De vierkante euro

Het gaat bepaald niet op rolletjes met de euro. De problemen stapelen zich op. De onderlinge verschillen tussen de deelnemende landen zijn simpelweg te groot. Eén Europees monetair beleid volstaat dan niet. Het voorbeeld Griekenland, dat de boel ook nog eens belazerd heeft, bewijst dat. De problemen zijn niet van gisteren. Integendeel. Het ging eigenlijk al meteen na de invoering van de euro mis. In het Verdrag van Maastricht, dat de invoering van de euro regelde, stonden een aantal afspraken. Bijvoorbeeld over het begrotingstekort en de staatsschuld. Al veel landen hebben inmiddels gezondigd tegen die afspraken, ook Frankrijk en Duitsland. Omdat er geen echte sancties op stonden, kon elk land zijn gang gaan.

Het hele europroject, de EMU en het stabiliteitspact helpen ons nu ook niet bij de bestrijding van de crisis. Konden landen vroeger bij te grote onderlinge verschillen iets doen met de valutakoersen, nu is die weg afgesloten. Het gevolg: landen als Griekenland, Portugal, Spanje en Italië lopen steeds verder uit de pas met de rest van de eurolanden. Gelukkig is er een stelregel binnen het eurogebied die zegt dat landen niet opdraaien voor elkaars nationale schulden. Wanneer ook die regel wordt geschonden (bijvoorbeeld om de geloofwaardigheid van de euro te redden), dan is het hek van de dam. Niemand in ons land of welk ander land dan ook, is bereid te boeten voor de problemen die de zuidelijke landen over zichzelf hebben afgeroepen. De euro kan dan bij het oud vuil.

Nu wordt er van verschillende kanten geroepen om een politieke unie. Bedoeld wordt een federaal Europa waarbinnen de lidstaten een soort provincie worden. Europa kan dan naast het monetaire beleid, ook zeggenschap krijgen over het begrotingsbeleid, de sociale zekerheid, de publieke sector en tal van andere zaken. Maar dat is nu precies datgene wat de Fransen, Ieren en Nederlanders bij het referendum over de Europese Grondwet hebben afgewezen.

Het scenario dat zich nu voor ons ontrolt, is tien jaar geleden door velen voorspelt. Een gezamenlijke munt hoort de kroon te zijn op een langdurig, solide en verstrekkend integratieproces. Welaan, van dat laatste is geen of slechts in beperkte mate sprake. Om aan de wensen van de multinationals, verenigd in The European Round Table, te voldoen, heeft men de zaak geforceerd. De burgers van Europa betalen de prijs.