Lidstaten moeten kosten extra veiligheidsmaatregelen op luchthavens zelf betalen

Veiligheidsmaatregelen voor de luchtvaart, die "strenger" zijn dan de gemeenschappelijke EU-vereisten, moeten door de lidstaten worden betaald en niet door luchtvaartmaatschappijen of passagiers, stelt een ontwerprichtlijn, die het Europees Parlement woensdag in eerste lezing heeft aangenomen. Omdat de EU-lidstaten het niet eens zijn met de overheidsfinanciering van de veiligheidskosten, zal de ontwerprichtlijn hoogstwaarschijnlijk voor een tweede lezing naar het Parlement terugkomen.

Van basismaatregelen die wel al onder de bestaande EU-regels vallen, mogen regeringen van de Europarlementsleden vrij blijven beslissen hoe de kosten gedeeld worden. Onder de bestaande regels vallen bijvoorbeeld metaal- en explosievendetectoren, snuffelhonden, fouillering en vloeibare screeners. Bodyscanners daarentegen, worden niet tot de gemeenschappelijke EU-luchtvaartveiligheidsmethoden gerekend en zouden dus, indien ergens ingevoerd, door de betrokken lidstaat zelf betaald moeten worden. Deze voorstellen zijn in de vorm van amendementen op een ontwerprichtlijn van de Commissie woensdag door het Parlement aangenomen.

Momenteel kunnen lidstaten vrij bepalen, wie voor de kosten van luchthavenbeveiliging opdraait: in de meeste gevallen schuiven luchthavenautoriteiten de kosten door naar luchtvaartmaatschappijen, die er op hun beurt de passagiers voor laten betalen. Veel EU-regeringen zijn daarom tegen een richtlijn, die overheidsfinanciering van veiligheidskosten zou opleggen.

Het Parlement wil alle commerciële luchthavens in deze richtlijn opnemen.

Beveiligingsheffingen mogen kosten niet overschrijden

Een EU-verordening uit 2008 zorgt er al voor dat luchtpassagiers de werkelijke beveiligingskosten bij het betalen afzonderlijk kunnen zien. De ontwerprichtlijn die het Parlement nu behandelt, stelt: "Beveiligingsheffingen worden uitsluitend gebruikt om beveiligingskosten te dekken". De Europarlementsleden voegen daaraan toe, dat "de totale inkomsten uit beveiligingsheffingen niet hoger mogen zijn dan de totale kosten voor de luchtvaartbeveiliging".

Een amendement dat het Parlement op de wetgeving heeft aangenomen, stelt dat de beveiligingsheffingen moeten worden berekend met behulp van objectieve criteria, zoals het aantal passagiers of de maximale startmassa van het vliegtuig. De heffingen mogen bovendien geen kosten omvatten "die voortvloeien uit de uitvoering van meer algemene beveiligingfuncties door de lidstaten, zoals algemene beveiligingstaken, het verzamelen van inlichtingen of activiteiten op het gebied van de nationale veiligheid".