Europese steun voor startende boeren

Met dank overgenomen van /RNW (RNW), gepubliceerd op vrijdag 6 juni 2008.
Auteur: Anna Sietske Blok

Luister naar de reportage van Marcel Decraene (6'46'')

Europa heeft heel hard jonge boeren nodig. Maar door hoge installatiekosten, dure grond en grote financiële risico's, is het voor de jongeren niet eenvoudig om met boeren te beginnen. Het Europese Parlement wil nu dat nationale landbouwministers meer investeren in startende jonge agrarische ondernemers.

Mark van Ooijen is druk bezig de boxen van zijn stageboerderij schoon te maken. "Zodat de uiers van de koeien schoon blijven en infecties worden voorkomen," licht hij toe. Mark is student aan het AOC Groenhorstcollege in Barneveld en volgt daar de opleiding melkveehouderij en ruraal management. Einddoel en grote wens is het bedrijf van zijn ouders, waar 100 melkkoeien rondlopen, over te nemen. "Het probleem is alleen dat ik een broer heb met precies dezelfde wens. We moeten dus goed kunnen samenwerken, óf het bedrijf uitbreiden."

Zijn studiegenoot Jeroen van Bommelen loopt ook met ambitieuze plannen rond. Hij vindt het fantastisch om buiten en met dieren te werken en zegt 'niets liever te willen' dan een eigen boerenbedrijf. "Als ik de kans krijg, dan doe ik het", zegt hij enthousiast. Maar een bedrijf in Nederland zit er volgens hem niet in. Dan moeten er eerst grotere startsubsidies van de EU komen.

Schaarste

Want echt eenvoudig is het niet om een bedrijf op te starten. Op het moment dat iemand een bedrijf overneemt, is er heel veel kapitaal nodig, legt docent Rob Merkelijn uit. "Op dat moment zou de EU heel goed wat kunnen doen. En dan bedoel ik niet de knullige subsidie van 20.000 euro zoals die nu verstrekt wordt, daarvoor kun je niet eens een voerhek kopen."

Merkelijn is docent en studiecoördinator van de opleiding in Barneveld. Op de website van het Groenhorstcollege waarschuwt hij de toekomstige studenten voor de moeilijkheden van het vak dat ze overwegen te kiezen. "Als je ervoor kiest is de melkveehouderij een prachtige sector, maar de jongeren moeten wel weten waar ze aan beginnen." Merkelijn legt uit dat in Nederland de ruimte schaars is en er een gevecht om het platteland gaande is. De schaarse grond is nodig voor wegen- en huizenbouw. Maar koeien hebben ook ruimte nodig. "Dus dat betekent een forse druk op de grondprijs. En aangezien de grond een van de productiemiddelen is, wordt het bij stijgende prijzen heel moeilijk om koeien te houden."

Toekomst

"Jonge boeren zijn zeer belangrijk zijn voor onze toekomst," benadrukt Europarlementariër Esther de Lange (CDA). "Jonge boeren zijn de dragers van het toekomstige landbouwbeleid en onze voedselvoorziening. Een investering in hen is een investering in onze toekomst en dat is meer dan ooit noodzakelijk," zegt De Lange, doelend op de huidige voedselschaarste.

Meer dan de helft van de boerenbedrijven in de EU wordt gerund door boeren boven de 55. Een kwart is zelfs de 65 al gepasseerd. Volgens Eurostat lag het percentage jonge boeren in Nederland in 2005 rond de 6 procent. Nog lager dan het Europese gemiddelde; slechts 7,6 procent van de bedrijven wordt gerund door boeren onder de 35.

Dynamischer

Om hier verandering in aan te brengen, is door de Italiaanse Europarlementariër Donato Tommaso Veraldi een rapport opgesteld. Het hoofddoel van dit rapport, dat donderdag door het Parlement werd aangenomen, is de toegang van jongeren tot de agrarische sector te vergemakkelijken en de sector ‘dynamischer' te maken. Los van de traditionele moeilijkheden die elke beginnende ondernemer kent, stuit de jonge agrariër op extra belemmeringen, aldus het rapport.

"De burger vraagt steeds meer van zijn boeren op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid en dierenwelzijn", vertelt De Lange. "Daarnaast moeten nieuwe uitdagingen als klimaatverandering het hoofd worden geboden." Door de veranderingen in de landbouw krijgen de jonge ondernemers te maken met hoge kosten om in de markt te treden. Bovendien is er volgens De Lange gebrek aan beschikbare bedrijven, en hebben de jongeren vaak ook onvoldoende opleiding. De jongeren hebben financiële ondersteuning nodig, maar er moet ook geïnvesteerd worden in een goed trainingsnetwerk voor jonge boeren.

Avontuur in het buitenland

Een grote druk dus, op de schouders van de agrariërs in spé van het Groenhorstcollege. Het lijkt de studenten niet te deren, zij fantaseren vrolijk verder over eigen bedrijfjes, wellicht over de grens. Want in de opleiding wordt ook aan de ruimtelijke voordelen van de EU aandacht geschonken. Denemarken en Frankrijk noemt Merkelijn als voorbeelden van plaatsen waar Nederlandse boeren hun heil zoeken. Daar komen nu de vroegere Oostbloklanden bij. Aan de opleiding is sinds kort een excursie naar Tsjechië toegevoegd, want 'als hier de grond heel schaars wordt, liggen er in de EU meer mogelijkheden en daar laten we de leerlingen graag mee kennis maken bij de opleiding'. En een avontuur in het buitenland? Daar draaien de leerlingen hun hand niet meer voor om.


Met dank overgenomen van /RNW (RNW).
banner Station Europa