Minister Van der Hoeven en Kamer tegen protectionisme

17 juni 2009, debat – Protectionisme is het verkeerde antwoord op de crisis. Omdat Nederland sterk afhankelijk is van de wereldhandel, moet het kabinet protectionisme mondiaal met kracht bestrijden, zo vindt de hele Kamer. Minister Van der Hoeven (Economische Zaken) is het eens met de Kamer en wijst op de grote inspanningen van het kabinet.

Desastreus. Onverstandig. Verfoeilijk. In verschillende bewoordingen veroordelen de Kamerleden protectionistische maatregelen. Wel lopen de meningen uiteen over de grens tussen verdedigbare staatssteun en protectionisme. Elias (VVD) vindt het contraproductief als "doodzieke bedrijven" met staatssteun overeind worden gehouden. Maar de overheid moet wel zorgen voor Nederlandse bedrijven en burgers, meent PVV'er Graus. Vanwege de crisis zijn de mogelijkheden voor staatssteun tijdelijk versoepeld, aldus de minister. Maar Nederland houdt zich aan strenge Europese regels.

Individuele bedrijfssteun

Staat de deur voor steun aan individuele bedrijven iets verder open? "Een onverstandige weg", aldus Elias. Ook Vendrik (GroenLinks), Ten Hoopen (CDA) en Koser Kaya (D66) vragen de minister om duidelijkheid. Welke criteria zullen worden toegepast? Ik wil de Europese mogelijkheden niet overschrijden maar natuurlijk wel gebruiken, aldus Van der Hoeven. Zij zegt de Kamer een brief toe met meer informatie over mogelijke steun aan bedrijven of sectoren.

Wereldhandel

In de WTO worden nieuwe regels opgesteld voor de wereldhandel. Thieme (PvdD), Vendrik, Waalkens (PvdA) en Gesthuizen (SP) vragen aandacht voor de "non-trade concerns": duurzaamheid, mensenrechten, dierenwelzijn. In de nieuwe handelsregels moeten hierover bepalingen worden opgenomen. Staatssecretaris Heemskerk (Economische Zaken) zegt dat het kabinet zich daarvoor zeer inspant, maar hij "laat een akkoord daar niet op klappen".

Ontwikkelingslanden

Volgens Koser Kaya worden ontwikkelingslanden hard getroffen door de crisis, terwijl zij geen geld hebben voor grote stimuleringsplannen. Gesthuizen is bang dat arme landen als gevolg van de liberalisering minder toegang krijgen tot kredieten. Waalkens meent dat het voor ontwikkelingslanden noodzakelijk kan zijn om tijdelijk hun eigen markt te beschermen. Ontwikkelingslanden moeten ruimte krijgen om zich aan te passen aan de internationale omstandigheden, vindt Heemskerk, "maar uiteindelijk is vrije handel ook voor ontwikkelingslanden gunstig".

De Kamer stemt op 23 juni over de moties die bij dit debat zijn ingediend.