Opiniepeilers relativeren belang peilingen
Tijdens deze verkiezingscampagne worden er dagelijks veel peilingen gehouden. Hoe gaat Nederland stemmen? Hoe denken de kiezers over een bepaald onderwerp? Opiniepeilers zelf wezen er in een debat op dat politici en journalisten voorzichtiger met peilingen moeten omgaan.
Keer op keer blijkt dat peilingen er behoorlijk naast kunnen zitten. Tijdens de vorige verkiezingen was het verschil tussen de laatste peiling van zowel TNS Nipo als Maurice de Hond en de verkiezingsuitslag bij één van de partijen al respectievelijk zeven en vijf zetels. Verschillen van één of twee zetels vallen nog binnen de normale foutenmarge. Politici zouden dus niet op elke kleine verschuiving hoeven te reageren.
Niet alle peilingen zijn even representatief. Over- of ondervertegenwoordiging van bepaalde groepen kan grote gevolgen hebben voor de uitkomst van een peiling, en een heel vertekend beeld geven over een bepaald vraagstuk. Politici moeten zich daarom ook meer richten op de grote lijnen, en niet teveel op specifieke onderwerpen en thema's die uit een peiling naar voren komen.
Bron: de Volkskrant