Conclusies van de Europese Raad van 28 & 29 oktober 2010
Om de problemen die de recente financiële crisis heeft blootgelegd aan te pakken, moet er een fundamentele omslag komen in de Europese economische governance. In dat besef heeft de Europese Raad het verslag van de Taskforce economische governance onderschreven. De uitvoering van dit verslag zal een belangrijke stap zijn naar het versterken van de economische pijler van de EMU: de begrotingsdiscipline wordt aangescherpt, het economisch toezicht verbreed en de coördinatie verdiept. Het verslag bevat tevens de leidende beginselen voor een robuust kader voor crisisbeheersing en krachtiger instellingen. De Europese Raad heeft overeenstemming bereikt over verdere maatregelen in het kader van de follow-up van de werkzaamheden van de Taskforce. Voortbouwend op zijn besprekingen van 16 september 2010 heeft de Europese Raad tevens van gedachten gewisseld ter voorbereiding van de G20-top van Seoul en van de Conferentie van Cancún over klimaatverandering, alsmede van de topontmoetingen met de Verenigde Staten, Rusland en Oekraïne.
I. TASKFORCE ECONOMISCHE GOVERNANCE
-
1.De Europese Raad onderschrijft het verslag van de Taskforce economische governance. Door uitvoering te geven aan dit verslag kunnen wij de begrotingsdiscipline aanscherpen, het economisch toezicht verbreden, de coördinatie verdiepen en een robuust kader voor crisisbeheersing en krachtiger instellingen opbouwen. De Europese Raad dringt aan op een snelle behandeling voor de aanneming van afgeleide wetgeving die nodig is voor de uitvoering van een groot deel van de aanbevelingen. Het doel is dat de Raad en het Europees Parlement uiterlijk in de zomer van 2011 tot een akkoord kunnen komen over de wetgevingsvoorstellen van de Commissie, met dien verstande dat het verslag van de Taskforce niet alle aangelegenheden bestrijkt die in de voorstellen aan bod komen en vice versa. Dit zal een aanzienlijke versteviging van de economische pijler van de EMU opleveren, waardoor het vertrouwen toeneemt en aldus wordt bijgedragen tot duurzame groei, werkgelegenheid en concurrentievermogen.
De Europese Raad verzoekt de Raad vaart te zetten achter de werkzaamheden om te achterhalen op welke manier met de impact van de pensioenhervorming rekening wordt gehouden bij de uitvoering van het stabiliteits- en groeipact en daarover verslag uit te brengen aan de Europese Raad in december. In het volle besef van het belang van systemische pensioenhervormingen, moet worden gezorgd voor een gelijk speelveld binnen het kader van het SGP.
-
2.Naar aanleiding van het verslag van de Taskforce en met het oog op het waarborgen van evenwichtige en duurzame groei, zijn de staatshoofden en regeringsleiders het er over eens dat de lidstaten een permanent crisismechanisme moeten instellen om de financiële stabiliteit van de eurozone als geheel te vrijwaren; zij verzoeken de voorzitter van de Europese Raad in overleg te treden met de leden van de Europese Raad over een beperkte verdragswijziging die daarvoor nodig is, zonder dat daarbij artikel 125 VWEU wordt gewijzigd (de "no-bail-out-regel").
De Europese Raad is verheugd over het voornemen van de Commissie om, in nauw overleg met de voorzitter van de Europese Raad, voorbereidende werkzaamheden te verrichten met betrekking tot de algemene kenmerken van een toekomstig nieuw mechanisme, waarbij onder meer aandacht zal worden geschonken aan de rol van de particuliere sector, de rol van het IMF en de zeer strenge voorwaarden waaraan de werking van die programma's moet worden onderworpen.
De Europese Raad zal in zijn bijeenkomst van december hierop terugkomen, om een definitief besluit te nemen over de opzet van een crisismechanisme en over een beperkte verdragswijziging, zodat mogelijke wijzigingen ten laatste medio 2013 kunnen worden bekrachtigd.
De voorzitter van de Europese Raad is voornemens zich vervolgens, in overleg met de lidstaten, te buigen over het recht van de leden van de eurozone om deel te nemen aan de besluitvorming in EMU-gerelateerde procedures wanneer de stabiliteit van de eurozone als geheel permanent wordt bedreigd.
-
3.De staatshoofden en regeringsleiders benadrukten dat de begrotingsdiscipline in de Europese Unie strikter moet worden en dat het tegelijkertijd van essentieel belang is dat in de begroting van de Europese Unie en in het komende meerjarig financieel kader de inspanningen van de lidstaten om door middel van consolidatie tekorten en schulden beter in de hand te houden, tot uitdrukking komen. De Europese Raad zal, met inachtneming van de rol van de verschillende instellingen en de noodzaak om de doelstellingen van Europa te realiseren, tijdens zijn volgende bijeenkomst bespreken hoe de uitgaven op Europees niveau hieraan een passende bijdrage kunnen leveren.
