Wie is progressief?
Tijdens een verkiezingsdebat dat ik onlangs bijwoonde noemde een Kamerlid van GroenLinks haar partij ‘liberaal progressief’. Een kandidaat-Kamerlid voor D66 typeerde haar partij als ‘progressief liberaal’. Ook een VVD’er noemde zichzelf ‘liberaal’ en ‘progressief’. Dat kan natuurlijk niet. GroenLinks, D66 en VVD zijn heel verschillende partijen.
Hoewel, als je de verkiezingsprogramma’s bekijkt zijn er ook overeenkomsten: alle drie willen ze de studiefinanciering afschaffen, de AOW-leeftijd verhogen en de WW-verkorten. Daarmee leggen zij alle drie de rekening van de crisis bij studenten, ouderen en werklozen. Al deze ‘liberalen’ waren het over nog iets eens: dat de SP ‘conservatief’ is.
Kieskompas heeft een verdeling gemaakt tussen de partijen, over de lijnen ‘links-rechts’ en ‘progressief-conservatief’. Uit deze verdeling blijkt dat GroenLinks ongeveer halverwege ‘links’ staat, D66 een beetje ‘rechts’ en de VVD het meest ‘rechts’. GroenLinks en D66 zijn ‘progressief’, de VVD is wat ‘conservatief’. De positie van de SP is interessant. De SP is veel ‘linkser’ dan GroenLinks en even ‘progressief’ als GroenLinks en D66 - en progressiever dan de PvdA.
Niet elke verandering is ‘progressief’. Het is niet vooruitstrevend om jongeren minder mogelijkheden te geven om te studeren, ouderen minder zekerheid te geven voor hun oude dag en werklozen eerder in armoede te laten vervallen. Socialisten zijn altijd sociaal. En daarom altijd progressief.