De leraar op een voetstuk
De leraar op een voetstuk plaatsen. Dat was de belofte van minister Plasterk bij zijn aantreden. Hij zou het anders gaan doen, na talloze bezuinigingen en onderwijshervormingen. Bestuurders en managers moesten een stap terug doen want het ging vanaf nu om de leraar. Hoe staat het er twee jaar later voor? Ondanks grote woorden, maken schoolmanagers nog steeds de dienst uit. Onderwijshervormingen worden nog steeds doorgedrukt. Kijk maar naar de invoering van het zogenaamde 'passend onderwijs' en het competentiegericht onderwijs in het mbo. Leraren willen het niet, toch wordt het ingevoerd.
Het is zeker niet alleen maar kommer en kwel in het onderwijs. Veel scholen hebben het goed voor elkaar. Niettemin is er - ondanks een parlementair onderzoek en een onconventioneel minister - geen trendbreuk in het onderwijs gekomen. Plasterk laat de bestaande structuren in stand. Dat wil zeggen: een leraar zonder inspraak tegenover een machtig management dat het voor het zeggen heeft. De overheid staat aan de zijlijn. Dát is de schoolstrijd van de eenentwintigste eeuw.
Terwijl leraren vooral les willen geven, worden zij belemmerd door een eindeloze regeldrift. De belofte van 'ruimte voor scholen' komt in de praktijk neer op georganiseerd wantrouwen vanuit de top naar de werkvloer. Schoolbestuur en management bepalen vergaand het beleid: de financiën, de kwaliteit en de onderwijsmethode. Leraren, leerlingen en ouders voelen zich binnen grootschalige scholen steeds minder eigenaar van de school.
De leraar op een voetstuk plaatsen betekent een trendbreuk ten gunste van de leraar en ten koste van management en schoolbestuur. Dat kan door de verantwoordelijkheid voor financiën en kwaliteit helder bij de overheid te leggen, in plaats van bij een schimmige tussenlaag. Kleinschalige scholen krijgen vervolgens maximale vrijheid om het onderwijs in te richten.
Goed onderwijs is essentieel en de regering moet alles doen om leerlingen een zinvolle tijd te bezorgen. Maar zolang Plasterk de bestaande structuren in stand houdt, blijft de hoofdconclusie van de Commissie Dijsselbloem recht overeind blijft staan: het onderwijs wordt verder verwaarloosd in plaats van hersteld. Daarom pleit ik voor een trendbreuk waardoor de leraar werkelijk op een voetstuk terecht komt.