabinet had de doelstelling om de armoede onder minderjarige kinderen fors te verminderen en 50 procent van kinderen uit arme gezinnen maatschappelijk mee te laten doen. Deze regering lijkt aan deze doelstelling compleet voorbij te gaan.
Vandaag, net nadat het Europees jaar van de armoedebestrijding is afgesloten, bespreekt de Tweede Kamer het armoedebeleid van deze regering. Tijdens het overleg zal ik het boekje ‘Kansarm Kansrijk’ uitreiken. Dit boekje geeft overzicht van de regelingen, inclusief particuliere initiatieven waarop gezinnen in financiële problemen een beroep kunnen doen.
De PvdA zet zich al langer in voor kinderen die opgroeien in armoede. In het boekje 'Alle Kinderen een goede start' (2009) lieten we al voorbeelden zien hoe het beter kan. Economische crisis of niet, kinderen kunnen we nooit vergeten.