Europese Verkiezingen: Winst CU-SGP, op papier dan

ChristenUnie-SGP zou donderdag met acht zetels in één klap de grootste Nederlandse partij in het Europees Parlement kunnen worden. In theorie tenminste. In de praktijk zal behoud van de twee zetels al heel mooi zijn. Op papier zijn de vooruitzichten van ChristenUnie en SGP zeer gunstig. Van alle mensen die het Kieskompas van dagblad Trouw en de Vrije Universiteit (VU) hebben ingevuld, komt een derde uit bij de protestantse combinatie. „Ze zitten op een goudmijn”, constateerde politicoloog dr. A. Krouwel van de VU onlangs.

Toch zullen de meeste mensen morgen kiezen voor een andere partij, aldus Krouwel. Ze haken af vanwege de voor hen „onverteerbare” ethische standpunten van ChristenUnie en SGP.

Daar tegenover staat dat beide partijen een trouwe vaste achterban hebben. Ongeveer twee derde van de mensen die bij de vorige verkiezingen op de ChristenUnie of de SGP hebben gestemd, zal dat donderdag weer doen.

Lijstverbinding

Bij de vorige Europese verkiezingen in 2004 behaalden de partijen samen 279.880 stemmen; goed voor ruim één zetel. Dat CU-SGP er desondanks in slaagde de tweede Europese zetel veilig te stellen, was te danken aan de lijstverbinding met het CDA.

Ook voor de verkiezingen van morgen zijn de drie partijen weer een lijstverbinding aangegaan. Welk effect dat zal hebben op het uiteindelijke zetelaantal van CU-SGP is nu nog niet te zeggen. Dat hangt er helemaal van af of de partijen samen genoeg stemmen over hebben om aanspraak te kunnen maken op een rest­zetel. Doorgaans geldt dat een lijstverbinding positief uitpakt voor de kleine partijen.

Opkomst

Bepalend voor de zetelverdeling is ook de opkomst. Die is bij de Europese verkiezingen traditioneel laag. In 2004 kwam 39,26 procent van het electoraat naar de stembus, tegen 80,35 procent van de kiezers bij de Tweede Kamerverkiezingen in 2006.

Een lage opkomst is gunstig voor ChristenUnie en SGP. Als veel mensen thuisblijven, stijgt hun aandeel in het stemmen­totaal, omdat ze een trouwe achterban hebben. Procentueel gezien kan CU-SGP daardoor veel beter scoren dan bij de Kamerverkiezingen.

Of de opkomst morgen inderdaad laag is, valt niet met zekerheid te zeggen. Dat hangt onder meer van het weer af – bij regen gaan minder mensen naar de stembus. Opkomstbevorderend werkt de slechte economische situatie. Meer mensen willen dan gaan stemmen. Ook PVV-leider Wilders, wiens partij voor het eerst aan de Europese verkiezingen meedoet, kan veel mensen naar de stembus trekken die traditioneel thuisblijven.

Onzekerheid

De ChristenUnie is ten opzichte van vijf jaar geleden fors gegroeid. De partij sprak in 2006 veel nieuwe kiezers aan, waardoor de Tweede Kamerfractie verdubbelde naar zes zetels.

Onzeker is of die nieuwe kiezers de ChristenUnie ook bij de Europese verkiezingen trouw blijven. Als dat zo is, stijgt daarmee de kans dat CU-SGP op eigen kracht de tweede zetel veilig kan stellen, zonder daarvoor afhankelijk te zijn van de lijstverbinding met het CDA.

De samenwerking met de SGP stoot echter ook weer Christen­Unie-kiezers af. En bij de Europese verkiezingen is er altijd een groep SGP-kiezers die om principiële redenen niet gaat stemmen. Hoe groot die groep is, weet niemand precies.

Door de vele onzekerheden waarmee de verkiezingen zijn omgeven, is het kortom lastig te voorspellen hoeveel zetels CU-SGP morgen zal halen.

Beroepsopiniepeiler Maurice de Hond acht behoud van de twee zetels voor ChristenUnie-SGP, bij een verwachte lagere opkomst dan in 2004 en de betere positie van de ChristenUnie, „goed haalbaar”. Maar ook hij houdt nog tal van slagen om de arm.

(Reformatorisch Dagblad, 3 juni 2009)