Contract uit de 19e eeuw
Het kopje koffie bij de Kiosk op het station is niet van grote kwaliteit. Het is nog net niet zo beroerd als uit de apparaten in het Tweede Kamergebouw, maar het haalt niet een eigen vers gezet bakkie thuis. Toch ben ik een regelmatige klant bij de Kiosk, een kopje koffie mee in de trein, samen met een krantje is een prima begin van de dag. Ik weet dat ik lang niet de enige ben, want het komt vaak voor dat er een rij staat die belemmert dat ik op tijd koffie heb voor mijn trein naar het werk.
Wat ik mij tot voor kort niet realiseerde bij het kopen van mijn kopje koffie en of een broodje of een panty, is dat al die ketens gebruik maken van Servex. Een organisatie die het personeel levert en betaalt. ‘Huh? Is het personeel dan niet van AH, Kiosk, New York Pizza, Burger King of Swirl’s ijsbar?’ Een keten huurt dus niet alleen een toplocatie om kopjes koffie te verkopen aan de toch wel aanwezige reizigers, de winkelketen huurt ook personeel via een bedrijf dat bekend staat om discriminatie en om enkel flexcontracten. Een flexcontract betekent; wel werken maar geen rechten. Geen recht op uitbetaling wanneer je ziek bent. Geen vast contract zodat je op straat staat als je één jaartje te oud bent (en dus te duur). Geen recht op inkomen wanneer je niet wordt opgeroepen, terwijl je zelf wel altijd klaar moet staan.
Aankomende week ga ik weer naar de Kiosken, de AH to go’s, de Burger Kings en al die andere ketens die in de stationshallen gevestigd zijn. Ik ga mee met de flexinspectie van de SP jongeren, ROOD jong in de SP. Met een groep jongeren ‘overvallen’ we een stationshal en gaan we vragen aan werknemers wat zij vinden van hun werk, hun contract en natuurlijk van Servex. Want de service op de stations mag dan wel van de 21e eeuw zijn, de contracten en rechten van de werknemers lijken vaak meer op iets uit de 19e eeuw.