II. G20 van SEOUL
-
4.De wereldeconomie is aan het herstellen van de crisis. Een aantal vraagstukken vereist echter nog blijvende waakzaamheid op mondiaal niveau, zoals de risico's voor de financiële houdbaarheid, het reparatiewerk dat nog te doen valt in de financiële sector, hoge werkloosheid, de volatiliteit van de mondiale grondstoffenprijzen en weer opduikende mondiale macro-economische onevenwichtigheden. De Europese Raad heeft de door de Raad overeengekomen richtsnoeren bevestigd en de prioriteiten besproken die de vertegenwoordigers van de EU en van de EU-lidstaten die lid zijn van de G20 tijdens de top in Seoul naar voren zullen brengen. De G20 van Seoul moet een ambitieus signaal afgeven over de concrete en tijdige uitvoering van maatregelen die in het raamwerk voor sterke, duurzame en evenwichtige groei zijn afgesproken, vooral met betrekking tot plannen voor begrotingsconsolidatie, de hervorming van de financiële regelgeving, de sociale cohesie en het scheppen van banen, alsook de noodzaak van verdere structurele hervormingen. Het herstel van het evenwicht in de wereldgroei vereist ook bijzondere aandacht. De Europese Unie ziet uit naar de bevestiging van het akkoord van Bazel door de G20 van Seoul. Dit is een belangrijke stap naar sterkere mondiale financiële stabiliteit. De Europese Unie benadrukt dat markten open moeten blijven, dat vaart moet worden gezet achter de Doha-onderhandelingen en dat er een op groei gerichte ontwikkelingsagenda moet komen. Zij beklemtoont dat iedere vorm van protectionisme moet worden vermeden en dat er geen wisselkoersmaatregelen moeten worden genomen met de bedoeling kortstondige concurrentievoordelen te behalen.
-
5.Mede dankzij het akkoord dat bereikt is op de bijeenkomst van de G20-ministers van 23 oktober 2010 over de hervorming van het Internationaal Monetair Fonds moet een meer doeltreffend, geloofwaardig en legitiem IMF tot stand gebracht worden dat een rol kan spelen bij de ondersteuning van de werking van het internationale monetaire en financiële stelsel. Quota- en governancehervormingen in ruimere zin moeten tegelijk als één alomvattend pakket worden doorgevoerd.
-
6.Zowel op internationaal niveau als intern valt er nog werk te doen op het gebied van heffingen en belastingen op financiële instellingen. Zoals in het verslag van de Raad is aangegeven, moeten de verschillende heffingssystemen nog beter worden gecoördineerd om dubbele heffingen en belastingen te voorkomen. De Raad wordt verzocht in december 2010 hierover verslag uit te brengen aan de Europese Raad. De verschillende opties met betrekking tot belastingheffing in de financiële sector moeten ook worden bekeken, evenals de goede handelwijzen voor het belemmeren van belastingparadijzen en belastingontduiking.
III. CONFERENTIE VAN CANCÚN OVER KLIMAATVERANDERING
-
7.Vooruitgang bij de aanpak van de klimaatverandering wordt steeds dringender. Daarom moet de Conferentie van Cancún, voortbouwend op het Kyotoprotocol, een significante stap vooruit zetten en de weg vrijmaken voor een wereldwijd en alomvattend juridisch bindend kader, waarin de politieke sturing van het akkoord van Kopenhagen is verwerkt. Het is cruciaal dat de Europese Unie en haar lidstaten een constructieve rol blijven spelen en met één stem spreken. De Europese Raad onderschrijft de conclusies van de Raad van 14 oktober 2010 over de voorbereiding van de Conferentie van Cancún en bevestigt dat de Europese Unie bereid is om in het kader van het Kyotoprotocol een tweede verbintenisperiode in overweging te nemen, mits wordt voldaan aan de in deze conclusies gestelde voorwaarden. De Europese Unie zal in Cancún en vervolgens elk jaar een compleet en transparant verslag indienen over de uitvoering van haar toezegging inzake snelstartfinanciering en zij zal aandringen op nog meer transparantie inzake financiering van maatregelen in verband met de klimaatverandering. Na de Conferentie van Cancún zal de Europese Unie de situatie opnieuw beoordelen en ook de opties bezien om verder te gaan dan 20% broeikasgasemissiereductie, teneinde te kunnen inspelen op de lopende internationale klimaatonderhandelingen; de Raad wordt verzocht hierover in het voorjaar van 2011 verslag uit te brengen. De EU zal streven naar een internationale overeenkomst en ook een meer gediversifieerde aanpak volgen om samen met belangrijke partners actie te ondernemen op gebieden van gemeenschappelijk belang waarop kan worden bijgedragen tot het terugdringen van hun uitstoot. In deze context moedigt de EU regionale initiatieven aan die gericht zijn op het aanpakken van de klimaatverandering en het bevorderen van groene groei, zoals het recente Middellandse-Zee-initiatief inzake klimaatverandering.
IV. TOPONTMOETINGEN MET DERDE LANDEN
-
8.In overeenstemming met zijn conclusies van september 2010 besprak de Europese Raad de politieke kernboodschappen die de voorzitter van de Europese Raad en de voorzitter van de Commissie tijdens de komende toppen met de Verenigde Staten, Rusland, Oekraïne, India en Afrika naar voren zullen brengen.
°
° °
In de marge van de bijeenkomst van de Europese Raad vond een sociale topontmoeting plaats over economische governance, naar aanleiding van het eindverslag van de Taskforce en in het licht van de conclusies die de Raad EPSCO op 21 oktober 2010 heeft aangenomen.