Praag '68: 'We voelden ons echt vrij'

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op donderdag 21 augustus 2008.
Auteur: Arwen van Grafhorst

In augustus 1968 besloot de jonge Hans Renner niet meer terug te gaan naar zijn geboorteland Tsjechoslowakije. Hij emigreerde naar Nederland. Veertig jaar later blikt hij terug op de Russische inval in zijn geboorteland van toen, en op de Russische invasie in het Georgië van nu.

In de nacht van 20 op 21 augustus rijden tanks van het Warschaupact de straten van de hoofdstad Praag binnen. Ze maken binnen enkele uren een einde aan de Praagse Lente, een korte periode van ontspanning van het communistisch regime in Tsjechoslowakije.

De 22-jarige Tsjechoslowaak Hans Renner, student geschiedenis, werkt in augustus '68 in een restaurant in Oostenrijk. Hij verdient er zijn geld met pianospelen. Rond middernacht wordt hij gewekt door iemand uit het hotel waar hij logeert. Die vertelt hem over de Russische inval in Praag. Renner gelooft hem niet en draait zich nog eens om. Maar de ander laat hem luisteren naar een transistorradiootje en pas dan dringt het nieuws tot hem door. De dagen erop is hij verlamd; hij kan niet meer pianospelen.

Einde aan censuur

Acht maanden eerder is in Tsjechoslowakije Alexander Dubcek aan de macht gekomen, een Slowaak die gelooft in het communisme maar wel in een liberale vorm ervan. Tsjechoslowakije wordt gecontroleerd door de Sovjet-Unie, onder leiding van Brezjnjev. In de jaren vijftig wordt het land nog bestuurd door een stalinistisch regime dat met harde hand optreedt tegen elke vorm van oppositie. In de loop van de jaren zestig is er langzaamaan sprake van lichte dooi. In januari 1968 komt partijleider Novotný ten val en neemt Dubcek het stokje over. Hij maakt een einde aan de censuur, staat persvrijheid en vrij reizen naar het Westen toe en voert economische hervormingen door.

Voor het eerst in zijn leven voelt Hans Renner zich vrij. "Twintig jaar lang was het land en de bevolking in een kooi gehouden; het communistische regime was behoorlijk repressief. En dan plotseling, binnen enkele weken, ontdooit het en geniet je van vrijheden zoals je die in Nederland hebt.

Naïef

De vrijheid duurt maar kort. De Sovjet-Unie volgt met argusogen wat er gebeurt in Tsjechoslowakije en is bang dat andere Oost-Europese landen nu ook 'ontdooien'. Moskou roept Dubcek een aantal keren op het matje en grijpt uiteindelijk gewelddadig in. Op 20 augustus bezetten militairen uit de Sovjet-Unie en andere lidstaten van het Warschaupact een aantal steden in Tsjechoslowakije.

Renner: "Wij zagen het helemaal niet aankomen. Misschien waren we naïef, maar niemand kon het zich voorstellen dat de Russen die ons in 1945 hadden bevrijd van het nationaal-socialisme, zich in het hoofd zouden halen een einde te maken aan deze kleine poging tot vrijheid. Ook Dubcek was verrast."

Nederland

Verzet tegen de Russen wordt gewelddadig onderdrukt. Meer dan honderd mensen komen om en duizenden vluchten naar het Westen. In 1969 moet Dubcek het veld ruimen. De Sovjet-Unie zet eigen mensen op hoge posities en stationeert troepen in Tsjechoslowakije. Pas in 1989 na de val van de Berlijnse Muur komt een einde aan het communistisch regime en daarmee ook aan de onderdrukking.

Renner woont dan al jaren in Nederland. Net als veel landgenoten wil Renner in '68 niet meer in Tsjechoslowakije blijven. Als student geschiedenis realiseert hij zich dat 'als de Russen ergens zijn binnengetrokken, ze niet snel weer zullen vertrekken'. In het hotel in Oostenrijk heeft hij een Nederlandse familie leren kennen die hem de mogelijkheid biedt zich in Nederland te vestigen. Renner wordt hoogleraar Midden- en Oost-Europese Studies in Groningen. In november 1989 keert hij voor het eerst terug naar zijn geboorteland.

Eenzaam

De laatste weken wordt hij door de televisiebeelden van de Russische inval in Georgië herinnerd aan de Praagse Lente. Maar deze situatie is nauwelijks te vergelijken met 1968, vindt hij. Het Rusland van nu is heel anders dan de Sovjet-Unie van toen. "We voelden ons in 1968 eenzaam en in de steek gelaten. Nu komen al na een dag of twee de presidenten van Polen, de Baltische Staten en Oekraïne een bezoek brengen aan (de Georgische president, red.) Saakasjvili. De steun voor Georgië is veel groter dan destijds voor Tsjechoslowakije."


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa