De weg kwijt
Op de kaart staat echt een stippellijntje. Daar moet dus een pad zijn. Bosbeheerders willen soms dat een pad verdwijnt. Aan het begin van het pad gooien ze takken. Na twee zomers is het begin van het pad niet meer te vinden. Het is me wel eens eerder overkomen. Je werkt je een paar meter door de takken en het pad is er gewoon.
Vanaf de plek waar we staan is het hemelsbreed nog 300 meter naar Hermersbergerhof. Het hoogste dorpje in Rheinland-Pfalz. Nou, dorpje? Dertien huizen en een restaurant. Maar het is ook 150 meter omhoog. Via een andere weg is het nog een uur lopen, zegt mijn GPS. Best veel als je al vier uur hebt gelopen en ook nog terug moet. We besluiten om het struikgewas door te steken. Het schiet niet op. Varens, bramenstruiken en hobbelige graspollen blokkeren het lopen.
Na dertig meter horen we stemmen. Drie bosarbeiders zijn bezig met sikkels om de begroeiing rond jonge boompjes weg te halen zodat ruimte krijgen om te groeien. Er is geen pad, zeggen ze. Ze kunnen het weten want ze werken al een week op die helling. “Ga naar beneden. We brengen jullie wel met de auto.”
Als we zijn afgedaald en de chauffeur het portier open doet, rent hij plotseling achter een boom. Hij spuugt zijn maag leeg. Een ander rijdt ons naar het dorp. Ik vraag naar de bekende weg: “Is het zwaar werk?” Ja, volgens de bosarbeider is zwaar. “Mijn maat is bevangen door de hitte. Volgens onze baas is het lichte bosarbeid. Het zware werk kunnen we niet meer doen. Onze knieën en ruggen zijn versleten door het kappen en zagen. Dus doen we het 'lichte' boswerk.”
“Hoe lang nog?”, vraag ik. “Tot ons 67e jaar. Dat houden wij nooit vol!” De bosarbeider wordt heel boos. “De politici in Berlijn die dat hebben besloten, zijn helemaal de weg kwijt.”